ECLI:NL:RBOVE:2024:837 - Rechtbank Overijssel - 13 februari 2024
Uitspraak
Uitspraak inhoud
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10634250 \ CV EXPL 23-2947
Vonnis van 13 februari 2024
in de zaak van
[eiser], wonende te [woonplaats], eisende partij, hierna te noemen: [eiser], gemachtigde: mr. S. Yadegari,
tegen
**[gedaagde]**h.o.d.n. [bedrijf 1], gevestigd te [vestigingsplaats], gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde], gemachtigde: mr. C. Cenik.
1 De zaak in het kort
1.1. [eiser] heeft van [gedaagde] een tweedehandsauto gekocht. De auto voldoet volgens [eiser] niet aan wat zij van de auto mocht verwachten, omdat binnen een maand na aankoop is geconstateerd dat de motor moet worden vervangen en zij de auto tot die tijd niet kan gebruiken. De kantonrechter is van oordeel dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst. [eiser] heeft [gedaagde] voldoende in de gelegenheid gesteld om de auto op te halen, te onderzoeken en te herstellen. Aangezien [gedaagde] dat niet heeft gedaan, heeft [eiser] de koopovereenkomst terecht ontbonden. [gedaagde] moet de koopprijs aan [eiser] terugbetalen en de auto bij haar (laten) ophalen.
2 De procedure
2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 oktober 2023;
- de akte aanvullende producties 7 t/m 12, wijziging van eis: aanvulling van eis meer subsidiair van [eiser];
- de brief van 8 januari 2024 met producties 7 tot en met 12 van [gedaagde];
- de mondelinge behandeling van 16 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekeningen van mr. Cenik.
2.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
3 De feiten
3.1. [gedaagde] is een professionele partij die auto’s in- en verkoopt. [eiser] is een consument.
3.2. [gedaagde] heeft een tweedehands Citroën C3 met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) te koop aangeboden op www.marktplaats.nl. Op 29 april 2023 hebben [eiser] en haar vader een proefrit gemaakt in de auto en een aanbetaling gedaan van € 600,00. Op 2 mei 2023 heeft [eiser] de auto opgehaald en de rest van de aankoopprijs betaald. In totaal heeft de auto € 5.600,00 gekost. Op de factuur van 2 mei 2023 staat onder andere: “Auto heeft onderhoud nodig”.
3.3. Op 31 mei 2023 heeft [eiser] de auto naar [bedrijf 2] gebracht voor het vervangen van de distributieriem. [eiser] heeft [gedaagde] op 3 juni 2023 per e-mail meegedeeld dat de garage ernstige motorschade vermoedt, en [gedaagde] gevraagd om een oplossing. [bedrijf 2] heeft op 22 juni 2023 een Wettelijke Garantie Diagnose Formulier ingevuld waarop onder andere staat dat de motor van de auto moet worden vervangen. In verband met de diagnose door [bedrijf 2] heeft de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] op 27 juni 2023 in gebreke gesteld en gevraagd op eigen kosten de auto op te halen en te repareren.
4 Wat vorderen partijen?
Wat vordert [eiser]?
4.1. [eiser] vordert dat [gedaagde] haar de koopprijs voor de auto van € 5.600,00 terugbetaalt en de auto bij haar ophaalt, omdat de overeenkomst is ontbonden. Voor het geval de kantonrechter deze terugbetaling niet toewijst, vordert [eiser] dat zij de auto door een derde mag laten herstellen op kosten van [gedaagde] of (als dat ook niet wordt toegewezen) dat [gedaagde] wordt veroordeeld de auto te herstellen. Daarnaast wil [eiser] dat [gedaagde] de door haar betaalde motorrijtuigenbelasting voor de auto en de verzekeringspremies voor de auto vergoedt tot de datum waarop het kenteken is geschorst. Ten slotte wil [eiser] ook dat [gedaagde] wettelijke rente over de genoemde bedragen betaalt en de buitengerechtelijke kosten en kosten voor deze procedure aan haar vergoedt.
4.2. [eiser] voert aan dat [gedaagde] haar een auto heeft verkocht die niet voldoet aan wat zij van de auto mocht verwachten. Binnen een maand na aankoop is door [bedrijf 2] geconstateerd dat de motor van de auto moet worden vervangen, omdat de lagers meer worden belast en de katalysator niet goed werkt. Tot dat is gedaan, is het niet verantwoord om met de auto te rijden. [eiser] kan de auto dus al maanden niet gebruiken. [gedaagde] is niet bereid de auto op te halen en te herstellen, ondanks dat [eiser] hem dat wel heeft gevraagd. Daarom heeft [eiser] de koopovereenkomst ontbonden.
Wat vindt [gedaagde] daarvan?
4.3. [gedaagde] is het niet eens met [eiser]. Volgens [gedaagde] is door [eiser] niet voldoende onderbouwd dat de auto stuk is. [bedrijf 2] is niet betrouwbaar. Bovendien kunnen een extra belaste lager en slecht werkende katalysator (voor zover dat al waar zou zijn) niet leiden tot motorproblemen. [gedaagde] was bovendien wel bereid de auto te onderzoeken, maar [eiser] wilde de auto niet naar hem toebrengen. Hij heeft dus nooit een reële kans gehad om de auto te onderzoeken en, indien nodig, te herstellen. [gedaagde] vindt daarom dat de vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen en dat [eiser] hem de kosten voor deze procedure moet vergoeden.
4.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
5 De beoordeling
5.1. Partijen hebben een koopovereenkomst gesloten. De verkochte zaak, in dit geval de auto, moet aan de overeenkomst beantwoorden.
[eiser] moest rekening houden met noodzakelijk onderhoud, maar niet met reparaties die het normaal onderhouden van de auto te boven gaan.
5.2. Partijen zijn het erover eens dat [eiser] de auto kocht voor eigen gebruik en dat zij met de auto zou gaan rijden op de openbare weg. Dat was [gedaagde] ook bekend. Het is vaste rechtspraak dat de koper in dat geval in ieder geval van de auto mag verwachten dat het gebruik daarvan geen gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert.
De auto vertoont gebreken; niet goed werkende katalysator, verkeerd belaste lagers
5.3. [eiser] heeft gesteld dat de auto inwendige ernstige motorschade heeft en dat de motor daarom moet worden vervangen. Zij heeft haar stellingen onderbouwd met het diagnose-formulier ingevuld op 22 juni 2023 door [bedrijf 2]. In het formulier staat onder andere:
“Welke onderdelen zijn stuk? 1e. […]Oliereservoir ernstig vervuild. met daarin een axiaal krukaslager. 2e. Diagnose-lampje: telkens terugkerende motor-storing Dit duidt op een niet goed werkende katalysator.
Gevolgen
*(…)*
Motor slijt harder dan normaal. lagers worden op een verkeerde manier belast.
Reparatie (…) motor vervangen!
Is de auto zonder reparatie normaal te gebruiken? Nee, is (ernstig) onveilig (…)
Ziet u bewijs dat deze reparatie noodzakelijk is geworden omdat de auto door de huidige eigenaar misbruikt is? Nee, zeker niet
Hoort deze reparatie bij het normale onderhoud volgens de fabrieksopgave? Nee”
Op 23 juni 2023 heeft [bedrijf 2] nog een aanvullende verklaring opgesteld waarin onder andere staat:
“Hierbij verklaart ondergetekende dat het onverantwoord is met bovenstaande auto te rijden, gezien de ernst van de motorschade en een niet goedwerkende katalysator, (…)”
Nadien heeft [eiser] nog een aanvullende verklaring van [bedrijf 2] overgelegd.
5.4. [gedaagde] heeft de stellingen van [eiser] betwist. Volgens hem leiden de constateringen van [bedrijf 2] niet tot de conclusie dat de motor moet worden vervangen en ook niet tot de conclusie dat niet veilig met de auto kan worden gereden. [gedaagde] heeft een verklaring van [bedrijf 3] B.V. overgelegd. In die verklaring staat onder andere:
“De katalysator en axiaal lager kunnen bij normaal gebruik van het voertuig ontstaan en dus inherent aan gebruik”.
Ook heeft [gedaagde] een verklaring van Autobedrijf Aalsvoort v.o.f. overgelegd waarin onder andere staat:
“Krukas Hoofdlagers dit lagers zijn bedoeld om krachten krukas tijdens Het voertuig optrekken en afremmen van het voertuig axiaal lagers heet geen betrekking TOT motorprobleem.**Deze twee stellingen hebben geen invloed op motorprobleem.**Dat deze gebreken van het voertuig bij normaal gebruik geen gevaar opleveren Aan verkeersveiligheid.”
5.5. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] voldoende heeft onderbouwd dat de auto gebreken heeft. [bedrijf 2] heeft de auto onderzocht, heeft beschreven wat zijn bevindingen zijn, en heeft daarmee zijn conclusies onderbouwd. Zelfs als de diagnose buiten openingstijden is gesteld, betekent dat niet dat de diagnose onjuist is. Bovendien heeft [bedrijf 2] na de diagnose nog expliciet bevestigd dat het rijden met de auto zonder reparatie gevaarlijk is. [gedaagde] heeft dat vervolgens onvoldoende gemotiveerd betwist. De twee verklaringen die zijn overgelegd door [gedaagde] zijn onvoldoende specifiek en duidelijk. De verklaringen zijn afkomstig van personen die de auto niet zelf hebben onderzocht, maar die ook geen duidelijke inhoud hebben. De zinnen lopen niet, zodat niet duidelijk is wat precies wordt bedoeld. Uit de verklaringen blijkt ook niet waar de conclusies op zijn gebaseerd. Gelet op de specifieke verklaringen van [bedrijf 2], had [gedaagde] zijn betwisting beter moeten motiveren door bijvoorbeeld duidelijke verklaringen over te leggen. De kantonrechter stelt daarom conform de diagnose van [bedrijf 2] vast dat de auto gebreken vertoont, bestaande uit een slecht werkende katalysator en verkeerd belaste lagers die leiden tot inwendige motorschade.
De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst
5.6. [bedrijf 2] heeft geconcludeerd dat het onverantwoord is om met de auto deel te nemen aan het verkeer totdat de noodzakelijke reparaties zijn uitgevoerd. Bovendien vallen de uit te voeren reparaties volgens [bedrijf 2] niet onder het normaal onderhoud van de auto. De auto is dus niet geschikt, althans niet veilig genoeg, om in te rijden en de werkzaamheden gaan ‘onderhoud’ te boven. [eiser] hoefde hier, zoals uitgelegd in 5.2, geen rekening mee te houden.
5.7. Aangezien de gebreken zich binnen een jaar na aankoop hebben geopenbaard, worden deze gebreken vermoed al aanwezig te zijn geweest bij de aankoop.
[eiser] heeft de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden
5.8. [eiser] heeft het recht de overeenkomst te ontbinden als de gekochte auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, maar wel pas nadat zij [gedaagde] in de gelegenheid heeft gesteld om de auto te herstellen en [gedaagde] dat niet heeft gedaan.
5.9. Ontbinding van de overeenkomst zorgt ervoor dat partijen de verrichte prestaties ongedaan moeten maken. [eiser] moet de auto teruggeven aan [gedaagde] en [gedaagde] moet de betaalde koopprijs aan [eiser] terugbetalen. Ook in dit geval is het aan [gedaagde] om de auto bij [eiser] te (laten) ophalen. De kantonrechter ziet in de houding van [gedaagde] geen aanleiding om te veronderstellen dat hij niet aan een verplichting uit het vonnis zal voldoen. De gevorderde dwangsom zal daarom worden afgewezen.
5.10. Naast terugbetaling van de koopprijs kan [eiser] ook aanspraak maken op schadevergoeding. [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst door een auto te leveren die niet aan de overeenkomst beantwoordt. Hij is daarom verplicht de schade te vergoeden die [eiser] als gevolg van die tekortkoming heeft geleden.
5.11. [eiser] heeft ook betaling van wettelijke rente en vergoeding van € 792,55 aan buitengerechtelijke kosten gevorderd. Vanaf de datum van verzuim (19 juli 2023) is [gedaagde] over de verschuldigde koopprijs en schadevergoeding ook de wettelijke rente verschuldigd. De vordering van [eiser] tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen voor een bedrag van € 663,48, omdat dit het bedrag is dat volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten hoort bij het deel van de hoofdsom dat zal worden toegewezen.
Conclusie
5.12. Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
De hoofdsom te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 juli 2023.
5.13. [gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
6 De beslissing
De kantonrechter
6.1. veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 6.433,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.769,52 vanaf 19 juli 2023 tot de dag van volledige betaling;
6.2. bepaalt dat [gedaagde] de auto binnen twee weken na dit vonnis bij [eiser] moet (laten) ophalen en dat [eiser] ook binnen twee weken na dit vonnis moet meewerken aan het (laten) ophalen van de auto;
6.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.190,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Scheeper en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2024.
Zie artikel 7:17, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Zie artikel 7:17, tweede lid, BW.
Zie Hoge Raad, 15 april 1994, NJ 1995, 614.
Zie productie 9 bij Akte aanvullende producties 7 t/m 12, wijziging van eis: aanvulling van eis meer subsidiair.
Zie artikel 7:18a, tweede lid, BW.
Zie Hoge Raad, 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1666.
Zie artikel 7:22, eerste en tweede lid, BW.
Zie artikel 7:21, zevende lid, BW.
Zie artikel 6:74 BW.
De schadevergoeding is als volgt berekend:
Juli 2023 (12 dagen): € 49,86 / 30 dagen x 12 dagen = € 19,94
Augustus 2023 tot en met oktober 2023: € 49,86 x 3 maanden = € 149,58