Terug naar bibliotheek
§ 3. Vergoedingen voor reis- en verblijfkosten
Artikel 11

Artikel 11

Laatste versie

1. Het tarief voor vergoedingen wegens reis- en verblijfkosten als bedoeld in artikel 6 van de wet bedraagt, indien deze vergoedingen worden verstrekt aan:

a. personen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, € 3,78 per retourkilometer; b. personen als bedoeld in artikel 8, derde lid, ten minste € 0,77 per kilometer; c. personen aan wie op grond van artikel 3, derde lid, sub c, d of e, van de wet, geen vergoeding wegens tijdverzuim toekomt, het tarief, dat is overeengekomen voor de vergoeding van reis- en verblijfskosten in het binnenland in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn; d. personen aan wie werkzaamheden zijn opgedragen die niet van wetenschappelijke of bijzondere aard zijn, aan getuigen, aan voogden die wegens een strafzaak tegen een onder hun gezag staande minderjarige ingevolge het Wetboek van Strafvordering moeten worden opgeroepen, aan curatoren, bij toepassing van artikel 509d van dat Wetboek, en aan noodzakelijke geleiders van personen als hiervoor bedoeld, van personen aan wie werkzaamheden zijn opgedragen, van verdachten en van gerekwestreerden, een tarief waarvan de hoogte gelijk is aan de reiskosten per openbaar middel van vervoer, laagste klasse dan wel een kilometervergoeding van € 0,28 per kilometer indien openbaar vervoer niet of niet voldoende mogelijk is, alsmede verblijfkosten tot ten hoogste € 37,85 per dag, met inbegrip van overnachting; het tarief voor de vergoeding van het gebruik van een eigen auto bedraagt ten hoogste  € 0,28 per kilometer.

2. Het aantal kilometers, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, wordt berekend naar de kortste reisroute.

3. Voor het gebruik van een bijzonder middel van vervoer in de gevallen, bedoeld in artikel 7 van de wet, wordt een vergoeding verstrekt, berekend naar de werkelijke kosten.

4. Vergoeding voor reis- en verblijfkosten wordt niet meer dan eenmaal toegekend, ook al wordt de reis gemaakt ten behoeve van verschillende zaken.

Gerelateerde rechtspraak

Raad van State15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:951 - Raad van State - 5 maart 2024

ECLI:NL:RVS:2024:9515 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2024:2093 - Rechtbank Oost-Brabant - 15 mei 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:209315 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2024:1575 - Rechtbank Noord-Nederland - 19 maart 2024

ECLI:NL:RBNNE:2024:157519 maart 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:574 - Hoge Raad - 13 april 2023

ECLI:NL:HR:2023:57413 april 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2024:2057 - Centrale Raad van Beroep - 29 oktober 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:205729 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:3461 - Rechtbank Midden-Nederland - 13 juni 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:346113 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:2602 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 16 april 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:260216 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:398 - Rechtbank Gelderland - 25 januari 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:39825 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:GHDHA:2024:1777 - Gerechtshof Den Haag - 10 juli 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:177710 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:4942 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 17 juli 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:494217 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak