Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 5. Handhaving
Titel 5.4. Bestuurlijke boete
Afdeling 5.4.1. Algemene bepalingen
Artikel 5:45

Artikel 5:45 (Vervaltermijn opleggen bestuurlijke boete)

Laatste versie

1. Indien artikel 5:53 van toepassing is, vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vijf jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.

2. In de overige gevallen vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete drie jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.

3. Indien tegen de bestuurlijke boete bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld, wordt de vervaltermijn opgeschort tot onherroepelijk op het bezwaar of beroep is beslist.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien artikel 5:53 van toepassing is, vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vijf jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.

Dit artikelonderdeel specificeert dat wanneer artikel 5:53 van toepassing is, de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt. Deze termijn is vijf jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.

2. In de overige gevallen vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete drie jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.

Voor de overige gevallen, dus wanneer artikel 5:53 niet van toepassing is, bepaalt dit lid dat de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt. Deze termijn is drie jaren nadat de overtreding heeft plaatsgevonden.

3. Indien tegen de bestuurlijke boete bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld, wordt de vervaltermijn opgeschort tot onherroepelijk op het bezwaar of beroep is beslist.

Dit lid stelt dat als er tegen de bestuurlijke boete bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld, de vervaltermijn wordt opgeschort. Deze opschorting duurt tot onherroepelijk op het bezwaar of beroep is beslist.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BN9685 - Vervaltermijn fiscale boete is van openbare orde en moet ambtshalve getoetst worden - 28 april 2011

ECLI:NL:HR:2011:BN968528 april 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter moet ambtshalve toetsen of de termijn voor het opleggen van een fiscale bestuurlijke boete is verstreken. De bevoegdheid tot beboeting vervalt van rechtswege. Een belastingplichtige kan daarom geen rechtsgeldige afstand doen van een beroep op het verstrijken van deze vervaltermijn.

Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:16042 - Rechtbank Den Haag - 12 september 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1604212 september 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6440 - Rechtbank Rotterdam - 11 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:644011 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:2342 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 11 april 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:234211 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:4649 - Rechtbank Overijssel - 29 augustus 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:464929 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:5955 - Rechtbank Rotterdam - 1 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:59551 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2023:12441 - Rechtbank Rotterdam - 21 december 2023

ECLI:NL:RBROT:2023:1244121 december 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BQ7637 - Hoge Raad - 9 juni 2011

ECLI:NL:HR:2011:BQ76379 juni 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak