Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 10. Verhaalsrecht op goederen
Afdeling 4. Retentierecht
Artikel 290

Artikel 290 (Definitie retentierecht opschorting afgifte)

Laatste versie

Retentierecht is de bevoegdheid die in de bij de wet aangegeven gevallen aan een schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan.

Uitleg in duidelijke taal

Retentierecht is de bevoegdheid die in de bij de wet aangegeven gevallen aan een schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan.

Dit artikel definieert retentierecht als de bevoegdheid die toekomt aan een schuldeiser in de bij de wet aangegeven gevallen. Deze bevoegdheid houdt in dat de schuldeiser de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar mag opschorten, en wel totdat de vordering van de schuldeiser op de schuldenaar wordt voldaan.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:970 - Retentierecht, ouder recht en de fatale gevolgen van een onvoldoende kenbare grief - 22 juni 2023

ECLI:NL:HR:2023:97022 juni 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een grief moet voldoende kenbaar zijn voor de wederpartij en de rechter. De Hoge Raad oordeelt dat het hof buiten de rechtsstrijd is getreden. Ten overvloede wordt overwogen dat de rechtsopvolger van een derde met een ouder recht diens sterke positie jegens de retentor behoudt.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AL8440 - Hoge Raad - 4 december 2003

ECLI:NL:HR:2003:AL84404 december 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Rotterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:5476 - Rechtbank Rotterdam - 4 juni 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:54764 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:ZC2571 - Hoge Raad - 5 februari 1998

ECLI:NL:HR:1998:ZC25715 februari 1998Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht, Huurrecht, Bouwrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1997:ZC2331 - Hoge Raad - 3 april 1997

ECLI:NL:HR:1997:ZC23313 april 1997Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Goederenrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:8655 - Rechtbank Rotterdam - 11 augustus 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:865511 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:5626 - Rechtbank Amsterdam - 18 juli 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:562618 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:3825 - Rechtbank Midden-Nederland - 4 juni 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:38254 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:2470 - Rechtbank Overijssel - 6 mei 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:24706 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2057 - Rechtbank Amsterdam - 26 maart 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:205726 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak