Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 5. Handhaving
Titel 5.1. Algemene bepalingen
Artikel 5:10a

Artikel 5:10a (Zwijgrecht bestraffende sanctie)

Laatste versie

1. Degene die wordt verhoord met het oog op het aan hem opleggen van een bestraffende sanctie, is niet verplicht ten behoeve daarvan verklaringen omtrent de overtreding af te leggen.

2. Voor het verhoor wordt aan de betrokkene medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden.

Uitleg in duidelijke taal

1. Degene die wordt verhoord met het oog op het aan hem opleggen van een bestraffende sanctie, is niet verplicht ten behoeve daarvan verklaringen omtrent de overtreding af te leggen.

Dit betekent letterlijk: de persoon die wordt ondervraagd (verhoord) met de intentie (met het oog op) om hem een bestraffende maatregel (bestraffende sanctie) op te leggen, is niet gehouden (niet verplicht) om voor dat doel (ten behoeve daarvan) uitspraken (verklaringen) over de overtreding te doen (af te leggen).

2. Voor het verhoor wordt aan de betrokkene medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden.

Dit betekent letterlijk: voordat het verhoor aanvangt, moet aan de betreffende persoon (de betrokkene) worden meegedeeld dat hij niet verplicht is om antwoord te geven op vragen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

6 uitspraken gevonden
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5410 - Rechtbank Overijssel - 28 augustus 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:541028 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2025:400 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 29 juli 2025

ECLI:NL:CBB:2025:40029 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4211 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 4 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:42114 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11442 - Rechtbank Rotterdam - 1 oktober 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:114421 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2025:463 - Meststoffenwet: feitelijke beschikkingsmacht over landbouwgrond en vaststelling mestvoorraad - 16 september 2025

ECLI:NL:CBB:2025:46316 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt dat landbouwgrond alleen meetelt als de agrariër de feitelijke beschikkingsmacht heeft, wat een geldige juridische titel veronderstelt. Voor het bepalen van de mestvoorraad zijn de gemiddelde gehalten van afgevoerde mest de best beschikbare gegevens, niet forfaitaire waarden.

BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9267 - Rechtbank Rotterdam - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:926730 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht