Terug naar bibliotheek
Boek 1. Personen- en familierecht
Titel 4. Burgerlijke stand
Afdeling 11. De verklaring voor recht omtrent de rechtsgeldigheid in Nederland van een buitenlandse akte of uitspraak
Artikel 26

Artikel 26 (Verklaring voor recht buitenlandse akte/uitspraak)

Laatste versie

1. Een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, kan de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.

2. De in het eerste lid bedoelde verklaring voor recht kan eveneens op verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand of van het openbaar ministerie worden afgegeven.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, kan de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.

Dit betekent letterlijk dat een ieder die een gerechtvaardigd belang heeft, de rechtbank kan verzoeken om een verklaring voor recht af te geven. Deze verklaring voor recht bevestigt dan dat een akte of uitspraak die op deze persoon betrekking heeft en buiten Nederland is opgemaakt of gedaan, voldoet aan twee voorwaarden:

  1. de akte of uitspraak is opgemaakt of gedaan door een bevoegde instantie, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften; en
  2. de akte of uitspraak is naar zijn aard geschikt (vatbaar) voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.

2. De in het eerste lid bedoelde verklaring voor recht kan eveneens op verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand of van het openbaar ministerie worden afgegeven.

Dit betekent letterlijk dat de verklaring voor recht die in het eerste lid wordt genoemd, ook kan worden afgegeven als de ambtenaar van de burgerlijke stand of het openbaar ministerie daarom verzoekt.