Uitspraak inhoud

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht Kantonrechter

Zittingsplaats Breda

Zaaknummer: 11533898 \ CV EXPL 25-512

Vonnis van 8 oktober 2025

in de zaak van

1.[eiser 1], wonende te [plaats 1] ,2. [eiser 2], wonende te [plaats 2] ,3. [eiser 3], wonende te [plaats 3] ,4. [eiser 4], wonende te [plaats 4] ,5. [eiser 5], wonende te [plaats 5] ,6. [eiser 6], wonende te [plaats 6] ,7. [eiser 7], wonende te [plaats 7] ,8. [eiser 8], wonende te [plaats 8] ,9. [eiser 9], wonende te [plaats 9] , eisende partijen, hierna samen te noemen: de consumenten, gemachtigde: [gemachtigde] ,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPA E-COMMERCE B.V., gevestigd te Dongen, gedaagde partij, hierna te noemen: KPA, gemachtigde: mr. F. Eghtedardoust.

1 De zaak in het kort

Het gaat in deze zaak om door de consumenten gedane aankoop van producten bij de webshop van KPA. De consumenten beroepen zich op vernietiging van de overeenkomsten omdat KPA niet aan in de wet opgenomen essentiële informatieplichten heeft voldaan en zij vorderen terugbetaling van de bedragen die zij voor de bestellingen hebben voldaan. KPA betwist dat zij informatieplichten heeft geschonden en voert aan dat vernietiging van de volledige overeenkomsten niet gerechtvaardigd is. De kantonrechter stelt de consumenten in het gelijk omdat KPA meerdere essentiële informatieplichten heeft geschonden. Hierna wordt uitgelegd waarom.

2 De procedure

2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het tussenvonnis van 23 april 2025 en de daarin genoemde processtukken;

  • de door KPA toegestuurde aanvullende producties 4 tot en met 18;

  • de mondelinge behandeling van 10 september 2025 waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt;

  • de door partijen overgelegde spreekaantekeningen.

2.2. Na de mondelinge behandeling is de zaak verwezen voor vonnis. Namens de consumenten is vervolgens op 15 september 2025 een eisvermindering ingediend en een aanvullende productie 15. De eisvermindering is op grond van artikel 129 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mogelijk en heeft de kantonrechter toegestaan. De toegestuurde productie 15 heeft de kantonrechter gelet op het late stadium van overleggen, waarbij er ook geen gelegenheid was gegeven voor indiening van stukken, niet toegestaan en die productie 15 wordt verder dan ook buiten beschouwing gelaten.

3 De feiten

3.1. In de periode van 12 juni 2023 en 19 oktober 2024 hebben de consumenten bestellingen geplaatst bij een webshop van KPA, [webshop] genaamd, en de prijs van de bestellingen betaald.

3.2. Voor levering van bestellingen hanteert KPA de international dropshipping verzendmethode. Dat houdt in dat de door de consumenten gekochte producten rechtstreeks aan hen werden verzonden vanuit China waar KPA de producten inkocht.

3.3. [eiser 3] , [eiser 6] en [eiser 7] hebben hun bestellingen retour gestuurd naar het op de website genoemde adres in China. In alle gevallen is het daar volgens KPA niet aangekomen. [eiser 3] heeft het pakket na retournering weer terug ontvangen.

3.4. De consumenten hebben aanmaningen gestuurd naar KPA waarin zij aangeven gebruik te willen maken van het retourrecht en daarom het aankoopbedrag binnen 14 dagen na ontvangst van het verzendbewijs dient te worden terugbetaald. KPA heeft niet gereageerd op de aanmaningen.

3.5. KPA is op 6 december 2024 gestopt met de webshop [handelsnaam] .

4 Het geschil

4.1. [eiser 1] c.s. vordert – samengevat en na eisvermindering – dat:

met de wettelijke rente over de afzonderlijke bedragen vanaf de dag van dagvaarden;

  1. KPA voorwaardelijk wordt veroordeeld, indien KPA een tegenvordering instelt tot aflevering aan KPA van de gekochte goederen, tot betaling van een voorschot op de rechtstreekse kosten daarvan, te begroten op € 6,95 per consument indien het daadwerkelijke geografische vestigingsadres van KPA zich in Nederland bevindt;

  2. KPA wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente;

  3. KPA wordt veroordeeld in de nakosten;

  4. het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.

4.2. KPA voert verweer. KPA concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van de consumenten, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van de consumenten met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van de consumenten in de kosten van deze procedure.

4.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5 De beoordeling

5.1. De vordering is gebaseerd op overeenkomsten op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten dient de handelaar te voldoen aan de essentiële wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van artikel 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, o en p en artikel 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze verplichtingen is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).

