Terug naar bibliotheek
BinnenvaartpolitiereglementBijlage 15. Kleine schepen

Bijlage 15. Kleine schepen

Laatste versie

Bijlage 15: Kleine schepen

a. De vaarwegen, bedoeld in artikel 9.04, eerste lid, zijn:

1. de vaarweg ten westen van de Noordzeesluizen te IJmuiden, met inbegrip van de daaraan gelegen havens; 2. het Noordzeekanaal; 3. de Noord; 4. de Oude Maas; 5. de Dordtsche Kil; 6. het Kanaal door Zuid-Beveland; 7. het Brabantsche Vaarwater; 8. de Witte Tonnen Vlije; 9. de Schelde-Rijnverbinding; 10. het Kanaal van Sint Andries; 11. de Boven-Merwede; 12. de Beneden-Merwede; 13. de Gekanaliseerde Maas van Maastricht (kmr 12,000) tot Borgharen; 14. het Julianakanaal; 15. de Waal; 16. de Boven-Rijn; 17. het Pannerdensch Kanaal; 18. de Neder-Rijn tot kmr 886; 19. de Geldersche IJssel vanaf de IJsselkop tot aan de monding van het Twenthekanaal; 20. het Amsterdam-Rijnkanaal; 21. het Lekkanaal; 22. het betonde vaarwater van het Buiten-IJ; 23. het Afgesloten-IJ; 24. de Nieuwe Maas; 24a. het Scheur; 25. de Nieuwe Waterweg; 26. de Maasmond; 27. het Calandkanaal; 28. het Beerkanaal; 29. de Koningshaven; 30. het Zuiddiepje; 31. het betonde hoofdvaarwater van de Nieuwe Merwede; 32. het betonde hoofdvaarwater van het Hollandsch Diep; 33. de Veerhaven te Terneuzen; 34. het Prinses Margrietkanaal; 35. het Van Starkenborghkanaal; 36. het Eemskanaal.

b. de vaarwegen, bedoeld in artikel 9.04, zesde lid, zijn:

1. het Noordzeekanaal en de zijkanalen daarvan met inbegrip van de Voorzaan noordwaarts tot aan de Zaansluizen en het IJ, alsmede de havens aan deze vaarwegen; 2. de Maasmond, de Nieuwe Waterweg, het Scheur, de Nieuwe Maas, het Beerkanaal, het Calandkanaal, het Hartelkanaal en het Yangtzekanaal, alsmede de havens aan deze vaarwegen; 3. de Noord, de Oude Maas, de Dordtsche Kil, daarop aansluitend de vaarweg naar het Industrie- en Havenschap Moerdijk, alsmede de havens aan deze vaarwegen en de haven van dat Industrie- en Havenschap; 4. de vaarweg tussen de zee en de haven van Den Helder, alsmede deze haven; 5. de vaarwegen tussen de zee en de havens aan de Waddenzee, alsmede deze havens, niet zijnde voorhavens van sluizen; 6. de havens van Termunten, van Delfzijl, van de gemeente Eemsmond (Eemshaven) en van Scheveningen; 7. de havens en voorhavens die met de Westerschelde in open verbinding staan; 8. de Boven-Merwede; 9. de Beneden-Merwede; 10. de Nieuwe Merwede; 11. het betonde vaarwater van het Hollandsch Diep; 12. het Volkerak; 13. het Zuid-Vlije; 14. de Krammer; 15. het Mastgat; 16. het Keeten; 17. de Oosterschelde; 18. het Amsterdam-Rijnkanaal; 19. het Lekkanaal; 20. het Prinses Margrietkanaal; 21. het Van Starkenborghkanaal; 22. het Eemskanaal.