Artikel 634 (Minimale wettelijke vakantieaanspraak)
1. De werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij gedurende de volledige overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week of, als de overeengekomen arbeidsduur in uren per jaar is uitgedrukt, van ten minste een overeenkomstige tijd.
2. De werknemer die over een deel van een jaar recht op loon heeft gehad, verwerft over dat deel aanspraak op vakantie die een evenredig gedeelte bedraagt van datgene waarop hij recht zou hebben gehad als hij gedurende het gehele jaar recht had op loon over de volledige overeengekomen arbeidsduur.
3. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan ten aanzien van werknemers wier arbeidsovereenkomst eindigt nadat deze ten minste een maand heeft geduurd, van lid 2 worden afgeweken in dier voege dat de aanspraak op vakantie wordt berekend over tijdvakken van een maand.
Uitleg in duidelijke taal
1. De werknemer verwerft over ieder jaar waarin hij gedurende de volledige overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week of, als de overeengekomen arbeidsduur in uren per jaar is uitgedrukt, van ten minste een overeenkomstige tijd.
Dit lid betekent letterlijk dat de werknemer voor elk jaar waarin hij gedurende de volledige contractueel vastgestelde arbeidsduur recht op loon heeft gehad, een aanspraak op vakantie opbouwt (verwerft). Deze vakantieaanspraak bedraagt minimaal vier keer de overeengekomen arbeidsduur per week. Indien de overeengekomen arbeidsduur is uitgedrukt in uren per jaar, bedraagt de vakantieaanspraak minimaal een daarmee overeenstemmende periode.
2. De werknemer die over een deel van een jaar recht op loon heeft gehad, verwerft over dat deel aanspraak op vakantie die een evenredig gedeelte bedraagt van datgene waarop hij recht zou hebben gehad als hij gedurende het gehele jaar recht had op loon over de volledige overeengekomen arbeidsduur.
Dit lid betekent letterlijk dat een werknemer die slechts over een gedeelte van een jaar recht op loon heeft gehad, over dat specifieke gedeelte een aanspraak op vakantie verwerft. De omvang van deze vakantieaanspraak is een evenredig deel van de aanspraak die hij zou hebben gehad indien hij gedurende het volledige jaar recht op loon over de volledige overeengekomen arbeidsduur zou hebben gehad.
3. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan ten aanzien van werknemers wier arbeidsovereenkomst eindigt nadat deze ten minste een maand heeft geduurd, van lid 2 worden afgeweken in dier voege dat de aanspraak op vakantie wordt berekend over tijdvakken van een maand.
Dit lid betekent letterlijk dat er in een collectieve arbeidsovereenkomst of in een regeling vastgesteld door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, afgeweken kan worden van de bepaling in lid 2. Deze afwijking is mogelijk voor werknemers wier arbeidsovereenkomst eindigt nadat deze minimaal één maand heeft geduurd. De afwijking houdt in (in dier voege) dat de aanspraak op vakantie dan wordt berekend per tijdvakken van een maand.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBGEL:2025:7054 - Rechtbank: Zieke werknemer bouwt ook zonder salaris vakantiedagen op - 12 augustus 2025
De rechtbank Gelderland oordeelt, in lijn met het Max Planck-arrest, dat een zieke werknemer ook na het einde van de loondoorbetalingsplicht vakantiedagen blijft opbouwen. Het Nederlandse artikel 7:634 BW, dat opbouw koppelt aan loon, wordt op grond van artikel 31 lid 2 Handvest Grondrechten EU buiten toepassing gelaten.
ECLI:NL:RBNHO:2025:7753 - Kantonrechter kwalificeert overeenkomst ZZP-beveiliger als arbeidsovereenkomst via Deliveroo-criteria - 9 juli 2025
De rechtbank oordeelt dat de feitelijke uitvoering van de samenwerking tussen een beveiliger en een beveiligingsbedrijf doorslaggevend is voor de kwalificatie als arbeidsovereenkomst, conform het Deliveroo-arrest. Een ontslag op staande voet wordt ongeldig geacht wegens een te vage ontslagreden.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17830 - Rechtbank Den Haag - 25 september 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1360 - Centrale Raad van Beroep - 4 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10260 - Spoorwissel naar verzoekschriftprocedure wegens vordering tot transitievergoeding in dagvaarding - 8 augustus 2025
De kantonrechter oordeelt dat een procedure die onder meer een vordering tot betaling van de transitievergoeding omvat, conform artikel 7:686a lid 2 BW met een verzoekschrift had moeten worden ingeleid. Op grond van artikel 69 Rv wordt de dagvaardingsprocedure omgezet naar een verzoekschriftprocedure.
ECLI:NL:RBOVE:2025:4384 - Onregelmatigheidstoeslag in tijd blijft looncomponent voor vakantie- en ziekteloon - 1 juli 2025
De Rechtbank Overijssel oordeelt dat een onregelmatigheidstoeslag (ORT) die een werknemer op eigen verzoek in de vorm van vrije tijd ontvangt, een looncomponent blijft. De waarde van deze in tijd omgezette ORT moet daarom worden meegenomen in de berekening van het loon tijdens vakantie en ziekte.