Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 10. Verhaalsrecht op goederen
Afdeling 3. Bevoorrechte vorderingen op alle goederen
Artikel 288

Artikel 288 (Bevoorrechte vorderingen op alle goederen)

Laatste versie

De bevoorrechte vorderingen op alle goederen zijn de vorderingen ter zake van: a. de kosten van de aanvraag tot faillietverklaring, doch alleen ter zake van het faillissement dat op de aanvraag is uitgesproken, alsmede van de kosten, door een schuldeiser gemaakt, ter verkrijging van vereffening buiten faillissement; b. de kosten van lijkbezorging, voor zover zij in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene; c. hetgeen een werknemer, een gewezen werknemer en hun nabestaanden ter zake van reeds vervallen termijnen van pensioen van de werkgever te vorderen hebben, voor zover de vordering niet ouder is dan een jaar; d. hetgeen waarop een werknemer, niet zijnde een bestuurder van de rechtspersoon bij wie hij in dienst is, een gewezen werknemer en hun nabestaanden ter zake van in de toekomst tot uitkering komende termijnen van pensioen jegens de werkgever recht hebben; e. al hetgeen een werknemer over het lopende en het voorafgaande kalenderjaar in geld op grond van de arbeidsovereenkomst van zijn werkgever te vorderen heeft, alsmede de bedragen door de werkgever aan de werknemer in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst verschuldigd uit hoofde van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek betreffende de arbeidsovereenkomst; f. de verschuldigde uitkeringen tot voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarige kinderen en in de kosten van levensonderhoud en studie van meerderjarige kinderen die de leeftijd van een en twintig jaren niet hebben bereikt.

Uitleg in duidelijke taal

De bevoorrechte vorderingen op alle goederen zijn de vorderingen ter zake van:

Dit betekent letterlijk dat de vorderingen die een voorrangspositie (bevoorrecht) hebben op alle goederen van een schuldenaar, betrekking hebben op (ter zake van) de hierna genoemde zaken:

a. de kosten van de aanvraag tot faillietverklaring, doch alleen ter zake van het faillissement dat op de aanvraag is uitgesproken, alsmede van de kosten, door een schuldeiser gemaakt, ter verkrijging van vereffening buiten faillissement;

Dit betreft letterlijk de kosten die zijn gemaakt voor het indienen van een aanvraag tot faillietverklaring. Deze voorrang geldt echter alleen voor het faillissement dat daadwerkelijk is uitgesproken als gevolg van die specifieke aanvraag. Daarnaast vallen hieronder ook de kosten die een schuldeiser heeft gemaakt om een afwikkeling van schulden (vereffening) te realiseren zonder dat er sprake is van een faillissement.

b. de kosten van lijkbezorging, voor zover zij in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene;

Dit zijn letterlijk de kosten die gemaakt worden voor de begrafenis of crematie (lijkbezorging). Deze kosten zijn bevoorrecht op voorwaarde dat ze passen bij de financiële en sociale situatie (omstandigheden) van de overleden persoon.

c. hetgeen een werknemer, een gewezen werknemer en hun nabestaanden ter zake van reeds vervallen termijnen van pensioen van de werkgever te vorderen hebben, voor zover de vordering niet ouder is dan een jaar;

Dit betreft letterlijk de bedragen die een huidige werknemer, een voormalige (gewezen) werknemer en hun nabestaanden nog van de werkgever tegoed hebben (te vorderen hebben) met betrekking tot pensioenuitkeringen (termijnen van pensioen) die al betaald hadden moeten zijn (reeds vervallen). Deze bevoorrechte positie geldt alleen als de vordering niet ouder is dan één jaar.

d. hetgeen waarop een werknemer, niet zijnde een bestuurder van de rechtspersoon bij wie hij in dienst is, een gewezen werknemer en hun nabestaanden ter zake van in de toekomst tot uitkering komende termijnen van pensioen jegens de werkgever recht hebben;

Dit gaat letterlijk om de bedragen waarop een huidige werknemer (die geen bestuurder is van de rechtspersoon waarvoor hij werkt), een voormalige (gewezen) werknemer en hun nabestaanden recht hebben van de werkgever met betrekking tot pensioenuitkeringen (termijnen van pensioen) die in de toekomst betaald zullen worden (in de toekomst tot uitkering komende).

e. al hetgeen een werknemer over het lopende en het voorafgaande kalenderjaar in geld op grond van de arbeidsovereenkomst van zijn werkgever te vorderen heeft, alsmede de bedragen door de werkgever aan de werknemer in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst verschuldigd uit hoofde van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek betreffende de arbeidsovereenkomst.

Dit omvat letterlijk al het geld dat een werknemer nog van zijn werkgever te vorderen heeft op basis van de arbeidsovereenkomst, over het huidige (lopende) kalenderjaar en het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Hieronder vallen ook de bedragen die de werkgever verschuldigd is aan de werknemer in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, zoals bepaald in de regels van het Burgerlijk Wetboek die over de arbeidsovereenkomst gaan.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

3 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:752 - Conclusie P-G: Rente en verhoging op loon en boedelschulden in faillissement - 4 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:7524 juli 2025Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak

De Procureur-Generaal adviseert dat de boedel wettelijke rente en wettelijke verhoging verschuldigd zijn over niet-tijdig betaald loon dat als boedelschuld kwalificeert. De curator moet, als goed werkgever, werknemers actief informeren over deze aanspraken. De loongarantieregeling van het UWV doet hier niet aan af.

Civiel RechtInsolventierecht, Arbeidsrecht, Verbintenissenrecht
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba

ECLI:NL:OGHACMB:2025:213 - Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba - 27 augustus 2025

ECLI:NL:OGHACMB:2025:21327 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtErfrecht, Personen en Familierecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Goederenrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4823 - Renvooiprocedure: Betwiste loonvorderingen van werknemer in faillissement werkgever alsnog erkend - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:482327 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

In een renvooiprocedure oordeelt de rechtbank dat de vorderingen van een werknemer voor achterstallig loon en pensioenpremies correct ter verificatie zijn ingediend. De verweren van een medeschuldeiser betreffende te late indiening, verjaring en het ontstaan van de vordering tijdens faillissement worden verworpen en de preferente vorderingen worden erkend.

Civiel RechtInsolventierecht, Arbeidsrecht