Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Algemene bepalingen over besluiten
Afdeling 3.6. Bekendmaking en mededeling
Artikel 3:44

Artikel 3:44 (Bekendmaking en mededeling na inspraakprocedure)

Laatste versie

1. Indien bij de voorbereiding van een besluit dat tot een of meer belanghebbenden is gericht toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, wordt kennisgegeven van de terinzagelegging van het besluit en van de op de zaak betrekking hebbende stukken:

a. met overeenkomstige toepassing van de artikelen 3:11 en 3:12, eerste lid, met dien verstande dat de stukken ter inzage liggen totdat de beroepstermijn is verstreken, en b. door toezending van een exemplaar van het besluit aan degenen die over het ontwerp van het besluit zienswijzen naar voren hebben gebracht.

2. Indien bij de voorbereiding van een besluit dat niet tot een of meer belanghebbenden is gericht toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, wordt gelijktijdig met de bekendmaking van het besluit kennisgegeven van de terinzagelegging van de op de zaak betrekking hebbende stukken. Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing.

3. Indien bij de voorbereiding van het besluit toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, kan het bestuursorgaan in afwijking van artikel 3:43, eerste lid:

a. indien de omvang van het besluit daartoe aanleiding geeft, volstaan met een ieder van de daar bedoelde personen de strekking van het besluit mee te delen; b. indien een zienswijze door meer dan vijf personen naar voren is gebracht bij hetzelfde geschrift, volstaan met toezending van een exemplaar aan de vijf personen wier namen en adressen als eerste in dat geschrift zijn vermeld; c. indien een zienswijze naar voren is gebracht door meer dan vijf personen bij hetzelfde geschrift en de omvang van het besluit daartoe aanleiding geeft, volstaan met het meedelen aan de vijf personen wier namen en adressen als eerste in dat geschrift zijn vermeld, van de strekking van het besluit; d. indien toezending zou moeten geschieden aan meer dan 250 personen, die toezending achterwege laten.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien bij de voorbereiding van een besluit dat tot een of meer belanghebbenden is gericht toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, wordt kennisgegeven van de terinzagelegging van het besluit en van de op de zaak betrekking hebbende stukken:

Dit betekent dat als bij de voorbereiding van een besluit dat specifiek gericht is aan één of meer belanghebbenden de procedure van afdeling 3.4 (waarin de inspraakprocedure is geregeld) is gevolgd, het bestuursorgaan openbaar moet maken (kennisgeven) dat het besluit en alle bijbehorende documenten (de op de zaak betrekking hebbende stukken) ter inzage worden gelegd. Dit gebeurt op de volgende wijzen:

a. met overeenkomstige toepassing van de artikelen 3:11 en 3:12, eerste lid, met dien verstande dat de stukken ter inzage liggen totdat de beroepstermijn is verstreken, en

Dit houdt in dat de regels uit artikel 3:11 (over de wijze van terinzagelegging) en artikel 3:12, eerste lid (over de openbare kennisgeving van de terinzagelegging), op een vergelijkbare manier gelden. Hierbij geldt specifiek (met dien verstande dat) dat de documenten beschikbaar moeten zijn voor inzage totdat de termijn om beroep aan te tekenen tegen het besluit voorbij is (verstreken), en

b. door toezending van een exemplaar van het besluit aan degenen die over het ontwerp van het besluit zienswijzen naar voren hebben gebracht.

en ook door een kopie (exemplaar) van het besluit te sturen naar de personen of instanties die tijdens de voorbereidingsprocedure hun mening (zienswijzen) over het concept (ontwerp) van het besluit hebben gegeven (naar voren hebben gebracht).

2. Indien bij de voorbereiding van een besluit dat niet tot een of meer belanghebbenden is gericht toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, wordt gelijktijdig met de bekendmaking van het besluit kennisgegeven van de terinzagelegging van de op de zaak betrekking hebbende stukken. Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing.

Dit betekent dat als bij de voorbereiding van een besluit dat niet specifiek voor één of meer belanghebbenden bedoeld is (zoals een algemene regel) de procedure van afdeling 3.4 is gevolgd, tegelijk met de officiële bekendmaking van dat besluit ook moet worden aangekondigd (kennisgegeven) dat de bijbehorende documenten ter inzage liggen. De regels uit het eerste lid, onderdelen a en b (over de manier van terinzagelegging, de duur ervan en het toesturen aan indieners van zienswijzen), gelden hierbij op een vergelijkbare manier (is van overeenkomstige toepassing).

3. Indien bij de voorbereiding van het besluit toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, kan het bestuursorgaan in afwijking van artikel 3:43, eerste lid:

Dit betekent dat als bij de voorbereiding van het besluit de procedure van afdeling 3.4 is gevolgd, het bestuursorgaan mag afwijken van de standaardregel voor het meedelen van een besluit, zoals beschreven in artikel 3:43, eerste lid. Het bestuursorgaan kan dan het volgende doen:

a. indien de omvang van het besluit daartoe aanleiding geeft, volstaan met een ieder van de daar bedoelde personen de strekking van het besluit mee te delen;

als de grootte of complexiteit (omvang) van het besluit hiervoor een reden is (daartoe aanleiding geeft), mag het bestuursorgaan ervoor kiezen om aan alle betreffende personen (een ieder van de daar bedoelde personen) alleen de hoofdlijnen of de essentie (strekking) van het besluit mee te delen;

b. indien een zienswijze door meer dan vijf personen naar voren is gebracht bij hetzelfde geschrift, volstaan met toezending van een exemplaar aan de vijf personen wier namen en adressen als eerste in dat geschrift zijn vermeld;

als een zienswijze door meer dan vijf personen gezamenlijk is ingediend via één document (hetzelfde geschrift), mag het bestuursorgaan ervoor kiezen een exemplaar van het besluit alleen te sturen naar de eerste vijf personen van wie de namen en adressen in dat document staan genoemd;

c. indien een zienswijze naar voren is gebracht door meer dan vijf personen bij hetzelfde geschrift en de omvang van het besluit daartoe aanleiding geeft, volstaan met het meedelen aan de vijf personen wier namen en adressen als eerste in dat geschrift zijn vermeld, van de strekking van het besluit;

als een zienswijze door meer dan vijf personen gezamenlijk is ingediend via één document (hetzelfde geschrift) én de omvang van het besluit hiervoor een reden is, mag het bestuursorgaan ervoor kiezen om alleen de hoofdlijnen of essentie (strekking) van het besluit mee te delen aan de eerste vijf personen van wie de namen en adressen in dat document staan genoemd;

d. indien toezending zou moeten geschieden aan meer dan 250 personen, die toezending achterwege laten.

als het besluit aan meer dan 250 personen zou moeten worden toegestuurd, mag het bestuursorgaan besluiten om deze toezending niet uit te voeren (achterwege laten).