Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11740 - Rechtbank Rotterdam - 8 oktober 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:117408 oktober 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

vonnis

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/618232 / HA ZA 21-408

Vonnis van 8 oktober 2025

in de zaak van

de stichting [eiseres], gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres, advocaat mr. R.M. de Hair te Venlo,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BOONSTOPPEL ENGINEERING B.V., gevestigd te Alblasserdam, gedaagde, advocaat mr. K. Zeylmaker te Rotterdam.

Partijen worden hierna [eiseres] en Boonstoppel Engineering genoemd.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De verdere beoordeling

2.1. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 20 maart 2024 overwogen dat, indien – zoals [eiseres] stelt – komt vast te staan dat Boonstoppel Engineering wist van lekkende PCM-panelen die door haar in andere projecten waren toegepast, Boonstoppel Engineering haar zorgplicht jegens [eiseres] zoals bedoeld in artikel 7:401 BW heeft geschonden door [eiseres] niet te wijzen op de risico’s van het gebruik van PCM-panelen. Daarop heeft de rechtbank [eiseres] opdracht gegeven te bewijzen dat het Boonstoppel Engineering, ten tijde van het opstellen van het ontwerp voor de accommodatie en/of gedurende de begeleiding van de uitvoering van het project, bekend was dat (soortgelijke) PCM-panelen die zij had toegepast in andere projecten waren gaan lekken.

2.2. [eiseres] heeft [persoon A] (hierna: [persoon A] ) aangedragen als getuige. [persoon A] is van december 1998 t/m augustus 2018 werkzaam geweest bij Boonstoppel Engineering in diverse functies. In de laatste jaren hield hij zich bezig met het ontwerpen en begroten van installaties en bouwbegeleiding. [persoon A] heeft als getuige desgevraagd verklaard dat hij betrokken was bij drie projecten van Boonstoppel Engineering waarin PCM-panelen zijn gaan lekken: [project 1] , [project 2] en [project 3] in Hoogvliet.

[project 1]

2.3. [persoon A] heeft verklaard dat hij niet bekend is met de oorzaak van de lekkages in het [project 1] project. Verder blijkt uit de verklaring van [persoon B] (de getuige aan de zijde van Boonstoppel Engineering, hierna: [persoon B] ), die werkzaam is bij [project 1] en betrokken was bij het plaatsen van de panelen, dat de twee lekkages die er waren niet te maken hadden met een gebrek aan de PCM-panelen zelf en dat Boonstoppel Engineering de lekkages adequaat heeft opgelost. Om die reden, en dat is ook door [eiseres] erkend, geeft dit project geen steun aan de stelling van [eiseres] .

[project 3]

2.4. Ten aanzien van het project van [project 3] heeft [persoon A] verklaard dat de problemen in dat project plaatsvonden in 2016. Daarnaast verklaarde hij dat hem niet duidelijk bekend is wat de oorzaak was van de lekkage in dat project, maar dat het kon liggen aan een las op het verpakkingsmateriaal of het dichtlassen van de vulopening. Daartegenover staat de verklaring van [persoon C] (de getuige aan de zijde van Boonstoppel Engineering, hierna: [persoon C] ), projectleider en medeaandeelhouder van Boonstoppel Engineering. Volgens [persoon C] zaten de projecten van [eiseres] en [project 3] in 2017 tegelijk in de uitvoering. Dat betekent volgens Boonstoppel Engineering dat zij eventuele problemen bij [project 3] niet had kunnen melden aan [eiseres] . Verder heeft [persoon C] verklaard dat de lekkages bij [project 3] te maken hadden met mechanische beschadigingen aan de pouches door werkzaamheden van de elektricien. Nu [persoon C] de verklaring van [persoon A] over de tijdslijn en de oorzaak van de lekkages gemotiveerd heeft weersproken, is de enkele verklaring van [persoon A] onvoldoende om vast te stellen dat de lekkages in het project [project 3] in 2016 plaatsvonden noch dat zij te wijten waren aan een gebrek aan de PCM-panelen.

2.5. Het feit dat bij de pouches, die Boonstoppel Engineering van de fabriek ontving, een PCM-laag aan de buitenkant zat, betekent nog niet dat de pouches gebrekkig waren. [persoon A] verklaart daarover dat hij en andere medewerkers van Boonstoppel Engineering de pouches hebben schoongemaakt en hebben getest of ze lekten, voordat zij die doorstuurden naar [project 3] . [eiseres] heeft niet onderbouwd dat de later opgetreden lekkages daarmee verband hielden.

