Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10695 - Rechtbank Rotterdam - 4 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:106954 september 2025

Rechtsgebieden

Civiel RechtHuurrecht

Uitspraak inhoud

vonnis

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/705809 / KG ZA 25-873

Vonnis in kort geding van 4 september 2025

in de zaak van

STICHTING HAVENSTEDER, vestigingsplaats: Rotterdam, eiseres, advocaat mr. S.A. den Engelsen te Rotterdam,

tegen

1. [gedaagde 1] ,

2. [gedaagde 2], woonplaats: [woonplaats] , gedaagden, vertegenwoordigd door [persoon A] (zoon).

Partijen worden hierna Havensteder en [gedaagde 1] c.s. genoemd.

1 De zaak in het kort

1.1. [gedaagde 1] c.s. huren van Havensteder het appartement aan het adres [adres] ( [postcode] ) in Rotterdam. Havensteder wil vanaf 12 september 2025 werkzaamheden uitvoeren in het appartement en in een groot aantal aangrenzende en omliggende appartementen. [gedaagde 1] c.s. willen hier niet onvoorwaardelijk aan meewerken. Daarom vordert Havensteder dat [gedaagde 1] c.s. worden veroordeeld om de werkzaamheden te gedogen en, voor het geval dat [gedaagde 1] c.s. dat niet doen, dat [gedaagde 1] c.s. worden veroordeeld om het appartement tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Havensteder toe. Dit wordt hierna uitgelegd.

2 De procedure

2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

2.2. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de heer [persoon A] , een zoon van [gedaagde 1] c.s., via e-mail contact opgenomen met het Bureau Voorzieningenrechter om door te geven dat [gedaagde 1] c.s. de mondelinge behandeling vanwege verblijf in het buitenland niet kunnen bijwonen en om namens hen uitstel van de mondelinge behandeling te verzoeken. Havensteder heeft bezwaar gemaakt tegen dit uitstelverzoek. De voorzieningenrechter heeft vervolgens besloten de mondelinge behandeling doorgang te laten vinden vanwege de gestelde spoedeisendheid van de door Havensteder uit te voeren werkzaamheden en daarbij opgemerkt dat de zaak tijdens de mondelinge behandeling zal worden besproken met de dan aanwezige vertegenwoordigers van partijen. De heer [persoon B] , een andere zoon van [gedaagde 1] c.s., is vervolgens namens [gedaagde 1] c.s. verschenen tijdens de mondelinge behandeling. In de bijzondere omstandigheden van deze zaak – dat Havensteder de dagvaarding op verkorte termijn én vrij kort voor de geplande aanvang van de werkzaamheden heeft laten uitbrengen en dat [gedaagde 1] c.s. toen al in het buitenland verbleven – ziet de voorzieningenrechter aanleiding om geen verstek tegen [gedaagde 1] c.s. te verlenen. De standpunten van [gedaagde 1] c.s. ten aanzien van de voorgenomen werkzaamheden, die zijn uiteengezet in e-mailcorrespondentie tussen partijen, worden daarom – zoals namens [gedaagde 1] c.s. verzocht – inhoudelijk beoordeeld.

3 De beoordeling

3.1. De werkzaamheden die Havensteder in het appartement wil uitvoeren, betreffen renovatiewerkzaamheden. Daarvoor bepaalt artikel 7:220 BW dat [gedaagde 1] c.s. Havensteder in de gelegenheid moeten stellen om die werkzaamheden uit te voeren, onder de voorwaarde dat Havensteder alle huurders van de appartementen in het complex een redelijk voorstel heeft gedaan. Uit de stukken blijkt dat Havensteder dat heeft gedaan. Ten minste 70% van de huurders heeft met het voorstel van Havensteder ingestemd. [gedaagde 1] c.s. zijn daarover geïnformeerd en hebben nagelaten om dit op tijd door de rechter te laten toetsen. Daarmee staat de redelijkheid van het voorstel van Havensteder vast.

3.2. Uit e-mailcorrespondentie tussen partijen blijkt dat [gedaagde 1] c.s. – kort gezegd – een uitdrukkelijke toezegging van Havensteder willen krijgen dat Havensteder (a) de kosten voor het na de renovatie zo nodig aanpassen van een op maat gemaakte zitbank volledig zal vergoeden, (b) de aannemer opdracht zal geven om zo nodig voor rekening en risico van Havensteder in het appartement aanwezige kasten te verplaatsen/demonteren, (c) eventuele schade aan het door [gedaagde 1] c.s. in het appartement aangebrachte tegelwerk volledig zal vergoeden en (d) [gedaagde 1] c.s. vanwege hun kwetsbare gezondheid aanbiedt om gedurende de werkzaamheden in een zorghotel of vergelijkbare accommodatie te verblijven (zie bijlage 4 van Havensteder).

