Artikel 236 (Vestiging pandrecht op goederen)
1. Pandrecht op een roerende zaak, op een recht aan toonder of order, of op het vruchtgebruik van een zodanige zaak of recht, wordt gevestigd door de zaak of het toonder- of orderpapier te brengen in de macht van de pandhouder of van een derde omtrent wie partijen zijn overeengekomen. De vestiging van een pandrecht op een recht aan order of op het vruchtgebruik daarvan vereist tevens endossement.
2. Op andere goederen wordt pandrecht gevestigd op overeenkomstige wijze als voor de levering van het te verpanden goed is bepaald.
Uitleg in duidelijke taal
1. Pandrecht op een roerende zaak, op een recht aan toonder of order, of op het vruchtgebruik van een zodanige zaak of recht, wordt gevestigd door de zaak of het toonder- of orderpapier te brengen in de macht van de pandhouder of van een derde omtrent wie partijen zijn overeengekomen. De vestiging van een pandrecht op een recht aan order of op het vruchtgebruik daarvan vereist tevens endossement.
Dit betekent letterlijk: Een pandrecht
op een roerende zaak
, op een recht aan toonder
of order
, of op het vruchtgebruik
van een zodanige zaak
of recht
, wordt gevestigd
doordat de zaak
of het toonder- of orderpapier
in de macht van de pandhouder
of van een derde
wordt gebracht waarover partijen zijn overeengekomen
. De vestiging
van een pandrecht
op een recht aan order
of op het vruchtgebruik
daarvan vereist daarnaast endossement
.
2. Op andere goederen wordt pandrecht gevestigd op overeenkomstige wijze als voor de levering van het te verpanden goed is bepaald.
Dit betekent letterlijk: Op andere goederen
wordt pandrecht gevestigd
op een overeenkomstige wijze
als voor de levering
van het te verpanden goed
is bepaald.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2002:AE3381 - Hoge Raad - 19 september 2002
ECLI:NL:HR:2001:AB2435 - Hoge Raad - 28 juni 2001
ECLI:NL:HR:1994:ZC1488 - Hoge Raad - 13 oktober 1994
ECLI:NL:HR:2019:268 - Combinatie stille en openbare verpanding: uitleg pandakte en partijbedoeling doorslaggevend - 21 februari 2019
Een pandakte die enkel bedoeld is voor een stil pandrecht, kan niet door mededeling een openbaar pandrecht vestigen op vorderingen die niet onder het stille pandrecht vallen. De uitleg van de pandakte en de processuele stellingname van partijen zijn hierbij bepalend.
ECLI:NL:HR:2013:BZ7199 - Eringa/ABN AMRO: Omzetting stil pandrecht en de faillissementspauliana (art. 42 Fw) - 20 juni 2013
De omzetting van een stil pandrecht in een vuistpand is een feitelijke handeling, geen rechtshandeling. Daarom kan deze omzetting niet worden vernietigd met een beroep op de faillissementspauliana (art. 42 Fw), ook niet als hiervoor een aparte (huur)overeenkomst is gesloten.
ECLI:NL:HR:2016:1046 - Rabobank/Reuser: Pandrecht op voorwaardelijk eigendom onder eigendomsvoorbehoud - 2 juni 2016
De Hoge Raad oordeelt dat een koper van een zaak onder eigendomsvoorbehoud een voorwaardelijk eigendomsrecht verkrijgt. Dit recht kan onmiddellijk worden verpand. Na faillissement van de koper groeit dit pandrecht van rechtswege uit tot een pandrecht op de onvoorwaardelijke eigendom zodra de voorwaarde (betaling) wordt vervuld.