2.6. Aan de door [eiseres] genoemde omstandigheid dat het plafond van [project 3] , waarin de PCM-panelen waren verwerkt, uiteindelijk is vervangen wordt voorbij gegaan. Nog daargelaten dat, zoals gezegd, niet is gebleken dat er een gebrek was aan de PCM-panelen, heeft [persoon A] verklaard niet te weten wat de reden van die vervanging was, terwijl volgens [persoon C] hygiëneregels en akoestische redenen eraan ten grondslag lagen.

[project 2]

2.7. Boonstoppel Engineering heeft gesteld dat het ontwerp van het project inzake [project 2] dateert van april 2016 en dat de eerste panelen medio augustus 2016 werden geleverd. Het ontwerp van [eiseres] was in juni 2016 gereed, waarna de uitvoering van de technische installaties onder begeleiding van Boonstoppel Engineering plaatsvond van augustus tot en met oktober 2017. Het ontwerp en de uitvoering van het project van [project 2] vonden dus eerder plaats.

2.8. [persoon A] heeft over het project [project 2] het volgende verklaard:

“Het ging om het aanbrengen van pcm panelen in de dakbedekking om ervoor te zorgen dat de temperatuur in de werkplaats niet te snel zou zakken of stijgen. Dat was van belang om de freesmachine die daar stond te beschermen. Het project vond plaats tussen 2016 en 2018. Ik ben zelf niet betrokken geweest bij de uitvoering, maar wel bij het testen van de pcm panelen die terugkwamen. Die panelen kwamen terug omdat er iets lekte. De panelen kwamen redelijk snel terug nadat begonnen was met installeren; dat zal ongeveer in 2017 zijn geweest. Het ging om panelen van 1 meter lang en 30 centimeter breed; er waren twee vulmondjes waar het pcm uit lekte. Die vulmondjes waren 2 kleine tuitjes van ongeveer 12 millimeter doorsnee, aan de kopsekant. Na het vullen werd daar een dopje op gelast, maar de las was niet sterk genoeg of om een andere reden lekte er materiaal doorheen. Het ging hier om panelen die geleverd werden door Global E-systems. Die leverde ook andere producten, maar de panelen waar het hier om gaat, waren dezelfde panelen als die ook aan [eiseres] zijn geleverd, alleen een iets langer formaat (bij [eiseres] waren het als ik mij goed herinner, panelen van 60 bij 30; dus de breedte was hetzelfde, alleen de lengte was anders). De panelen kwamen ergens uit China; ik weet niet wie de leverancier was, daar heb ik mij nooit mee bemoeid en dat is mij ook nooit verteld.

Er was weinig te doen aan het lekken. Er is van alles geprobeerd. Er is bijvoorbeeld geprobeerd met een lijmpistool de dopjes dicht te lijmen. Dat hielp echter niet. Iedereen binnen Boonstoppel Engineering was op de hoogte van het lekken; in ieder geval wist de directie er vanaf. Ik weet niet hoe de directie erop reageerde, dat vond plaats achter gesloten deuren. De panelen die terugkwamen werden in de warmtekamer getest en op temperatuur gebracht, zodat het materiaal ging smelten, met de vulopening naar beneden. Zodra er sprake was van lekkage werd geprobeerd er iets aan te doen. Dat was echter niet succesvol want de panelen gingen steeds opnieuw lekken, ook de panelen die goed getest waren. Ik weet niet precies wat er werd gedaan met de panelen, ik denk dat er andere panelen naar het project werden gestuurd. Hoe het verder is afgelopen met het project van [project 2] weet ik niet. (…)

Op vragen van mr. de Hair antwoord ik als volgt: (…) U houdt mij voor dat ik net verklaard heb dat de problemen met het project [project 2] zich in 2017 voordeden en u vraagt mij of ik dat nog iets concreter in de tijd kan aanduiden. Ik weet niet meer precies wanneer in 2017 dat was. Ik weet nog dat er emmers zijn gehangen aan het dak om de pcm op te vangen. Ik weet niet meer precies hoe het project in de tijd gefaseerd was. U vraagt mij hoe vaak er meldingen van lekken in het project [project 2] . Ik weet niet meer precies hoeveel meldingen er zijn geweest. Ik weet alleen nog dat het probleem zich gedurende een bepaalde periode een aantal keer voordeed. Er zijn nog twee collega’s met een hoogwerker naartoe geweest om schoon te maken.

U houdt mij voor dat ik verklaard heb dat de tuitjes van de panelen dicht geseald waren en u vraagt mij door wie dat is gebeurd. Dat is in de fabriek gebeurd.”

2.9. [persoon C] heeft over het project [project 2] het volgende verklaard:

“U houdt mij een korte samenvatting voor van wat de heer [persoon A] tijdens het vorige getuigenverhoor heeft verklaard over het project [project 2] . Over dat project wil ik het volgende verklaren. De heer [persoon A] heeft verklaard dat PCM uit de vulmondjes lekte. Voor mij is niet helemaal duidelijk dat dat het enige probleem was. De panelen zijn vanwege tijdsdruk direct vanuit de haven naar [project 2] uitgeleverd, zonder tussenstop bij Global E-Systems. Bij aankomst bleek dat er veel transportschade aan de panelen was. Achteraf bleek dat stapels met pallets bovenop elkaar waren gegooid. Bij sommige zaten de ‘lepels’ (de vorken van de vorkheftruck) dwars door de pallets heen. De dader lag op het kerkhof.

Toen bij aankomst bleek dat er van alles mis was, is de klant gaan uitsorteren: de panelen die wel goed waren en de panelen die niet goed waren. De panelen die niet goed waren, omdat ze lekten of anderszins kapot waren, werden terug geleverd aan Global E-Systems en zijn daarna vernietigd. Er kwamen andere panelen om de kapotte panelen te vervangen. Er is maar een keer een lading rechtstreeks van de haven naar [project 2] gegaan. Het uitsorteren gebeurde door de klant, die aan de hand van de buitenkant van de panelen controleerde of ze goed waren of niet. De goede panelen zijn gemonteerd en daarna is er dakbedekking overheen gegaan. Daarna zijn er toch weer een paar van die panelen gaan lekken, of die waren al lek. (…)

Op vragen van mr. De Hair antwoord ik als volgt: U houdt mij voor dat ik net verklaard heb dat [project 2] de panelen heeft verplaatst en uitgeselecteerd en u vraagt mij waarom [project 2] dat deed en niet Boonstoppel Engineering of GES. Boonstoppel Engineering was adviseur in dit project. Er was tijdsdruk aan de kant van [project 2] omdat ze het dak dicht moesten hebben. Daarom hebben ze besloten direct door te gaan en het verplaatsen en selecteren van panelen zelf te doen.

U vraagt mij hoe ik weet dat lekkages die later na montage van de panelen zijn opgetreden het gevolg waren van transportschade. Ik heb dat nooit kunnen beoordelen, want die panelen zaten onder de dakbedekking. De beoordeling heeft niet plaatsgevonden door Global E-Systems of door Boonstoppel Engineering.”

2.10. [persoon C] verklaart dat sprake was van transportschade aan de panelen, maar erkent dat er ook een probleem was met PCM-panelen die uit de vulmondjes lekten. De stelling van Boonstoppel Engineering dat die lekkende vulmondjes zeer waarschijnlijk als gevolg van het transport waren ontstaan, is niet onderbouwd en niet aannemelijk. De aangekomen panelen zijn door [project 2] op uiterlijke kenmerken gecontroleerd op schade. De ‘goede’ panelen werden gemonteerd, maar vervolgens zijn toch een paar van de panelen gaan lekken. [persoon C] heeft desgevraagd verklaard dat Boonstoppel Engineering niet heeft kunnen beoordelen dat de lekkages het gevolg waren van transportschade. Daar komt bij dat volgens [persoon A] de dopjes die op de vulmondjes waren gelast niet sterk genoeg waren en er daarom PCM-materiaal doorheen lekte. Verder heeft [persoon A] gemotiveerd verklaard dat de lekkende panelen die terug werden gestuurd werden getest om te bezien of de lekkage kon worden opgelost, maar dat geen enkele poging succesvol was. Boonstoppel Engineering heeft dat niet weersproken. Dat duidt erop dat het product zelf niet in orde was. Uit de verklaring van [persoon A] kan worden opgemaakt dat het lekken van de PCM-panelen een ernstig probleem was waarvan iedereen binnen Boonstoppel Engineering inclusief de directie op de hoogte was.

2.11. Het standpunt van Boonstoppel Engineering dat het bij project [project 2] ging om andere panelen dan bij [eiseres] , wordt niet gevolgd. Zij heeft dit verder niet onderbouwd, terwijl [persoon A] in concrete bewoordingen heeft verklaard dat de panelen in het project [project 2] dezelfde waren als die bij project [eiseres] , alleen een iets langer formaat.

2.12. Toen de problematiek rondom [project 2] speelde, eind 2016 dan wel begin 2017, had Boonstoppel Engineering het ontwerp van [eiseres] al aangeleverd, maar moest de uitvoering van de technische installatie van [eiseres] (augustus t/m oktober 2017) nog plaatsvinden. Hieruit volgt dat Boonstoppel Engineering gedurende de begeleiding van de uitvoering van het project [eiseres] ermee bekend was dat soortgelijke PCM-panelen bij het project van [project 2] waren gaan lekken als gevolg van gebrekkige PCM-panelen. In zoverre is [eiseres] geslaagd in haar bewijsopdracht.

