Artikel 320 (Voortduren verjaringstermijn bij verlengingsgrond)
Wanneer een verjaringstermijn zou aflopen tijdens het bestaan van een verlengingsgrond of binnen zes maanden na het verdwijnen van een zodanige grond, loopt de termijn voort totdat zes maanden na het verdwijnen van die grond zijn verstreken.
Uitleg in duidelijke taal
Wanneer een verjaringstermijn zou aflopen tijdens het bestaan van een verlengingsgrond of binnen zes maanden na het verdwijnen van een zodanige grond, loopt de termijn voort totdat zes maanden na het verdwijnen van die grond zijn verstreken.
Dit artikel bepaalt dat als een verjaringstermijn zou eindigen (aflopen) terwijl er een verlengingsgrond van kracht is, of als de verjaringstermijn zou eindigen binnen een periode van zes maanden nadat zo'n verlengingsgrond is opgehouden te bestaan (verdwijnen), de verjaringstermijn niet direct afloopt. In plaats daarvan loopt de termijn voort en eindigt pas zes maanden nadat de verlengingsgrond daadwerkelijk is verdwenen (zijn verstreken).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:1413 - Kennis frauderende bestuurder niet toegerekend aan vennootschap bij verjaring
Kennis van een frauderende bestuurder met een tegenstrijdig belang wordt niet toegerekend aan de rechtspersoon voor de aanvang van de verjaringstermijn, zeker als een derde partij bewust meewerkt aan en profiteert van de verzwegen belangenverstrengeling. De verjaring start pas bij daadwerkelijke kennis van de benadeelde vennootschap.
ECLI:NL:HR:2012:BV6769
ECLI:NL:HR:2011:BU6591
ECLI:NL:HR:2017:1182
ECLI:NL:HR:2022:1936 - Verjaring van vergoedingsrechten tussen echtgenoten: geen korte termijn van vijf jaar
Vergoedingsvorderingen tussen echtgenoten verjaren niet na vijf jaar. De Hoge Raad oordeelt dat de aard van de huwelijkse verhouding zich verzet tegen analoge toepassing van de korte verjaringstermijnen uit Boek 3 BW, omdat van echtgenoten niet verwacht kan worden dat zij tijdens het huwelijk rechtsmaatregelen treffen.
ECLI:NL:HR:2020:1310 - Verjaring vordering op na faillissement opgeheven rechtspersoon: een ongeschreven verlengingsgrond
De Hoge Raad oordeelt dat er een ongeschreven verlengingsgrond voor verjaring bestaat voor vorderingen op een rechtspersoon die na faillissement is opgehouden te bestaan. Dit past in het stelsel van de wet en voorkomt dat een vordering verjaart terwijl de schuldenaar niet bestaat.