5.2. Bij de mondelinge behandeling heeft KPA aangegeven dat zij niet meer in staat is om de printscreens van het bestelproces die de consumenten hebben doorlopen bij de bestellingen over te leggen omdat de website van [handelsnaam] offline is. KPA voert aan dat aangesloten kan worden bij de prints van de website die bij dagvaarding zijn overgelegd en daarnaast voert KPA aan dat in haar algemene voorwaarden verwezen wordt naar informatieplichten.

5.3. Ten aanzien van die algemene voorwaarden wordt overwogen als volgt. Op grond van het Tiketa-arrest (HvJ EU 24 februari 2022, ECLI:EU:C:2022:112) mag precontractuele informatie weliswaar in algemene voorwaarden worden opgenomen, maar dan moet de consument daar wel op actieve wijze zijn goedkeuring aan verlenen door het daartoe bestemde vakje aan te vinken en mits die informatie op duidelijke en begrijpelijke wijze ter kennis van de consument wordt gebracht. Ter zitting heeft KPA aangegeven dat op de website geen vakje stond waarin algemene voorwaarden dienden te worden aangevinkt voor akkoord, maar dat in het bestelproces de consument de algemene voorwaarden kon raadplegen omdat er boven de bestelknop een link naar de algemene voorwaarden stond. Nog daargelaten dat – vanwege het ontbreken van duidelijke printscreens van het bestelproces in de verschillende koopovereenkomsten – niet kan worden geverifieerd of dit juist is, geldt dat de kantonrechter van oordeel is dat KPA daarmee hoe dan ook niet heeft voldaan aan haar precontractuele informatieplichten als de betreffende informatie (enkel) in de algemene voorwaarden was opgenomen. De consumenten hebben niet op actieve wijze goedkeuring verleend aan de algemene voorwaarden. Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat niet gebleken is dat de algemene voorwaarden die door KPA in het geding zijn gebracht ook daadwerkelijk de algemene voorwaarden zijn die de consument kreeg als hij op de gestelde link zou klikken en dat de overgelegde algemene voorwaarden ook qua duidelijkheid behoorlijk te wensen overlaten.

5.4. De kantonrechter zal hierna eerst ingaan op concreet door de consumenten gestelde schendingen van de precontractuele informatieplichten van artikel 6:230m BW, dan op de bestelnop en vervolgens op de door de consumenten gestelde contractuele verplichting tot bevestiging van informatie op een duurzame gegevensdrager.

De essentiële informatieverplichtingen: het verstrekken van informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst

Onderdelen b en c: identiteit en contactgegevens

5.5. Op grond van artikel 6:230m onder b en c BW dient de handelaar zijn identiteit en contactgegevens helder weer te geven. Het gaat om de handelsnaam, het adres waar de handelaar is gevestigd, het telefoonnummer en het e-mailadres. Ten aanzien daarvan heeft KPA onvoldoende gesteld en onderbouwd dat die informatie bij iedere bestelling ter beschikking is gesteld aan de consumenten.

5.6. De op de website vermelde naam [handelsnaam] is geen handelsnaam van KPA. Ook het [adres] , waarvan KPA erkent dat het tot september 2024 vermeld was op de website, is geen vestigingsadres van KPA. KPA stelt wel dat omstreeks september 2024 de naam KPA E-commerce B.V. en het vestigingsadres deels vermeld waren op de website en verwijst naar de door haar overgelegde productie 10, maar daarmee was bij de bestellingen van [eiser 8] en [eiser 9] (die na half september 2024 zijn gedaan) ook geen volledige informatie verstrekt. Dit omdat uit productie 10 blijkt dat er geen postcode, vestigingsplaats en telefoonnummer is genoemd. Het verweer van KPA dat het vermelden van het juiste vestigingsadres op de website voor september 2024 (technisch) niet mogelijk was wegens overname van de website door haar komt voor risico van KPA en laat haar informatieverplichting onverlet. Ter zitting heeft KPA nog verwezen naar het door de consument kunnen zien van de naam KPA op diens rekeningafschrift met de betaling, maar dat is na sluiting van de overeenkomsten en te laat. Daarmee wordt uitgegaan van schending van de informatieplichten van KPA over haar identiteit en contactgegevens.

