Artikel 67 (Giften bij berekening legitieme portie)
Bij de berekening van de legitieme porties worden de volgende door de erflater gedane giften in aanmerking genomen: a. giften die kennelijk gedaan en aanvaard zijn met het vooruitzicht dat daardoor legitimarissen worden benadeeld; b. giften die de erflater gedurende zijn leven te allen tijde had kunnen herroepen of die hij bij de gift voor inkorting vatbaar heeft verklaard; c. giften van een voordeel, bestemd om pas na zijn overlijden ten volle te worden genoten; d. giften, door de erflater aan een afstammeling gedaan, mits deze of een afstammeling van hem legitimaris van de erflater is; e. andere giften, voor zover de prestatie binnen vijf jaren voor zijn overlijden is geschied.
Uitleg in duidelijke taal
Bij de berekening van de legitieme porties worden de volgende door de erflater gedane giften in aanmerking genomen:
Dit betekent dat wanneer de legitieme porties worden berekend, de hieronder genoemde schenkingen (giften) die door de overledene (erflater) zijn gedaan, worden meegenomen (in aanmerking genomen):
a. giften die kennelijk gedaan en aanvaard zijn met het vooruitzicht dat daardoor legitimarissen worden benadeeld;
Dit betreft schenkingen waarvan duidelijk (kennelijk) is dat ze zijn gedaan en geaccepteerd (aanvaard) met de verwachting (het vooruitzicht) dat daardoor personen die recht hebben op een legitieme portie (legitimarissen) financieel nadeel (benadeeld) zullen ondervinden.
b. giften die de erflater gedurende zijn leven te allen tijde had kunnen herroepen of die hij bij de gift voor inkorting vatbaar heeft verklaard;
Dit betreft schenkingen die de overledene (erflater) tijdens zijn leven op elk moment (te allen tijde) had kunnen terugdraaien (herroepen), of schenkingen waarvan de erflater bij het doen van de gift heeft aangegeven dat deze verminderd (inkorting vatbaar) kunnen worden.
c. giften van een voordeel, bestemd om pas na zijn overlijden ten volle te worden genoten;
Dit betreft schenkingen van een voordeel dat bedoeld (bestemd) is om pas na het overlijden van de erflater volledig (ten volle) genoten te worden door de ontvanger.
d. giften, door de erflater aan een afstammeling gedaan, mits deze of een afstammeling van hem legitimaris van de erflater is;
Dit betreft schenkingen die de overledene (erflater) heeft gedaan aan een kind of kleinkind (afstammeling), op voorwaarde dat (mits) deze afstammeling zelf, of een kind of kleinkind van deze afstammeling, een legitimaris is van de erflater.
e. andere giften, voor zover de prestatie binnen vijf jaren voor zijn overlijden is geschied.
Dit betreft andere schenkingen, voor zover de daadwerkelijke overdracht of uitvoering (prestatie) van de gift heeft plaatsgevonden (is geschied) binnen vijf jaar vóór het overlijden van de erflater.