Artikel 26 (Verklaring voor recht buitenlandse akte/uitspraak)
1. Een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, kan de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.
2. De in het eerste lid bedoelde verklaring voor recht kan eveneens op verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand of van het openbaar ministerie worden afgegeven.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, kan de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.
- de akte of uitspraak is opgemaakt of gedaan door een bevoegde instantie, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften; en
- de akte of uitspraak is naar zijn aard geschikt (vatbaar) voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.
2. De in het eerste lid bedoelde verklaring voor recht kan eveneens op verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand of van het openbaar ministerie worden afgegeven.
Dit betekent letterlijk dat de verklaring voor recht die in het eerste lid wordt genoemd, ook kan worden afgegeven als de ambtenaar van de burgerlijke stand of het openbaar ministerie daarom verzoekt.