Artikel 1 (Gronden en aanvraag faillietverklaring)
1. De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard.
2. De faillietverklaring kan ook worden uitgesproken, om redenen van openbaar belang, op verzoek van het Openbaar Ministerie.
Uitleg in duidelijke taal
1. De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard.
Dit betekent letterlijk dat de schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement wordt verklaard. Dit kan gebeuren hetzij op eigen aangifte van de schuldenaar, hetzij op verzoek van een of meer van zijn schuldeisers.
2. De faillietverklaring kan ook worden uitgesproken, om redenen van openbaar belang, op verzoek van het Openbaar Ministerie.
Dit houdt in dat de faillietverklaring ook kan worden uitgesproken om redenen van openbaar belang, en wel op verzoek van het Openbaar Ministerie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:1681
ECLI:NL:HR:2017:488
ECLI:NL:HR:2018:774 - Voorwaardelijke betaling van steunvorderingen en het pluraliteitsvereiste bij faillissement
Steunvorderingen die pas na en onder voorwaarde van vernietiging van het faillissement worden voldaan, bestaan nog ten tijde van de rechterlijke beslissing. Aan het pluraliteitsvereiste is dan voldaan. Daarnaast moet de rechter nog zelfstandig de toestand van ophouden te betalen beoordelen.
ECLI:NL:HR:2001:AB2743
ECLI:NL:HR:2016:2833
ECLI:NL:HR:2004:AP4504
ECLI:NL:HR:2020:954 - Hoge Raad vraagt CJEU om uitleg over werknemersrechten bij Heiploeg pre-pack
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. Kernvraag is of een Nederlandse pre-pack, gericht op liquidatie met maximale opbrengst en behoud van werkgelegenheid, onder de faillissementsuitzondering van Richtlijn 2001/23/EG valt, waardoor werknemersbescherming bij overgang van onderneming niet geldt.
ECLI:NL:HR:2020:753 - Pre-pack en overgang van onderneming: Hoge Raad stelt prejudiciële vragen
De Hoge Raad vraagt het Hof van Justitie EU of een Nederlandse pre-pack, die een doorstart voorbereidt na een onafwendbaar faillissement, valt onder de uitzondering op werknemersbescherming bij overgang van onderneming, specifiek of deze gericht is op liquidatie en onder adequaat overheidstoezicht staat.