ECLI:NL:RBZWB:2025:5814 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 28 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/8012 PW
(gemachtigde: mr. G. Kaya),
en
het dagelijks bestuur van Werkplein Hart van West-Brabant (Werkplein), verweerder.
- Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiser voor bijzondere bijstand voor de stook- en energiekosten op grond van medische redenen. Eiser is het niet eens met de afwijzing van de aanvraag. Hij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de aanvraag.
Procesverloop
- Eiser heeft een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand met betrekking tot kosten voor het constant houden van de temperatuur in de woning om medische redenen. Werkplein heeft deze aanvraag met het besluit van 6 augustus 2024 afgewezen.
Met het bestreden besluit van 17 oktober 2024 op het bezwaar van eiser is Werkplein bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.1. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2. Werkplein heeft een verweerschrift ingediend.
2.3. De rechtbank heeft het beroep op 19 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, bijgestaan door [naam 1] , kantoorgenoot van zijn gemachtigde. Voor Werkplein is [naam 2] verschenen.
2.4. De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten en omstandigheden 3. Eiser heeft op 7 juni 2024 bijzondere bijstand aangevraagd voor stook- en energiekosten voor een bedrag van € 1.700,00 met ingang van 1 april 2024. Hij heeft daartoe gesteld dat in verband met polyneuropathie een constante temperatuur van 21 graden noodzakelijk is. Ter onderbouwing van zijn aanvraag heeft eiser een brief van zijn fysiotherapeut [naam 3] , medeondertekend door huisarts [naam 4] , overgelegd. In deze brief staat dat eiser verstrekkende gevolgen ervaart ten gevolge van onder andere polyneuropathie. De fysiotherapeut geeft aan dat het vermijden van kou en temperatuurswisselingen belangrijk is. In de koude perioden van het jaar, ervaart eiser significant meer klachten en verminderde zelfredzaamheid. Volgens deze brief kunnen, als eiser bijzondere bijstand ontvangt voor het stabiliseren van de temperatuur in zijn woning, de klachten ten gevolge van polyneuropathie wellicht beperkt worden tot een meer acceptabel niveau.
3.1. Werkplein heeft de jaarafrekening energieverbruik bij eiser opgevraagd om de aanvraag te kunnen beoordelen. Eiser heeft deze gegevens op 1 juli 2024 aangeleverd, met daarbij de mededeling dat het verbruik over 2023 laag was, uit angst voor de gestegen gaskosten. Eiser heeft toegelicht vroeg naar bed te gaan om zo min mogelijk energie te verbruiken door dan de verwarming uit te zetten. Dit heeft echter wel voor verergering van zijn klachten gezorgd. Werkplein heeft medisch advies opgevraagd bij stichting SAP.
3.2. Een arts, [naam 5] , heeft een huisbezoek afgelegd op 29 juli 2024 en haar bevindingen neergelegd in de rapportage bijzondere bijstand. In deze rapportage staat dat eiser heeft aangegeven dat hij in de winter nauwelijks van de bank of uit bed komt vanwege de kou. Hij ligt op de bank onder meerdere dekens en heeft dan een klein straalkacheltje voor extra verwarming. De reguliere verwarming heeft hij uit, omdat hij de stookkosten niet kan betalen. De arts komt tot de conclusie dat eiser bekend is met een neurologische aandoening. Het betreft geen aandoening waardoor hij op medische gronden is aangewezen op hogere temperaturen dan de bestektemperaturen. Het niet kunnen aanhouden van de bestektemperaturen heeft geen grondslag in problematiek van medisch objectiveerbare aard, maar heeft een financiële reden.
3.3. Op grond van het de rapportage is de aanvraag van eiser met het besluit van 6 augustus 2024 afgewezen.
3.4. In het bestreden besluit van 17 oktober 2024 is het bezwaar ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat uit het medisch advies volgt dat er geen medische noodzaak is voor de (deels nog te maken) meerkosten van elektriciteit en gas voor het verwarmen van de woning tot een temperatuur boven de bestektemperatuur. Het advies van SAP is zorgvuldig tot stand gekomen. Het gasverbruik van eiser is veel lager dan het gemiddelde volgens de Nibud-norm. Van eiser mag worden verwacht dat hij de kosten verbonden aan het gemiddelde gebruik van elektriciteit en gas kan voldoen. Beroepsgronden
- Eiser stelt dat wel medische noodzaak bestaat voor bijzondere bijstand voor energie- en stookkosten, om zijn leven draaglijker te maken. Eiser heeft de aandoening polyneuropathie wegens diabetes mellitus, waarbij temperatuurswisselingen en kou de klachten verergeren. Eiser durft sinds de oorlog in Oekraïne zijn verwarming niet op een hogere temperatuur te zetten, vanwege de hogere (gas)prijzen. De financiële middelen van eiser zijn niet toereikend om de hoge stookkosten te kunnen betalen. Eiser stelt daarnaast dat het besluit niet berust op een zorgvuldig medisch onderzoek.
