Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:4557 - Rechtbank Rotterdam - 16 mei 2024

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2024:455716 mei 2024

Uitspraak inhoud

locatie Rotterdam

zaaknummer: 10868688 CV EXPL 24-738

datum uitspraak: 17 mei 2024

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

Woonstichting Patrimonium, vestigingsplaats: Barendrecht, eiseres, gemachtigde: gerechtsdeurwaarder G.J. Baijens,

tegen

1 [gedaagde 1] ,

woonplaats: Barendrecht, gemachtigde: [persoon A] , 2. [gedaagde 2] , woonplaats: Barendrecht, die niet in de procedure is verschenen, gedaagden.

De partijen worden hierna ‘Patrimonium’, ‘ [gedaagde 1] ’ en ‘ [gedaagde 2] ’ genoemd. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden hierna tezamen ‘ [gedaagde 1] c.s.’ genoemd.

1 De procedure

1.1. Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

1.2. Op 9 april 2024 is de zaak tijdens een rolzitting met partijen besproken. Daarbij waren aanwezig:

2 De beoordeling

Waar gaat de zaak over?

2.1. [gedaagde 1] c.s. huren vanaf 12 juni 2018 de woning aan de [adres] in Barendrecht van Patrimonium. De huur is nu € 591,23 per maand. Op enig moment is er een huurachterstand ontstaan. Patrimonium eist bij dagvaarding dat [gedaagde 1] c.s. die huurachterstand betalen en dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt. Gedurende deze procedure is de gehele huurachterstand met bijkomende kosten voldaan. Desondanks handhaaft Patrimonium haar eis tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning.

2.2. De kantonrechter komt tot het oordeel dat de geëiste ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning worden afgewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom.

Verstek [gedaagde 2]

2.3. [gedaagde 2] is niet in de procedure verschenen. Tegen haar is daarom verstek verleend. Omdat [gedaagde 1] wel in de procedure is verschenen, wordt één vonnis gewezen dat voor alle partijen als een vonnis op tegenspraak geldt (artikel 140 lid 3 Rv).

De huurachterstand en bijkomende kosten zijn inmiddels betaald

2.4. De huurachterstand en de kosten zullen worden afgewezen, omdat partijen het erover eens zijn dat er tijdens de rolzitting op 9 april 2024 geen huurachterstand meer was en bovendien alle kosten inmiddels zijn betaald. Op de rolzitting is naast Patrimonium en haar gemachtigde ook de heer [persoon A] verschenen namens Trivium Advies. [persoon A] heeft verklaard dat hij [gedaagde 1] bijstaat in verband met haar financiële problemen, op verzoek van de letselschadeverzekeraar. Mede gelet op de door [gedaagde 1] ondertekende machtiging, die door [persoon A] aan de kantonrechter is toegezonden bij e-mail van 11 maart 2024, en gezien het feit dat [persoon A] op de zitting van 9 april 2024 is verschenen en de gehele huurachterstand inclusief alle kosten inmiddels door de verzekeraar zijn betaald, gaat de kantonrechter er vanuit dat [persoon A] [gedaagde 1] als gemachtigde vertegenwoordigt in de onderhavige procedure.

De huurovereenkomst wordt niet ontbonden

2.5. [gedaagde 1] c.s. hebben de huur weliswaar niet op tijd betaald, maar gelet op de omstandigheid dat de gehele achterstand inclusief alle kosten inmiddels is voldaan wordt de huurovereenkomst niet ontbonden en hoeven [gedaagde 1] c.s. de woning niet te ontruimen. Patrimonium heeft tijdens de rolzitting aangevoerd dat er al eerder sprake is geweest van een huurachterstand, maar daarvan is in de dagvaarding geen melding gemaakt en stukken ter onderbouwing hiervan zijn evenmin in het geding gebracht. Daarom zal de kantonrechter met die gestelde eerdere huurachterstand geen rekening houden. Mocht er echter in de toekomst opnieuw een huurachterstand ontstaan, dan lopen [gedaagde 1] c.s. wel een groot risico dat zij de woning alsnog moeten verlaten. De kantonrechter zal niet vooruitlopen op een oordeel in een eventuele volgende procedure, maar zij wil [gedaagde 1] er wel op wijzen dat zij in geval van een nieuwe huurachterstand haar woning alsnog zal kunnen verliezen.

[gedaagde 1] c.s. moeten de proceskosten betalen

2.6. [gedaagde 1] c.s. moeten de proceskosten betalen en zijn daarvoor hoofdelijk aansprakelijk (artikel 6:7 BW). Vast staat dat zij op het moment van dagvaarden een aanzienlijke huurachterstand hadden. Patrimonium is dan ook terecht tot dagvaarden overgegaan. De kantonrechter begroot de proceskosten aan de kant van Patrimonium op € 131,82 aan dagvaardingskosten, € 496,- aan griffierecht, € 476,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 238,-) en € 119,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.222,82. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad

2.7. Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Patrimonium dat eist en [gedaagde 1] c.s. daar niet op hebben gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1. veroordeelt [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk, zodanig dat als de een heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, die aan de kant van Patrimonium worden begroot op € 1.222,82;

3.2. verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;

3.3. wijst al het andere af.

Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Frikkee en in het openbaar uitgesproken. 43416