Terug naar bibliotheek
Beleidsregel veiligheidsonderzoeken DefensieArtikel 2

Artikel 2

Laatste versie

1. Het weigeren van een verklaring als bedoeld in artikel 8 van de wet en het intrekken van een verklaring als bedoeld in artikel 10 van de wet vindt in de regel plaats indien het naar betrokkene ingestelde veiligheidsonderzoek gegevens heeft opgeleverd betreffende het feit dat betrokkene is veroordeeld voor het plegen van, dan wel deelnemen aan, dan wel een transactie heeft aanvaard dan wel jegens hem/haar een strafbeschikking is opgelegd voor:

a. een strafbaar feit als omschreven in artikel 13, tweede lid, van de Opiumwet; b. een strafbaar feit als omschreven in titel XIV, tweede boek, met uitzondering van de artikelen 239 en 240, van het Wetboek van Strafrecht; c. een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een mogelijke gevangenisstraf van drie jaar of meer is gesteld, met uitzondering van het misdrijf als bedoeld in artikel 300, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht; d. een of meer misdrijven, indien de vertrouwensfunctie wordt vervuld bij de Koninklijke Marechaussee.

2. Het weigeren van een verklaring als bedoeld in het eerste lid vindt eveneens plaats indien betrokkene wordt verdacht van een van de daar gestelde strafbare feiten.

3. Bij de beoordeling van de in het eerste lid genoemde strafbare feiten wordt rekening gehouden met:

a. de aard van het gegeven; b. de pleegdatum van het strafbare feit; c. de zwaarte van de opgelegde straf of maatregel; d. de leeftijd van betrokkene ten tijde van de pleegdatum van het strafbare feit.

4. Indien het ingestelde veiligheidsonderzoek andere justitiële gegevens van betrokkene heeft opgeleverd dan genoemd in het eerste lid, wordt bij de beoordeling of een verklaring moet worden geweigerd of ingetrokken rekening gehouden met:

a. de in het derde lid genoemde factoren; b. de relatie van de justitiële en strafvorderlijke gegevens tot de specifieke (te vervullen) vertrouwensfunctie(s); c. de zienswijze van de commandant, in het geval betrokkene reeds een functie bij het Ministerie van Defensie vervult.

5. Justitiële gegevens van de partner als bedoeld in het eerste en vierde lid, kunnen ook bij het veiligheidsonderzoek van betrokkene in beschouwing worden genomen. Het vierde lid is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Details

[Regeling vervallen per 01-03-2018]

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden