Artikel 8:80b (Modaliteiten tussenuitspraak en voorlopige voorziening)
1. De bestuursrechter kan de tussenuitspraak ook doen voordat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting van de bestuursrechter te verschijnen.
2. De bestuursrechter kan de tussenuitspraak ook mondeling doen. Artikel 8:67, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. De bestuursrechter kan zo nodig een voorlopige voorziening treffen. In dat geval bepaalt hij wanneer de voorlopige voorziening vervalt.
4. De voorlopige voorziening als bedoeld in het derde lid, vervalt in ieder geval zodra:
a. het beroep is ingetrokken; of b. de bestuursrechter uitspraak als bedoeld in artikel 8:66, eerste lid, heeft gedaan, tenzij bij die uitspraak een ander tijdstip is bepaald.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bestuursrechter kan de tussenuitspraak ook doen voordat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting van de bestuursrechter te verschijnen.
Dit betekent letterlijk dat de bestuursrechter de bevoegdheid heeft om een tussenuitspraak te doen, zelfs alvorens de betrokken partijen een uitnodiging hebben ontvangen om voor de bestuursrechter te verschijnen tijdens een zitting.
2. De bestuursrechter kan de tussenuitspraak ook mondeling doen. Artikel 8:67, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent letterlijk dat de bestuursrechter de mogelijkheid heeft om de tussenuitspraak mondeling te doen. De bepalingen zoals vastgelegd in artikel 8:67, leden twee tot en met vijf, zijn hierbij op een vergelijkbare wijze van toepassing.
3. De bestuursrechter kan zo nodig een voorlopige voorziening treffen. In dat geval bepaalt hij wanneer de voorlopige voorziening vervalt.
Dit betekent letterlijk dat de bestuursrechter, indien dit noodzakelijk wordt geacht (zo nodig), een voorlopige voorziening kan treffen. Wanneer dit gebeurt, stelt de bestuursrechter tevens vast op welk moment deze voorlopige voorziening haar geldigheid verliest (vervalt).
4. De voorlopige voorziening als bedoeld in het derde lid, vervalt in ieder geval zodra:
Dit betekent letterlijk dat de voorlopige voorziening, zoals genoemd in het derde lid, hoe dan ook komt te vervallen op het moment dat:
a. het beroep is ingetrokken; of
Dit betekent letterlijk: het beroep door de indiener is teruggenomen (ingetrokken); of
b. de bestuursrechter uitspraak als bedoeld in artikel 8:66, eerste lid, heeft gedaan, tenzij bij die uitspraak een ander tijdstip is bepaald.
Dit betekent letterlijk: de bestuursrechter een uitspraak heeft gedaan zoals omschreven in artikel 8:66, eerste lid, behalve als in die specifieke uitspraak een afwijkend tijdstip voor het vervallen van de voorziening is vastgesteld.