Artikel 377b (Informatie- en consultatieplicht niet-gezaghebbende ouder)
1. De ouder die met het gezag is belast, is gehouden de niet met het gezag belaste ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en deze te raadplegen - zo nodig door tussenkomst van derden - over daaromtrent te nemen beslissingen. Op verzoek van een ouder kan de rechter ter zake een regeling vaststellen.
2. Indien het belang van het kind zulks vereist kan de rechter zowel op verzoek van de met het gezag belaste ouder als ambtshalve bepalen dat het eerste lid van dit artikel buiten toepassing blijft.
3. Artikel 377e is van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. De ouder die met het gezag is belast, is gehouden de niet met het gezag belaste ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en deze te raadplegen - zo nodig door tussenkomst van derden - over daaromtrent te nemen beslissingen. Op verzoek van een ouder kan de rechter ter zake een regeling vaststellen.
Dit betekent letterlijk: De ouder die het gezag over het kind heeft, is verplicht om de ouder die niet het gezag heeft, te informeren over belangrijke zaken die de persoon en het vermogen van het kind aangaan. De gezaghebbende ouder moet de niet-gezaghebbende ouder ook raadplegen – indien nodig via andere personen – over beslissingen die hierover genomen moeten worden. Als een van de ouders hierom vraagt, kan de rechter hiervoor een regeling bepalen.
2. Indien het belang van het kind zulks vereist kan de rechter zowel op verzoek van de met het gezag belaste ouder als ambtshalve bepalen dat het eerste lid van dit artikel buiten toepassing blijft.
Dit betekent letterlijk: Als het in het belang van het kind noodzakelijk is, kan de rechter beslissen dat het eerste lid van dit artikel niet van toepassing is. Dit kan de rechter doen op verzoek van de ouder die het gezag heeft, of uit eigen beweging (ambtshalve).
3. Artikel 377e is van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent letterlijk: Artikel 377e geldt hier op een vergelijkbare manier.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1513 - Hoge Raad: Bevel tot terugverhuizen ook mogelijk na verkrijgen gezamenlijk gezag
De rechter kan een ouder bevelen terug te verhuizen, ook als deze is verhuisd met eenhoofdig gezag, zodra er gezamenlijk gezag is vastgesteld (art. 1:253a BW). Ook bij eenhoofdig gezag kan een bevel tot terugverhuizen een passende maatregel zijn op grond van art. 8 EVRM.
ECLI:NL:HR:2001:AB0201
ECLI:NL:HR:2015:1409
ECLI:NL:HR:2020:321 - Informele rechtsingang minderjarige ex art. 1:377g BW ook in hoger beroep
Een minderjarige kan in een door een ouder gestart hoger beroep een informeel verzoek doen op grond van art. 1:377g BW. Dit geeft het hof de bevoegdheid om de omgangsregeling ambtshalve in volle omvang te beoordelen, buiten de grenzen van het ingestelde hoger beroep.