3.3. De wens van [gedaagde 1] c.s. om een aantal uitdrukkelijke toezeggingen van Havensteder te krijgen, doet naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet af aan de verplichting van [gedaagde 1] c.s. om Havensteder in de gelegenheid te stellen de werkzaamheden in het appartement uit te voeren. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat Havensteder al heeft aangeboden om een (gedeeltelijke) vergoeding voor het zo nodig aanpassen van de op maat gemaakte bank te betalen en om de aannemer opdracht te geven om zo nodig in het appartement aanwezige kasten te verplaatsen. Verder is tijdens de mondelinge behandeling gebleken dat [gedaagde 1] c.s. tijdens de uitvoering van de werkzaamheden in het appartement kunnen blijven wonen, omdat het niet nodig is om het toilet, de badkamer en de keuken te vervangen. Van Havensteder kan niet worden verwacht dat zij voor het überhaupt ontstaan van enige schade al allerlei vergaande toezeggingen doet voor wat betreft door [gedaagde 1] c.s. mogelijk te ontvangen vergoedingen in het geval dat daadwerkelijk schade ontstaat. In het geval dat na de uitvoering van de werkzaamheden mocht blijken dat daadwerkelijk schade is ontstaan aan in het appartement aanwezige kasten of tegelwerk of als dan blijkt dat de op maat gemaakte bank daadwerkelijk moet worden aangepast, kunnen partijen met elkaar in overleg treden over eventuele vergoedingen en de exacte hoogte daarvan. Als [gedaagde 1] c.s. zich vervolgens niet kunnen vinden in de al dan niet door Havensteder aangeboden (hoogte van de) vergoedingen, staat het hen vrij om daar een procedure over te starten.

3.4. De conclusie is dat [gedaagde 1] c.s. de werkzaamheden moeten gedogen. Als zij dat niet doen, moeten zij het appartement tijdelijk en/of gedeeltelijk ontruimen. De hierop gerichte vorderingen van Havensteder worden toegewezen. Havensteder heeft daar gelet op de geplande aanvangsdatum voor de werkzaamheden van 12 september 2025 voldoende spoedeisend belang bij. Een belangenafweging valt mede daarom én vanwege de onweersproken stelling van Havensteder dat zij aanzienlijke financiële lijdt in het geval dat de renovatie vertraging oploopt uit in het voordeel van Havensteder.

3.5. Havensteder heeft verzocht om de beveltermijn voor de ontruiming van drie dagen te verkorten tot 24 uur op grond van artikel 555 lid 1 Rv in samenhang met artikel 502 lid 1 Rv. Daaraan legt Havensteder ten grondslag dat de voorzieningenrechter dan iets meer tijd heeft om dit vonnis te wijzen, gelet op de geplande aanvangsdatum voor de werkzaamheden. Aangezien de voorzieningenrechter vandaag uitspraak doet, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om de beveltermijn te verkorten. Daarom wordt de beveltermijn in afwijking van de vordering gesteld op drie dagen na betekening van dit vonnis.

3.6. [gedaagde 1] c.s. zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom hoofdelijk de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Havensteder worden begroot op:

  • dagvaarding € 146,43

  • griffierecht € 714,00

  • salaris advocaat € 715,00 (tarief eenvoudige zaak)

  • nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal € 1.753,43

3.7. Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat het belang van Havensteder om op 12 september 2025 met de werkzaamheden te kunnen beginnen zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde 1] c.s. om de uitkomst van een eventuele hoger beroepsprocedure af te kunnen wachten.

4 De beslissing

De voorzieningenrechter:

4.1. veroordeelt [gedaagde 1] c.s. om de hierna te noemen werkzaamheden in en aan het appartement aan het adres [adres] ( [postcode] ) in Rotterdam te gedogen:

  • plaatsen eigen warmte-afleverset;
  • aanbrengen perilex stopcontact (elektrisch koken);
  • verwijderen gasaansluiting;
  • plaatsen collectieve mechanische ventilatie (CO2 gestuurd);
  • plaatsen nieuwe radiatoren en opbouwleidingwerk;
  • vervangen groepenkast;
  • brandveiliger maken van de woning; en
  • vervangen voordeuren (incl. elektrische deurdranger en rookmelder voor de brandveiligheid);

en in het geval dat [gedaagde 1] c.s. weigeren om te voldoen aan de veroordeling in 4.1.:

4.2. veroordeelt [gedaagde 1] c.s. om het appartement aan het adres [adres] ( [postcode] ) in Rotterdam binnen drie dagen na betekening van dit vonnis tijdelijk en/of gedeeltelijk te ontruimen en verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensteder zijn, en onder afgifte van alle sleutels ter vrije en algehele beschikking van Havensteder, dan wel een door Havensteder in te schakelen derde te stellen voor de duur van de in de veroordeling in 4.1. genoemde werkzaamheden, voor zover en zo lang dit noodzakelijk is om die werkzaamheden uit te (laten) voeren;

en in alle gevallen:

4.3. veroordeelt [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk in de proceskosten van € 1.753,43, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde 1] c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend, dan moeten [gedaagde 1] c.s. € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;

4.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

4.5. wijst al het andere af.

Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2025. [3349 / 1729]