Artikel 101
1. Artikel 100 leden 1, onder b en c, 2 en 3 van dit Boek is van overeenkomstige toepassing op buitenslands tot stand gekomen rechtsfeiten of rechtshandelingen waarbij familierechtelijke betrekkingen zijn vastgesteld of gewijzigd, welke zijn neergelegd in een door een bevoegde instantie overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte.
2. De weigeringsgrond, bedoeld in artikel 100 lid 1, onderdeel c, van dit Boek doet zich met betrekking tot de erkenning in elk geval voor
a. indien deze is verricht door een Nederlander die naar Nederlands recht niet bevoegd zou zijn het kind te erkennen; b. indien, wat de toestemming van de moeder of het kind betreft, niet is voldaan aan de vereisten van het recht dat ingevolge artikel 95 lid 3, van dit Boek toepasselijk is, of c. indien de akte kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.
3. De voorgaande leden laten de toepassing van de in artikel 98 lid 1, van dit Boek genoemde Overeenkomst onverlet.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:942 - Erkenning kind uit bigaam huwelijk en gevolgen voor Nederlanderschap - 18 mei 2017
Een familierechtelijke betrekking voortvloeiend uit een ten tijde van de geboorte bigaam huwelijk wordt niet erkend voor de verkrijging van het Nederlanderschap. Dat het huwelijk later monogaam wordt, verandert hier niets aan, omdat het moment van geboorte beslissend is.
ECLI:NL:HR:2019:2036 - Buitenlandse erkenning en verkrijging Nederlanderschap: bezit van staat, bekrachtiging en wettiging - 19 december 2019
Een naar destijds geldend recht nietige buitenlandse erkenning leidt niet tot verkrijging van het Nederlanderschap. Dit verandert niet door een mogelijke strijd met art. 8 EVRM. Wel kunnen bezit van staat, bekrachtiging of een latere wettiging alsnog tot het Nederlanderschap leiden.
ECLI:NL:HR:2018:59 - Erkenningsverbod gehuwde man en recht op privéleven: geen automatisme voor Nederlanderschap - 18 januari 2018
Een absoluut wettelijk verbod voor een gehuwde man om zijn kind te erkennen is een ontoelaatbare inbreuk op het recht op privéleven (art. 8 EVRM). Dit leidt er echter niet toe dat een oude, buitenlandse erkenning alsnog met terugwerkende kracht het Nederlanderschap verleent.
ECLI:NL:HR:2022:685 - Hoge Raad beantwoordt geen vragen over draagmoederschap en wacht op wetgever - 12 mei 2022
De Hoge Raad onthoudt zich van het beantwoorden van prejudiciële vragen over de erkenning van ouderschap na internationaal draagmoederschap. Aangezien er wetgeving in voorbereiding is, zou beantwoording de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaan. De feitenrechter krijgt een voorlopige handreiking.
ECLI:NL:HR:2016:293 - Erkenning buitenlandse familierechtelijke betrekking voor verkrijging Nederlanderschap bij geboorte - 18 februari 2016
Een in het buitenland bij geboorte van rechtswege ontstane familierechtelijke betrekking kan voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit worden erkend, ook zonder formele akte. Voldoende is dat het bestaan van de betrekking met zekerheid vaststaat en niet strijdig is met de openbare orde.
ECLI:NL:HR:2021:1721 - Iraanse Huwelijkse Voorwaarden Getoetst aan de Nederlandse Openbare Orde - 18 november 2021
Bepalingen in naar vreemd recht gesloten huwelijkse voorwaarden kunnen buiten toepassing worden gelaten als de toepassing ervan kennelijk onverenigbaar is met de Nederlandse openbare orde. Dit treft alleen de strijdige bepalingen, niet de gehele overeenkomst, en vereist een beoordeling van de concrete omstandigheden.
ECLI:NL:HR:2018:2377 - Erkenning buitenlands kind door gehuwde man: nationaliteit beoordeeld ex tunc - 20 december 2018
De erkenning van een buitenlandse rechtshandeling wordt getoetst aan de actuele openbare orde (ex nunc), maar de verkrijging van het Nederlanderschap als gevolg daarvan wordt beoordeeld naar het recht dat gold op het moment van die rechtshandeling (ex tunc) vanwege de rechtszekerheid.
ECLI:NL:RBDHA:2024:11205 - Rechtbank Den Haag - 4 juli 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:4988 - Rechtbank Den Haag - 8 april 2024
ECLI:NL:HR:2023:27 - Verkrijging Nederlanderschap na buitenlandse erkenning door gehuwde man - 12 januari 2023
Voor de verkrijging van het Nederlanderschap door een buitenlandse erkenning, moet de erkenning worden getoetst aan de Nederlandse wet op het moment van de erkenning. Als een gehuwde man erkent, moet de rechter onderzoeken of de erkenning naar oud recht (art. 1:204 lid 1 sub e BW) geldig was.