Artikel 5:37a (Stuiting en verlenging verjaring dwangsom)
1. Een beschikking tot invordering van een dwangsom stuit de verjaring.
2. Indien op de dag waarop de rechtsvordering verjaart een verzoek als bedoeld in artikel 5:37, tweede lid, aanhangig is, wordt de verjaringstermijn verlengd tot onherroepelijk op het verzoek is beslist.
3. Indien op de dag waarop de rechtsvordering verjaart bezwaar, beroep of hoger beroep openstaat of aanhangig is tegen de afwijzing van een verzoek als bedoeld in artikel 5:37, tweede lid, of tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op een zodanig verzoek, wordt de verjaringstermijn verlengd tot:
a. de termijn voor het maken van bezwaar of het instellen van beroep of hoger beroep ongebruikt is verstreken; b. onherroepelijk op het bezwaar, beroep of hoger beroep is beslist; of c. het bestuursorgaan alsnog een beschikking tot invordering van een dwangsom heeft gegeven.
4. Indien op de dag waarop de rechtsvordering verjaart, de beschikking omtrent invordering ingevolge een uitspraak van de voorzieningenrechter is geschorst, wordt de verjaringstermijn verlengd met de duur van de schorsing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een beschikking tot invordering van een dwangsom stuit de verjaring.
Dit betekent dat een besluit (beschikking) van een bestuursorgaan om een reeds opgelegde dwangsom daadwerkelijk te innen (invordering), de lopende verjaringstermijn van de bevoegdheid tot invordering onderbreekt (stuit).
2. Indien op de dag waarop de rechtsvordering verjaart een verzoek als bedoeld in artikel 5:37, tweede lid, aanhangig is, wordt de verjaringstermijn verlengd tot onherroepelijk op het verzoek is beslist.
Dit lid bepaalt dat als er op de dag dat de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de dwangsom te innen (rechtsvordering) zou verjaren, een verzoek tot opschorting, opheffing, of vermindering van de dwangsom (zoals omschreven in artikel 5:37, tweede lid) nog in behandeling is bij het bestuursorgaan of de rechter (aanhangig is), de verjaringstermijn wordt verlengd. Deze verlenging duurt totdat er een definitieve beslissing, waartegen geen rechtsmiddel meer openstaat (onherroepelijk), op dat verzoek is genomen.
3. Indien op de dag waarop de rechtsvordering verjaart bezwaar, beroep of hoger beroep openstaat of aanhangig is tegen de afwijzing van een verzoek als bedoeld in artikel 5:37, tweede lid, of tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op een zodanig verzoek, wordt de verjaringstermijn verlengd tot:
- de afwijzing van een verzoek tot opschorting, opheffing of vermindering van de dwangsom (zoals bedoeld in artikel 5:37, tweede lid),
- of tegen het feit dat het bestuursorgaan niet op tijd een beslissing heeft genomen op een dergelijk verzoek, dan wordt de verjaringstermijn verlengd tot een van de hierna volgende momenten:
a. de termijn voor het maken van bezwaar of het instellen van beroep of hoger beroep ongebruikt is verstreken;
Dit betekent dat de verjaringstermijn wordt verlengd tot het moment dat de periode (termijn) waarbinnen bezwaar gemaakt kon worden, of beroep of hoger beroep ingesteld kon worden, voorbij is gegaan zonder dat van deze mogelijkheden gebruik is gemaakt (ongebruikt is verstreken);
b. onherroepelijk op het bezwaar, beroep of hoger beroep is beslist; of
Dit betekent dat de verjaringstermijn wordt verlengd tot het moment dat er een definitieve beslissing, waartegen geen rechtsmiddel meer openstaat (onherroepelijk), is genomen op het ingediende bezwaar, beroep of hoger beroep; of
c. het bestuursorgaan alsnog een beschikking tot invordering van een dwangsom heeft gegeven.
Dit betekent dat de verjaringstermijn wordt verlengd tot het moment dat het bestuursorgaan, mogelijk na de procedure, alsnog een formele beslissing (beschikking) heeft genomen om de dwangsom daadwerkelijk te innen (invordering).
4. Indien op de dag waarop de rechtsvordering verjaart, de beschikking omtrent invordering ingevolge een uitspraak van de voorzieningenrechter is geschorst, wordt de verjaringstermijn verlengd met de duur van de schorsing.
Dit lid geeft aan dat als op de dag dat de bevoegdheid om de dwangsom te innen (rechtsvordering) zou verjaren, het besluit tot invordering (beschikking omtrent invordering) tijdelijk is opgeschort (geschorst) als gevolg van (ingevolge) een uitspraak van de voorzieningenrechter (een rechter die snelle, voorlopige beslissingen neemt), de verjaringstermijn wordt verlengd. De duur van deze verlenging is gelijk aan de periode waarin de invorderingsbeschikking daadwerkelijk geschorst was.