Terug naar bibliotheek
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5349 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBZWB:2025:534910 juli 2025

Rechtsgebieden

Civiel RechtGezondheidsrecht

Uitspraak inhoud

Familie- en Jeugdrecht

Locatie Breda

Zaaknummer: C/02/437516 / FA RK 25-3566 Datum uitspraak: 10 juli 2025

Beschikking zorgmachtiging

op het verzoek van de officier van justitie voor

[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1969 in [geboorteplaats] ( [land] ), hierna te noemen betrokkene, wonend in [plaats] , advocaat mr. J.J. Bronsveld te Bergen op Zoom.

1 Het verloop van de procedure

1.1. De rechtbank neemt mee in de beoordeling het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 7 juli 2025.

1.2. De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 juli 2025. Daarbij zijn gehoord:

Tevens was bij de zitting aanwezig mevrouw [naam 3] , zus van betrokkene. Zij is echter niet gehoord.

1.3. De officier van justitie is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de zitting verschenen en dus ook niet gehoord.

2 Wat vaststaat

2.1. Bij beschikking van 28 mei 2025 heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 28 november 2025, waarbij bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:

  • het toedienen van medicatie;

  • het verrichten van medische controles;

  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;

  • het beperken van de bewegingsvrijheid;

  • insluiten;

  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;

  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;

  • opnemen in een accommodatie.

3 Het verzoek

3.1. De officier van justitie verzoekt de rechtbank om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 28 mei 2025 voor betrokkene is afgegeven waarbij het bezoekrecht wordt ingeperkt.

4 De standpunten

4.1. Tijdens de zitting is samengevat het volgende verklaard.

4.2. Betrokkene heeft te kennen gegeven dat zij het niet eens is met het verzoek.

4.3. De psychiater heeft naar voren gebracht dat een vriendin van betrokkene, betrokkene steeds belt om langs te komen. Na ieder bezoek van die vriendin is betrokkene ernstig ontdaan en geëmotioneerd. De vriendin drijft een wig tussen betrokkene en haar familie. Zij probeert betrokkene over te halen om het contact met haar familie te verbreken. Als dat zich blijft herhalen komt de behandeling van betrokkene in het gedrang. Met een wijziging van de zorgmachtiging zoals verzocht kan de vriendin de toegang tot betrokkene worden geweigerd. De psychiater zegt te beseffen dat de opname van betrokkene over enkele dagen zal eindigen en dat (toewijzing van) het verzoek veel werk met zich meebrengt, maar de ontzegging van de toegang aan de vriendin moet juridisch afgedicht zijn in het geval zij nog vóór vertrek van betrokkene op bezoek wil komen.

4.4. Door de sociaal agoog is aangegeven dat de vriendin van betrokkene op dit moment wekelijks op bezoek komt. Dit contact kan haar nu niet zomaar worden ontzegd. Pas wanneer deze vriendin op de zogenaamde zwarte lijst staat kan zij niet bij betrokkene worden toegelaten.

4.5. Namens betrokkene heeft de advocaat aangevoerd dat het verzoek onvoldoende is onderbouwd. Ook gezien het tijdsverloop is er geen belang meer bij toewijzing van het verzoek. Niet de verwachting is dat in de komende dagen gebruik zal moeten worden gemaakt van de gewijzigde zorgmachtiging, als dit verzoek zou worden toegewezen. Gebleken is ook niet dat de vriendin van betrokkene met een slaapzak voor de deur ligt om betrokkene te kunnen bezoeken. De advocaat concludeert dan ook tot afwijzing van het verzoek.

5 De beoordeling

5.1. De rechtbank zal de gevraagde wijziging van de zorgmachtiging afwijzen. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.

5.2. Algemeen uitgangspunt is dat de zorgverantwoordelijke alleen die verplichte zorg mag verlenen, die in de zorgmachtiging is voorzien. Hiervan mag alleen worden afgeweken als sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Specifieke vrijheden van betrokkene kunnen dan tijdelijk worden beperkt of specifieke vormen van verplichte zorg kunnen dan tijdelijk worden verleend. Deze tijdelijke verplichte zorg kan enkel worden voortgezet wanneer daartoe door de officier van justitie een verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging bij de rechtbank wordt ingediend en de rechtbank dit verzoek toewijst. De beslissing van de zorgverantwoordelijke (en het verzoek) moet worden voorzien van een schriftelijke motivering waarom die wijziging noodzakelijk wordt geacht (artikel 8:12 Wvggz). Aan dit laatste criterium zal de rechtbank dit verzoek om wijziging of aanvulling van de vormen van verplichte zorg toetsen.

5.3. De rechtbank is in dit kader van oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van een onvoldoende dragende motivering. Het verzoek ziet op het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, in dit geval het bezoek van een vriendin. Hiermee wordt een recht/vrijheid van betrokkene beperkt. Dit is een vergaand verzoek dat dan ook goed onderbouwd moet zijn. De psychiater heeft tijdens de zitting aangegeven dat de ontzegging van de toegang aan de vriendin moet kunnen worden gebruikt of ingezet wanneer zij bij betrokkene op bezoek wil komen. Niet overtuigend gesteld of gebleken is echter dat de bezoeken van de vriendin een (zodanig) negatieve impact hebben op de gemoedstoestand van betrokkene dat dit de (voortzetting van de) behandeling in gevaar brengt. Anders gezegd is niet onderbouwd dat deze inperking van het bezoekrecht noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. Daarbij laat de rechtbank nog wegen dat de enkele bewering of stelling dat de vriendin betrokkene mogelijk ertoe aanzet om het contact met naasten te verbreken (en dat dit de behandeling verstoort) door het zorgteam niet is gehoord of feitelijk is waargenomen.

Daarbij komt ook nog dat de rechtbank tijdens de zitting heeft begrepen dat het verblijf van betrokkene binnen de huidige zorginstelling en op basis van een zorgmachtiging binnen enkele dagen zal eindigen. Met de advocaat stelt de rechtbank zich de vraag naar de mate waarin de vriendin betrokkene binnen enkele dagen nog zal bezoeken. De rechtbank ziet hierin geen noodzaak om voor die korte duur én met inachtneming van het voorgaande nog een wijziging in de zorgmachtiging aan te brengen en daarmee de in beginsel vergaande maatregel van het beperken van een (bezoek)recht aan betrokkene op te leggen.

6 De beslissing

De rechtbank:

wijst het verzoek af.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.