Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Opneming
§ 1. Voorlopige machtiging
Artikel 10

Artikel 10

Laatste versie

1. De beschikking van de rechter is bij voorraad uitvoerbaar. De voorlopige machtiging kan niet meer ten uitvoer worden gelegd wanneer meer dan twee weken na haar dagtekening zijn verlopen.

2. Indien in de eerste week na de dagtekening van de voorlopige machtiging, niet zijnde een machtiging in een geval als bedoeld in artikel 3, door de daarvoor in aanmerking komende psychiatrische ziekenhuizen nog niet tot opneming is overgegaan, kan de officier van justitie, na overleg met de inspecteur, een van de bovenbedoelde ziekenhuizen bevelen de betrokkene op te nemen. Hij legt zodanige verplichting niet op dan nadat hij de geneesheer-directeur van het desbetreffende ziekenhuis heeft gehoord. Het desbetreffende ziekenhuis is verplicht de betrokkene op te nemen.

3. Bij de opneming van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis wordt een afschrift van de in artikel 5 bedoelde geneeskundige verklaring aan het ziekenhuis overgelegd.

4. De voorlopige machtiging heeft een geldigheidsduur van ten hoogste zes maanden na haar dagtekening, onverminderd het bepaalde in de artikelen 48 en 49.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:814 - Beveiliging bij psychiatrisch onderzoek en opschortende voorwaarde bij Bopz-machtiging - 23 mei 2019

ECLI:NL:HR:2019:81423 mei 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat beveiliging bij een psychiatrisch onderzoek voor een Bopz-machtiging is toegestaan indien dit uit veiligheidsoogpunt noodzakelijk is. Een machtiging kan onder de opschortende voorwaarde van beëindiging van detentie worden verleend, maar de wettelijke executietermijn van twee weken start direct.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Personen en Familierecht
StrafrechtPenitentiair Strafrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:BA3535 - Hoge Raad - 7 juni 2007

ECLI:NL:HR:2007:BA35357 juni 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2010:BO2880 - Hoge Raad - 9 december 2010

ECLI:NL:HR:2010:BO28809 december 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB0384 - Hoge Raad - 1 maart 2001

ECLI:NL:HR:2001:AB03841 maart 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2000:AA5409 - Hoge Raad - 6 april 2000

ECLI:NL:HR:2000:AA54096 april 2000Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AN8082 - Hoge Raad - 8 januari 2004

ECLI:NL:HR:2004:AN80828 januari 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:1871 - Ingangsdatum machtiging Wzd bij detentie stuit op harde vierwekentermijn - 15 december 2022

ECLI:NL:HR:2022:187115 december 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf onder de Wzd kan weliswaar onder de opschortende voorwaarde van beëindiging van detentie worden verleend, maar moet volgens de Hoge Raad conform art. 39 lid 7 Wzd altijd binnen vier weken na de dagtekening ten uitvoer worden gelegd.