Artikel 3:12 (Bekendmaking ontwerpbesluit inhoudsvereisten)
1. Voorafgaand aan de terinzagelegging geeft het bestuursorgaan in het in artikel 12 van de Bekendmakingswet voor het bestuursorgaan aangewezen publicatieblad op de in dat artikel bepaalde wijze kennis van het ontwerp.
2. In de kennisgeving wordt vermeld:
a. wie in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen naar voren te brengen; b. op welke wijze dit kan geschieden; c. indien toepassing is gegeven aan artikel 3:18, tweede lid: de termijn waarbinnen het besluit zal worden genomen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voorafgaand aan de terinzagelegging geeft het bestuursorgaan in het in artikel 12 van de Bekendmakingswet voor het bestuursorgaan aangewezen publicatieblad op de in dat artikel bepaalde wijze kennis van het ontwerp.
Dit betekent letterlijk: Voordat het ontwerpbesluit ter inzage wordt gelegd, maakt het bestuursorgaan dit ontwerp bekend. Deze bekendmaking gebeurt in het publicatieblad dat voor dat bestuursorgaan is aangewezen volgens artikel 12 van de Bekendmakingswet, en op de manier die in datzelfde artikel 12 is voorgeschreven.
2. In de kennisgeving wordt vermeld:
Dit houdt in dat de volgende punten in de eerdergenoemde kennisgeving moeten worden opgenomen:
a. wie in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen naar voren te brengen;
Dit specificeert dat de kennisgeving moet aangeven welke personen of instanties de mogelijkheid krijgen om hun mening (zienswijzen) over het ontwerpbesluit kenbaar te maken.
b. op welke wijze dit kan geschieden;
Dit betekent dat de kennisgeving moet uitleggen hoe deze personen of instanties hun zienswijzen kunnen indienen.
c. indien toepassing is gegeven aan artikel 3:18, tweede lid: de termijn waarbinnen het besluit zal worden genomen.
Dit vereist dat, als artikel 3:18, tweede lid, van toepassing is, de kennisgeving ook de periode moet vermelden waarbinnen het definitieve besluit genomen zal worden.