Artikel 7 (Gevolgen hoofdelijke verbondenheid)
1. Indien twee of meer schuldenaren hoofdelijk verbonden zijn, heeft de schuldeiser tegenover ieder van hen recht op nakoming voor het geheel.
2. Nakoming door een der schuldenaren bevrijdt ook zijn medeschuldenaren tegenover de schuldeiser. Hetzelfde geldt, wanneer de schuld wordt gedelgd door inbetalinggeving of verrekening, alsmede wanneer de rechter op vordering van een der schuldenaren artikel 60 toepast, tenzij hij daarbij anders bepaalt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien twee of meer schuldenaren hoofdelijk verbonden zijn, heeft de schuldeiser tegenover ieder van hen recht op nakoming voor het geheel.
Dit lid bepaalt dat als twee of meer schuldenaren hoofdelijk verbonden zijn, de schuldeiser van elk van hen de volledige prestatie (nakoming voor het geheel) kan eisen.
2. Nakoming door een der schuldenaren bevrijdt ook zijn medeschuldenaren tegenover de schuldeiser. Hetzelfde geldt, wanneer de schuld wordt gedelgd door inbetalinggeving of verrekening, alsmede wanneer de rechter op vordering van een der schuldenaren artikel 60 toepast, tenzij hij daarbij anders bepaalt.
Dit lid stelt dat wanneer één van de schuldenaren de verplichting nakomt (nakoming), de andere medeschuldenaren ook bevrijd zijn van hun verplichting jegens de schuldeiser. Dit geldt ook als de schuld wordt voldaan (gedelgd) door inbetalinggeving (het geven van iets anders dan het verschuldigde ter voldoening van de schuld) of door verrekening (het tegen elkaar wegstrepen van schulden). Evenzo geldt dit wanneer de rechter, op verzoek van één van de schuldenaren, de bepalingen van artikel 60 toepast, tenzij de rechter hierover een afwijkende beslissing neemt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019
De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.
ECLI:NL:HR:2014:1204 - Aansprakelijkheid indirect bestuurder bij benadeling schuldeisers voor faillissement - 22 mei 2014
De maatstaf voor bestuurdersaansprakelijkheid uit het Ontvanger/Roelofsen-arrest (persoonlijk ernstig verwijt) geldt ook voor een indirect bestuurder die betalingen binnen een concern bevordert vlak voor faillissement. Dit is het geval als hij wist of behoorde te begrijpen dat de vennootschap hierdoor schuldeisers onbetaald zou laten.
ECLI:NL:HR:2015:837 - 403-verklaring: hoofdelijke aansprakelijkheid is geen borgtocht, ook na dading - 2 april 2015
Aansprakelijkheid op grond van een 403-verklaring is hoofdelijk en niet subsidiair zoals borgtocht. Een dading (schikking) met de dochtervennootschap bevrijdt de moedermaatschappij niet. De vordering op de moeder wordt slechts verminderd met het bedrag van de dading, conform artikel 6:7 lid 2 BW.
ECLI:NL:HR:2014:1212 - Onrechtmatig Bibob-advies: aansprakelijkheid van de Staat en de proceskostenregeling - 22 mei 2014
De Staat kan op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk zijn voor een onzorgvuldig Bibob-advies; een strengere maatstaf geldt niet. De forfaitaire proceskostenvergoeding in de Awb staat een vordering tot volledige schadevergoeding op de Staat als hoofdelijk aansprakelijke derde niet in de weg.
ECLI:NL:HR:2011:BQ0593 - Hoge Raad - 7 juli 2011
ECLI:NL:HR:2023:3 - Schadevergoedingsmaatregel en vordering benadeelde partij: alternatieve en hoofdelijke verplichtingen - 9 januari 2023
De Hoge Raad verduidelijkt dat bij gelijktijdige toewijzing van een vordering benadeelde partij en oplegging van een schadevergoedingsmaatregel, de alternatieve betalingsverplichting in het dictum moet worden opgenomen. Een rechter is echter niet ambtshalve verplicht om de uit de wet volgende hoofdelijke aansprakelijkheid van mededaders expliciet vast te leggen.
ECLI:NL:HR:2021:1527 - Dozy-clausule leidt tot hoofdelijk schuldenaarschap, niet tot bescherming als derde - 14 oktober 2021
Een echtgenoot die via een Dozy-clausule in huwelijkse voorwaarden hoofdelijk aansprakelijk wordt voor gemeenschapsschulden, is een 'schuldenaar'. Deze persoon valt daarom niet onder de bescherming voor 'personen die geen schuldenaar zijn' in het kader van subrogatie (art. 6:151 lid 2 BW).