Terug naar bibliotheek
Boek 10. Internationaal privaatrecht
Titel 5. Afstamming
Afdeling 5. Erkenning van buitenslands tot stand gekomen rechterlijke beslissingen en rechtsfeiten
Artikel 101

Artikel 101

Laatste versie

1. Artikel 100 leden 1, onder b en c, 2 en 3 van dit Boek is van overeenkomstige toepassing op buitenslands tot stand gekomen rechtsfeiten of rechtshandelingen waarbij familierechtelijke betrekkingen zijn vastgesteld of gewijzigd, welke zijn neergelegd in een door een bevoegde instantie overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte.

2. De weigeringsgrond, bedoeld in artikel 100 lid 1, onderdeel c, van dit Boek doet zich met betrekking tot de erkenning in elk geval voor

a. indien deze is verricht door een Nederlander die naar Nederlands recht niet bevoegd zou zijn het kind te erkennen; b. indien, wat de toestemming van de moeder of het kind betreft, niet is voldaan aan de vereisten van het recht dat ingevolge artikel 95 lid 3, van dit Boek toepasselijk is, of c. indien de akte kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.

3. De voorgaande leden laten de toepassing van de in artikel 98 lid 1, van dit Boek genoemde Overeenkomst onverlet.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:942 - Erkenning kind uit bigaam huwelijk en gevolgen voor Nederlanderschap - 18 mei 2017

ECLI:NL:HR:2017:94218 mei 2017Dit wetsartikel wordt 18 keer genoemd in deze uitspraak

Een familierechtelijke betrekking voortvloeiend uit een ten tijde van de geboorte bigaam huwelijk wordt niet erkend voor de verkrijging van het Nederlanderschap. Dat het huwelijk later monogaam wordt, verandert hier niets aan, omdat het moment van geboorte beslissend is.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:2036 - Buitenlandse erkenning en verkrijging Nederlanderschap: bezit van staat, bekrachtiging en wettiging - 19 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:203619 december 2019Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak

Een naar destijds geldend recht nietige buitenlandse erkenning leidt niet tot verkrijging van het Nederlanderschap. Dit verandert niet door een mogelijke strijd met art. 8 EVRM. Wel kunnen bezit van staat, bekrachtiging of een latere wettiging alsnog tot het Nederlanderschap leiden.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:59 - Erkenningsverbod gehuwde man en recht op privéleven: geen automatisme voor Nederlanderschap - 18 januari 2018

ECLI:NL:HR:2018:5918 januari 2018Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een absoluut wettelijk verbod voor een gehuwde man om zijn kind te erkennen is een ontoelaatbare inbreuk op het recht op privéleven (art. 8 EVRM). Dit leidt er echter niet toe dat een oude, buitenlandse erkenning alsnog met terugwerkende kracht het Nederlanderschap verleent.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen en Familierecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:685 - Hoge Raad beantwoordt geen vragen over draagmoederschap en wacht op wetgever - 12 mei 2022

ECLI:NL:HR:2022:68512 mei 2022Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad onthoudt zich van het beantwoorden van prejudiciële vragen over de erkenning van ouderschap na internationaal draagmoederschap. Aangezien er wetgeving in voorbereiding is, zou beantwoording de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaan. De feitenrechter krijgt een voorlopige handreiking.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Internationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:293 - Erkenning buitenlandse familierechtelijke betrekking voor verkrijging Nederlanderschap bij geboorte - 18 februari 2016

ECLI:NL:HR:2016:29318 februari 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een in het buitenland bij geboorte van rechtswege ontstane familierechtelijke betrekking kan voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit worden erkend, ook zonder formele akte. Voldoende is dat het bestaan van de betrekking met zekerheid vaststaat en niet strijdig is met de openbare orde.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen en Familierecht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1721 - Iraanse Huwelijkse Voorwaarden Getoetst aan de Nederlandse Openbare Orde - 18 november 2021

ECLI:NL:HR:2021:172118 november 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bepalingen in naar vreemd recht gesloten huwelijkse voorwaarden kunnen buiten toepassing worden gelaten als de toepassing ervan kennelijk onverenigbaar is met de Nederlandse openbare orde. Dit treft alleen de strijdige bepalingen, niet de gehele overeenkomst, en vereist een beoordeling van de concrete omstandigheden.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2377 - Erkenning buitenlands kind door gehuwde man: nationaliteit beoordeeld ex tunc - 20 december 2018

ECLI:NL:HR:2018:237720 december 2018Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De erkenning van een buitenlandse rechtshandeling wordt getoetst aan de actuele openbare orde (ex nunc), maar de verkrijging van het Nederlanderschap als gevolg daarvan wordt beoordeeld naar het recht dat gold op het moment van die rechtshandeling (ex tunc) vanwege de rechtszekerheid.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen en Familierecht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:11205 - Rechtbank Den Haag - 4 juli 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:112054 juli 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:4988 - Rechtbank Den Haag - 8 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:49888 april 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:27 - Verkrijging Nederlanderschap na buitenlandse erkenning door gehuwde man - 12 januari 2023

ECLI:NL:HR:2023:2712 januari 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de verkrijging van het Nederlanderschap door een buitenlandse erkenning, moet de erkenning worden getoetst aan de Nederlandse wet op het moment van de erkenning. Als een gehuwde man erkent, moet de rechter onderzoeken of de erkenning naar oud recht (art. 1:204 lid 1 sub e BW) geldig was.