Artikel 5
1. Overtreding van de tot de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, behorende Voorschriften 2, onder a, 5 tot en met 7, 8 onder a, b en d tot en met f, 9, 10 onder b tot en met j, 12 onder a, 13 onder a, c en d, 14 onder a en c, 15 tot en met 18, 19 onder b tot en met e, 22 tot en met 24, 25 onder a en c tot en met e, 26 onder a tot en met c en e, 27 onder a tot en met f, 29, 30 onder a, c en d, 31, 33, 34, 35 onder a tot en met j, 36 en 37, is een strafbaar feit.
2. Onze Minister maakt de wijzigingen in de tot de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, behorende voorschriften, die gevolgen hebben voor de strafbaarheid ingevolge het eerste lid, bekend in de Staatscourant.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:GHAMS:2023:3707 - Gerechtshof Amsterdam - 7 december 2023
ECLI:NL:HR:2015:135 - Strafbaarheid buitenlands schip op Continentaal Plat bij bijna-aanvaring met installatie - 26 januari 2015
De Nederlandse strafwet is niet van toepassing op een buitenlands schip dat op het Nederlands deel van het Continentaal Plat de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen overtreedt. De Wet installaties Noordzee creëert geen strafbaarheid als de overtreden voorschriften zelf niet van toepassing zijn.