Onderdeel g: levering

5.7. Op grond van artikel 6:230m onderdeel g BW moet informatie verstrekt worden over de levering. De kantonrechter maakt uit productie 5 bij dagvaarding op dat op de website is vermeld dat de bestelling per pakket wordt gestuurd met een levertijd van 4 tot en met 6 werkdagen. Ter zitting is namens de consumenten gewezen op artikel 7 van de Vo 2018/644 betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten (hierna: de Verordening). De Verordening ziet op het transparant maken van kosten die gemoeid zijn met grensoverschrijdende pakketbezorgopties, zodat het voor de consument inzichtelijk is wat de verzendkosten en retourkosten zijn die samenhangen met de verzending van het pakket van en naar een ander land dan Nederland. Hierdoor is de consument er dan op bedacht dat de bezorgkosten hoger zijn indien een pakket uit bijvoorbeeld Frankrijk naar Nederland wordt gezonden. De kantonrechter ziet hier geen informatieplicht ten aanzien van de methode van dropshipping in zijn algemeenheid. Het voorgaande baseert de kantonrechter op de Regeling tot wijziging van de Postregeling 2009 in verband met de Vo (Staatscourant 2018, nr. 28318). In de toelichting van die regeling is bij artikel 7 van de Verordening vermeld dat er geen sprake is van een uitbreiding van de toezichtstaak van de ACM omdat er vanuit wordt gegaan dat de verplichtingen van de Vo al besloten liggen in het huidige artikel 6:230m lid 1 onderdeel i BW. De kantonrechter volgt de consumenten niet in hun stelling dat de vermelding op de website “Gratis verzending in heel Nederland” zo moet worden begrepen dat er vanuit Nederland verzonden wordt. Daaruit volgt, zoals KPA aanvoert, dat bestellingen gratis worden verzonden aan kopers in Nederland.

5.8. De consumenten wijzen er verder op dat op de website van KPA ten onrechte stond vermeld dat sprake is van een milieuvriendelijke wijze van levering en dat niet juist is bij international dropshipping waarbij ieder pakket vanuit een ander land afzonderlijk wordt verstuurd naar klanten. Informatie hierover die niet juist lijkt te zijn, valt niet onder de informatieplicht van artikel 6:230m onderdeel g BW. De levering aanprijzen als duurzaam zou misschien gekwalificeerd kunnen worden als een oneerlijke handelspraktijk. Maar hierover is ter zitting geen debat gevoerd en de kantonrechter ziet ook geen aanleiding om partijen zich daar nog over uit te laten gelet op hetgeen hierna wordt overwogen.

5.9. Op grond van het voorgaande geldt dat KPA aan haar informatieplicht ten aanzien van de levering heeft voldaan.

Onderdeel h en i: ontbinding en kosten van terugzending

5.10. Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h BW moet de consument erop worden gewezen dat hij het recht heeft om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden. Daarbij dient gewezen te worden op de voorwaarden, termijn en modaliteiten voor dat recht en dient het modelformulier verstrekt te worden. Daarnaast moet de consument op grond van artikel 6:230m lid 1 onder i BW worden gewezen op de kosten van terugzending van zaken bij ontbinding. De kantonrechter maakt uit productie 10 bij dagvaarding op dat de consumenten op de website gewezen zijn op een herroepingsrecht, maar onvoldoende duidelijk is gemaakt hoe en op welke voorwaarden dat mogelijk is. Zo is in het bestelproces onvoldoende duidelijk gemaakt aan welk adres er geretourneerd kon worden. Er staat op de website dat er eerst contact moet worden opgenomen via een (algemeen) e-mailadres voor het starten van de retourzending, vervolgens dat het retouradres moet worden opgevraagd bij de klantenservice en vervolgens is er een retouradres in China genoemd met een inschatting van de retourkosten. Indien sprake is van een terugzending naar een ander adres dan in Nederland en de consument hoge kosten voor het retour zenden moet betalen, geldt naar het oordeel van de kantonrechter dat de handelaar dit op een duidelijke en transparante wijze kenbaar moet maken in het bestelproces zelf. In het geval de consument bijvoorbeeld een trui koopt op de website voor € 25,00 dient hij te weten dat hij bij retournering van die trui circa € 29,00 retourkosten voor zijn rekening zal moeten nemen. Die informatie zal voor de consument zwaar wegen bij de beslissing om de aankoop online al dan niet te doen. Daarnaast is niet gesteld of gebleken dat het modelformulier is verstrekt bij iedere bestelling. De door KPA gestelde vermelding van het retourformulier in de algemene voorwaarden volstaat niet omdat de consumenten daar (zoals eerder overwogen) geen actieve goedkeuring aan hebben gegeven. Door onvoldoende duidelijke voorwaarden van ontbinding, het niet verstrekken van een modelformulier en niet wijzen op kosten van retourzending in het bestelproces heeft KPA op deze punten haar informatieplicht geschonden. De bestelknop, artikel 6:230v lid 3 BW

5.11. Op grond van artikel 6:230v lid 3 BW dient de consument tijdens het bestelproces voor het plaatsen van de bestelling op niet voor misverstand vatbare wijze via de bestelknop gewezen te worden op een betalingsverplichting. Uit het arrest van het Hof van Justitie EU van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269) volgt dat beoordeeld dient te worden of een op de bestelknop aangebrachte formulering overeenkomt met de woorden "bestelling met betalingsverplichting”. Daarbij moet uitsluitend worden uitgegaan van de woorden op die knop.