Conclusie

2.13. De rechtbank stelt vast dat de lekkageproblemen bij project [project 2] terug te voeren zijn op een gebrek aan de PCM-panelen, doordat bij een aanzienlijk aantal panelen PCM-materiaal uit de vulmondjes lekte. Boonstoppel Engineering heeft geprobeerd de lekkende vulmondjes te herstellen, maar dat is niet gelukt. Zij heeft, blijkens de verklaring van [persoon A] , (al dan niet in samenspraak met GES) niet alleen met een hoogwerker plaatselijk moeten schoonmaken bij [project 2] maar ook de lekkende panelen moeten vervangen door nieuwe panelen. Die problemen hebben zich bovendien over een langere periode afgespeeld, aangezien zowel vóór als na de installatie lekkende panelen retour werden gezonden. Gelet op de ernst van dit gebrek aan de PCM-panelen, had het op de weg gelegen van Boonstoppel Engineering om bij andere projecten met soortgelijke panelen bedacht te zijn op het lekkageprobleem.

2.14. Dat dit gebrek aan PCM-panelen, voor zover hier kan worden vastgesteld, alleen in het project [project 2] heeft gespeeld, doet daar niet aan af. Het gaat om een ernstig gebrek met vergaande gevolgen bij een soortgelijk product dat Boonstoppel Engineering ook aan [eiseres] had geadviseerd om te gebruiken. Ten tijde van de problemen die bij [project 2] speelden, bevond project [eiseres] zich in de bouwfase. De technische installaties moesten nog plaatsvinden. Het lag in de rede dat Boonstoppel Engineering [eiseres] had gewezen op de risico op lekkage bij het gebruik van PCM-panelen. Op zijn minst had zij in het kader van de overeengekomen begeleiding van de uitvoering, voorafgaand aan de installatie moeten en kunnen controleren of de aan [eiseres] geleverde PCM-panelen niet lekten, en in voorkomend geval het ontwerp moeten bijstellen. Nu Boonstoppel Engineering dat heeft nagelaten, heeft zij niet de zorg van een goed opdrachtnemer zoals bedoeld in artikel 7:401 BW in acht genomen.

2.15. Dat betekent dat de geleverde en geïnstalleerde panelen ondeugdelijk waren en dat Boonstoppel Engineering aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden schade als gevolg daarvan. Boonstoppel Engineering wordt veroordeeld tot vergoeding van die schade nader op te maken bij staat.

Proceskosten

2.16. Boonstoppel Engineering wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [eiseres] veroordeeld op de wijze als hierna in de beslissing vermeld.

2.17. Ten aanzien van de kosten van de deskundige S. Mast geldt het volgende.

[eiseres] heeft een bedrag van € 15.000,00 inclusief btw in depot gestort in verband met het voorschot aan de deskundige voor door hem te maken kosten. De deskundige heeft voor zijn werkzaamheden bij factuur van 18 oktober 2023 een bedrag van € 6.621,72 inclusief btw in rekening gebracht. Dat bedrag komt de rechtbank niet onredelijk voor en partijen hebben desgevraagd ook geen bezwaar gemaakt tegen de factuur, zodat van die kosten is uitgegaan. De rechtbank stelt vast dat op 14 december 2023 de factuur van de deskundige uit het in het depot gestorte voorschot is voldaan en het meerdere dat [eiseres] in het depot heeft gestort, te weten € 8.378,28, aan [eiseres] is terugbetaald.

De kosten van de deskundige dienen voor rekening van [eiseres] te komen, omdat de bevindingen van de deskundige over de vraag of PCM-panelen over het algemeen geschikt waren voor toepassing, geen steun gaven aan de stellingen van [eiseres] . Nu die kosten reeds zijn afgewikkeld ten laste van [eiseres] , kan een beslissing daarover achterwege blijven.

2.18. De gevorderde vergoeding van de beslagkosten wordt afgewezen. Gesteld noch gebleken is dat [eiseres] beslagkosten heeft gemaakt.

2.19. De proceskosten van [eiseres] worden, gelet op het voorgaande, begroot op:

  • betekening oproeping € 95,43

  • griffierecht € 667,00

  • salaris advocaat € 3.684,00 (max. 6 punten x € 614,00)

  • nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal € 4.624,43

3 De beslissing

De rechtbank:

3.1. verklaart voor recht dat de geleverde en geïnstalleerde PCM-panelen ondeugdelijk waren en dat Boonstoppel Engineering aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden schade als gevolg daarvan;

3.2. veroordeelt Boonstoppel Engineering tot vergoeding van die schade nader op te maken bij staat;

3.3. veroordeelt Boonstoppel Engineering in de proceskosten van € 4.624,43, te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe; als betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, moet Boonstoppel Engineering € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;

3.4. verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2025. 2091 / 3393