Terug naar bibliotheek
Boek 5. Zakelijke rechten
Titel 6. Erfdienstbaarheden
Artikel 79

Artikel 79 (Opheffing erfdienstbaarheid door rechter)

Laatste versie

De rechter kan op vordering van de eigenaar van het dienende erf een erfdienstbaarheid opheffen, indien de uitoefening daarvan onmogelijk is geworden of de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang bij de uitoefening meer heeft, en het niet aannemelijk is dat de mogelijkheid van uitoefening of het redelijk belang daarbij zal terugkeren.

Uitleg in duidelijke taal

De rechter kan op vordering van de eigenaar van het dienende erf een erfdienstbaarheid opheffen, indien de uitoefening daarvan onmogelijk is geworden of de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang bij de uitoefening meer heeft, en het niet aannemelijk is dat de mogelijkheid van uitoefening of het redelijk belang daarbij zal terugkeren.

Dit artikel stelt dat de rechter, op vordering van de eigenaar van het dienende erf, een erfdienstbaarheid kan opheffen. Dit is toegestaan indien de uitoefening van de erfdienstbaarheid onmogelijk is geworden. Het is ook toegestaan indien de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang meer heeft bij de uitoefening. Een bijkomende voorwaarde voor opheffing is dat het niet aannemelijk is dat de mogelijkheid van uitoefening, of het redelijk belang daarbij, zal terugkeren.