Artikel 8:51a (Bestuurlijke lus herstel gebrek besluit)
1. De bestuursrechter kan het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. De vorige volzin vindt geen toepassing, indien belanghebbenden die niet als partij aan het geding deelnemen daardoor onevenredig kunnen worden benadeeld.
2. De bestuursrechter bepaalt de termijn waarbinnen het bestuursorgaan het gebrek kan herstellen. Hij kan deze termijn verlengen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De bestuursrechter kan het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. De vorige volzin vindt geen toepassing, indien belanghebbenden die niet als partij aan het geding deelnemen daardoor onevenredig kunnen worden benadeeld.
Dit betekent dat de bestuursrechter aan het bestuursorgaan de kans kan geven om een gebrek in het bestreden besluit zelf te herstellen of door anderen te laten herstellen. De zin hiervoor geldt niet als belanghebbenden die geen partij zijn in het juridische geschil (het geding), hierdoor onevenredig zouden kunnen worden benadeeld.
2. De bestuursrechter bepaalt de termijn waarbinnen het bestuursorgaan het gebrek kan herstellen. Hij kan deze termijn verlengen.
Dit betekent dat de bestuursrechter de periode (de termijn) vaststelt waarbinnen het bestuursorgaan het gebrek kan herstellen. De bestuursrechter mag deze termijn ook langer maken (verlengen).