Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 9. Rechten van pand en hypotheek
Afdeling 2. Pandrecht
Artikel 236

Artikel 236 (Vestiging pandrecht op goederen)

Laatste versie

1. Pandrecht op een roerende zaak, op een recht aan toonder of order, of op het vruchtgebruik van een zodanige zaak of recht, wordt gevestigd door de zaak of het toonder- of orderpapier te brengen in de macht van de pandhouder of van een derde omtrent wie partijen zijn overeengekomen. De vestiging van een pandrecht op een recht aan order of op het vruchtgebruik daarvan vereist tevens endossement.

2. Op andere goederen wordt pandrecht gevestigd op overeenkomstige wijze als voor de levering van het te verpanden goed is bepaald.

Uitleg in duidelijke taal

1. Pandrecht op een roerende zaak, op een recht aan toonder of order, of op het vruchtgebruik van een zodanige zaak of recht, wordt gevestigd door de zaak of het toonder- of orderpapier te brengen in de macht van de pandhouder of van een derde omtrent wie partijen zijn overeengekomen. De vestiging van een pandrecht op een recht aan order of op het vruchtgebruik daarvan vereist tevens endossement.

Dit betekent letterlijk: Een pandrecht op een roerende zaak, op een recht aan toonder of order, of op het vruchtgebruik van een zodanige zaak of recht, wordt gevestigd doordat de zaak of het toonder- of orderpapier in de macht van de pandhouder of van een derde wordt gebracht waarover partijen zijn overeengekomen. De vestiging van een pandrecht op een recht aan order of op het vruchtgebruik daarvan vereist daarnaast endossement.

2. Op andere goederen wordt pandrecht gevestigd op overeenkomstige wijze als voor de levering van het te verpanden goed is bepaald.

Dit betekent letterlijk: Op andere goederen wordt pandrecht gevestigd op een overeenkomstige wijze als voor de levering van het te verpanden goed is bepaald.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AE3381

ECLI:NL:HR:2002:AE338120 september 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Insolventierecht, Verbintenissenrecht, Intellectueel Eigendomsrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB2435

ECLI:NL:HR:2001:AB243529 juni 2001Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Goederenrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:ZC1488

ECLI:NL:HR:1994:ZC148814 oktober 1994Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:268 - Combinatie stille en openbare verpanding: uitleg pandakte en partijbedoeling doorslaggevend

ECLI:NL:HR:2019:26822 februari 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een pandakte die enkel bedoeld is voor een stil pandrecht, kan niet door mededeling een openbaar pandrecht vestigen op vorderingen die niet onder het stille pandrecht vallen. De uitleg van de pandakte en de processuele stellingname van partijen zijn hierbij bepalend.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ7199

ECLI:NL:HR:2013:BZ719921 juni 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1046 - Rabobank/Reuser: Pandrecht op voorwaardelijk eigendom onder eigendomsvoorbehoud

ECLI:NL:HR:2016:10463 juni 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een koper van een zaak onder eigendomsvoorbehoud een voorwaardelijk eigendomsrecht verkrijgt. Dit recht kan onmiddellijk worden verpand. Na faillissement van de koper groeit dit pandrecht van rechtswege uit tot een pandrecht op de onvoorwaardelijke eigendom zodra de voorwaarde (betaling) wordt vervuld.

Civiel RechtGoederenrecht, Insolventierecht