Oordeel van de rechtbank
- Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep
[1] (CRvB) moet bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet eerst worden beoordeeld of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de betrokkene noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Ten slotte dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, individuele studietoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm.
5.1. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is of de kosten zich voordoen. Verweerder heeft daartoe overwogen dat het gasverbruik van eiser weliswaar (ver) onder het Nibud-gemiddelde ligt, maar het elektriciteitsverbruik ligt boven de norm. In geschil is de vraag of de kosten (medisch) noodzakelijk zijn.
5.2. Volgens vaste rechtspraak
5.3. In de beleidsregels Bijzondere bijstand van de gemeente Rucphen staat dat de kosten voor stook en energie ook tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan horen. Deze moeten uit het beschikbare inkomen worden bekostigd. Dit geldt ook bij hogere kosten vanwege een lange/strenge winter, uit behaaglijkheidsoverweging of onverantwoord energieverbruik. Bij bijzondere omstandigheden zoals een noodzakelijk hogere kamertemperatuur bij (chronische) ziekte kunnen de hogere energiekosten via de bijzondere bijstand worden vergoed. Werkplein stelt dat er geen noodzaak is voor meerkosten en baseert zich op de rapportage bijzondere bijstand van arts [naam 5] van Stichting SAP. De rechtbank is van oordeel dat Werkplein zich mocht baseren op het advies van de arts. De arts heeft een huisbezoek afgelegd en de brief van de fysiotherapeut meegewogen. Zij was op de hoogte van de medische klachten van eiser. Werkplein heeft, volgens de rechtbank terecht, geen aanleiding gezien om te twijfelen dat het advies zorgvuldig tot stand is gekomen. Daaruit volgt dat geen sprake is van een aandoening waardoor eiser op medische gronden is aangewezen op hogere temperaturen dan de bestektemperaturen. Uit de brief van de fysiotherapeut volgt evenmin dat een medische noodzaak bestaat voor een hogere temperatuur dan de bestektemperaturen.
5.4. In beroep heeft eiser een brief van zijn neuroloog, [naam 6] , van 7 november 2024 ingediend. In deze brief staat dat de gevoelsklachten en pijnklachten bij polyneuropathie worden beïnvloed door temperatuurswisselingen en kunnen toenemen bij kou. Werkplein heeft in reactie op deze brief in het verweerschrift aangegeven dat niet is vermeld dat een medische noodzaak bestaat voor het, hoger dan bestektemperatuur, verwarmen van het huis. De rechtbank kan dit standpunt van Werkplein volgen.
De rechtbank is van oordeel dat kosten voor stook en energie behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze moeten uit het beschikbare inkomen worden bekostigd. Eiser heeft zijn verwarming, wegens financiële redenen, zo min mogelijk gebruikt. Hierdoor ligt het gasverbruik van eiser uitzonderlijk ver onder de Nibud-norm. Eiser stelt dat hij niet de financiële middelen heeft om de hoge stookkosten te kunnen betalen, maar heeft dit niet nader onderbouwd.
De rechtbank acht niet aannemelijk gemaakt dat het medisch noodzakelijk is om de woning van eiser te verwarmen tot boven de reguliere bestektemperaturen.
5.5. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Werkplein zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van noodzakelijke meerkosten die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen.
Conclusie en gevolgen
- Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat Werkplein terecht de aanvraag voor bijzondere bijstand heeft afgewezen. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. van der Linden, rechter, in aanwezigheid van S.E. van Noort, griffier op 28 augustus 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd deze uitspraak mede te ondertekenen.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Participatiewet
Artikel 35, eerste lid Onverminderd paragraaf 2.2, heeft de alleenstaande of het gezin recht op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, bedoeld in artikel 36, de studietoeslag, bedoeld in artikel 36b, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, niet van toepassing zijn. Het college bepaalt het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen.
ECLI:NL:CRVB:2022:2111
ECLI:NL:CRVB:2024:1427