5.12. KPA heeft ter zitting medegedeeld dat zij verschillende teksten op de bestelknop heeft gehad. Ter zitting heeft KPA concreet genoemd: “nu bestellen”, “order nu” en “plaats uw bestelling”. Al die teksten voldoen niet aan de eis dat de betalingsverplichting volgt bij het drukken op de knop, zo volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 4 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1355. Daarbij komt dat er ook geen onderbouwing is gegeven door KPA met printscreens van de bestelknop bij de bestellingen van de consumenten, hetgeen op haar weg had gelegen, waardoor wordt uitgegaan van een schending van artikel 6:230v lid 3 BW.

bevestiging van de informatie op een duurzame gegevensdrager

5.13. Uit artikel 6:230v leden 1 en 7 BW volgt dat de handelaar uiterlijk binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst op afstand, en in ieder geval bij de levering van de zaken of voordat de dienst wordt uitgevoerd, aan de consument een bevestiging op een duurzame gegevensdrager (zoals een e-mail) moet sturen. Die bevestiging moet de in artikel 6:230m lid 1 genoemde informatie bevatten. KPA heeft geen bevestigingen overgelegd en daarmee niet aangetoond dat informatie op een duurzame gegevensdrager is bevestigd aan de consumenten. De kantonrechter gaat daarom ook uit van schending van deze informatieplicht.

Gevolgen schending informatieplichten

5.14. De conclusie is dat KPA bij de met de consumenten gesloten overeenkomsten meerdere essentiële informatieplichten, inclusief artikel 6:230v lid 3 BW, heeft geschonden. Deze schendingen rechtvaardigen algehele vernietiging van de overeenkomsten zoals gevorderd is door de consumenten. Omdat tot volledige vernietiging op grond van schending van meerdere essentiële informatieplichten wordt overgegaan, kan hetgeen door partijen voor het overige ten aanzien van informatieplichten nog is aangevoerd buiten beschouwing blijven. De kantonrechter zal de gevorderde verklaring voor recht ten aanzien van vernietiging van de overeenkomsten toewijzen.

5.15. Vernietiging van de overeenkomsten brengt mee dat de consumenten recht hebben op terugbetaling van de betaalde bedragen. Vernietiging brengt ook met zich mee dat KPA recht heeft op het terugontvangen van de bestellingen. Nu KPA daar geen beroep op heeft gedaan en is gestopt met de webshop wordt ervan uitgegaan dat KPA geen teruggave wil. De door de consumenten ingestelde voorwaardelijke vordering met betrekking tot vergoeding van kosten van terugzending kan daarom onbesproken worden gelaten. De vordering tot terugbetaling aan de consumenten wordt toegewezen.

Wettelijke rente

5.16. De door de consumenten gevorderde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW zal zoals gevorderd vanaf de dag van dagvaarden (3 februari 2025) worden toegewezen.

Proceskosten

5.17. KPA is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De gemachtigde van de consumenten wordt beschouwd als een professionele gemachtigde waardoor ook salaris voor de gemachtigde van de consumenten zal worden toegewezen. De proceskosten van de consumenten worden begroot op:

5.18. De gevorderde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de proceskosten zal ook worden toegewezen.

6 De beslissing

De kantonrechter

6.1. vernietigt de overeenkomsten op afstand tussen KPA en de consumenten wegens schending van meerdere essentiële informatieplichten door KPA,

6.2. veroordeelt KPA om tegen bewijs van kwijting te betalen:

  • € 150,80 aan [eiser 1] ,
  • € 49,95 aan [eiser 2] ,
  • € 227,75 aan [eiser 3] ,
  • € 205,75 aan [eiser 4] ,
  • € 155,80 aan [eiser 5] ,
  • € 190,62 aan [eiser 6] ,
  • € 37,95 aan [eiser 7] ,
  • € 90,81 aan [eiser 8] , te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de afzonderlijke bedragen aan de genoemde consumenten vanaf 3 februari 2025 tot de dag van volledige betaling,

6.3. veroordeelt KPA in de proceskosten van € 711,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als KPA niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,

6.4. veroordeelt KPA tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,

6.5. verklaart dit vonnis wat betreft de beslissingen onder 6.2, 6.3 en 6.4 uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2025.