Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
Titel 8.2. Behandeling van het beroep in eerste aanleg
Afdeling 8.2.6. Uitspraak
Artikel 8:72a

Artikel 8:72a (Bestuursrechter beslist boete na vernietiging)

Laatste versie

Indien de bestuursrechter een beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete vernietigt, neemt hij een beslissing omtrent het opleggen van de boete en bepaalt hij dat zijn uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde beschikking.

Uitleg in duidelijke taal

Indien de bestuursrechter een beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete vernietigt, neemt hij een beslissing omtrent het opleggen van de boete en bepaalt hij dat zijn uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde beschikking.

Dit betekent dat als de bestuursrechter een beschikking (een besluit) waarin een bestuurlijke boete wordt opgelegd, ongeldig verklaart (vernietigt), de bestuursrechter zelf een nieuwe beslissing neemt omtrent het opleggen van de boete. Verder bepaalt de bestuursrechter dat zijn uitspraak wat betreft de boete de plaats inneemt van de vernietigde beschikking.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:7115 - Rechtbank Gelderland - 20 oktober 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:711520 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:5948 - Rechtbank Limburg - 2 september 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:59482 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3537 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 5 juni 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:35375 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:642 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 29 januari 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:64229 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:6102 - Rechtbank Rotterdam - 19 juni 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:610219 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2024:162 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 11 maart 2024

ECLI:NL:CBB:2024:16211 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:391 - Rechtbank Rotterdam - 24 januari 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:39124 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBROT:2024:390 - Rechtbank Rotterdam - 24 januari 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:39024 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:5342 - Rechtbank Amsterdam - 26 augustus 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:534226 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:12481 - Rechtbank Den Haag - 18 juli 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1248118 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak