Artikel 129 (Definitie en totstandkoming geldlening)
1. De overeenkomst van geldlening is de kredietovereenkomst waarbij de ene partij, de uitlener, zich verbindt aan de andere partij, de lener, een som geld te verstrekken en de lener zich verbindt aan de uitlener een overeenkomstige som geld terug te betalen.
2. Indien is overeengekomen dat de kredietnemer door een enkele verklaring, een betalingsopdracht daaronder begrepen, de kredietgever kan verplichten hem een som geld te verstrekken, komt pas door deze verklaring de geldlening tot stand.
Uitleg in duidelijke taal
1. De overeenkomst van geldlening is de kredietovereenkomst waarbij de ene partij, de uitlener, zich verbindt aan de andere partij, de lener, een som geld te verstrekken en de lener zich verbindt aan de uitlener een overeenkomstige som geld terug te betalen.
Dit lid definieert de overeenkomst van geldlening als een specifieke vorm van een kredietovereenkomst. In deze overeenkomst verbindt de ene partij, genaamd de uitlener, zich ertoe om aan de andere partij, genaamd de lener, een bepaalde som geld te verstrekken. Tegelijkertijd verbindt de lener zich ertoe om aan de uitlener een overeenkomstige som geld terug te betalen.
2. Indien is overeengekomen dat de kredietnemer door een enkele verklaring, een betalingsopdracht daaronder begrepen, de kredietgever kan verplichten hem een som geld te verstrekken, komt pas door deze verklaring de geldlening tot stand.
Dit lid preciseert dat wanneer partijen hebben overeengekomen dat de kredietnemer (de lener) de kredietgever (de uitlener) kan verplichten hem een som geld te verstrekken door middel van slechts een enkele verklaring (waarbij een betalingsopdracht als een voorbeeld van zo'n verklaring wordt genoemd), de geldlening pas daadwerkelijk tot stand komt op het moment dat deze verklaring wordt afgelegd.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:1045 - Parket bij de Hoge Raad - 26 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:6002 - Buitengerechtelijke vernietiging arbeidsovereenkomst wegens dwaling of bedrog afgewezen - 31 juli 2025
De kantonrechter oordeelt dat een werkgever de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd op grond van dwaling of bedrog. De werkgever kon niet bewijzen dat de werknemer bij het aangaan van de overeenkomst wist dat zijn gezondheidsklachten hem langdurig zouden belemmeren in zijn werk.