Artikel 1 (Gronden en aanvraag faillietverklaring)
1. De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard.
2. De faillietverklaring kan ook worden uitgesproken, om redenen van openbaar belang, op verzoek van het Openbaar Ministerie.
Uitleg in duidelijke taal
1. De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard.
Dit betekent letterlijk dat de schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement wordt verklaard. Dit kan gebeuren hetzij op eigen aangifte van de schuldenaar, hetzij op verzoek van een of meer van zijn schuldeisers.
2. De faillietverklaring kan ook worden uitgesproken, om redenen van openbaar belang, op verzoek van het Openbaar Ministerie.
Dit houdt in dat de faillietverklaring ook kan worden uitgesproken om redenen van openbaar belang, en wel op verzoek van het Openbaar Ministerie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:1681 - ABN AMRO/Berzona: Duurverplichtingen als steunvordering bij faillissementsaanvraag - 10 juli 2014
Een vordering tot verschaffing van huurgenot kan niet als steunvordering dienen als de huurder al het genot van het gehuurde heeft. Deze vordering is namelijk niet verifieerbaar in een faillissement, omdat de curator niet de bevoegdheid heeft om het huurgenot actief te beëindigen.
ECLI:NL:HR:2017:488 - Hoge Raad - 23 maart 2017
ECLI:NL:PHR:2024:600 - Parket bij de Hoge Raad - 6 juni 2024
ECLI:NL:HR:2018:774 - Voorwaardelijke betaling van steunvorderingen en het pluraliteitsvereiste bij faillissement - 24 mei 2018
Steunvorderingen die pas na en onder voorwaarde van vernietiging van het faillissement worden voldaan, bestaan nog ten tijde van de rechterlijke beslissing. Aan het pluraliteitsvereiste is dan voldaan. Daarnaast moet de rechter nog zelfstandig de toestand van ophouden te betalen beoordelen.
ECLI:NL:PHR:2024:36 - Parket bij de Hoge Raad - 11 januari 2024
ECLI:NL:HR:2001:AB2743 - Hoge Raad - 6 september 2001
ECLI:NL:HR:2016:2833 - Megalim/De Veenbloem: Faillissementsaanvraag door inningsbevoegde pandhouder - 8 december 2016
De houder van een openbaar pandrecht op een vordering is bevoegd het faillissement van de schuldenaar van die vordering aan te vragen. Deze bevoegdheid is onderdeel van de inningsbevoegdheid uit artikel 3:246 lid 1 BW, die strekt tot verhaal van de vordering op het vermogen van de schuldenaar.
ECLI:NL:HR:2004:AP4504 - Hoge Raad - 28 oktober 2004
ECLI:NL:HR:2020:954 - Hoge Raad vraagt CJEU om uitleg over werknemersrechten bij Heiploeg pre-pack - 28 mei 2020
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. Kernvraag is of een Nederlandse pre-pack, gericht op liquidatie met maximale opbrengst en behoud van werkgelegenheid, onder de faillissementsuitzondering van Richtlijn 2001/23/EG valt, waardoor werknemersbescherming bij overgang van onderneming niet geldt.