ECLI:NL:RBOBR:2025:5889 - Rechtbank Oost-Brabant - 23 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 24/4108
(gemachtigde: mr. E.R. Jonkman),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het UWV (gemachtigde: [naam]).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [naam] (de werkgever).
- Deze uitspraak gaat over de toekenning van een WIA
[1] -uitkering aan eiseres met ingang van 19 juni 2023 naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 74,09%. Eiseres is het niet eens met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank of het arbeidsongeschiktheidspercentage in stand kan blijven.
Procesverloop
- Met het besluit van 27 oktober 2023 heeft het UWV beoordeeld dat eiseres per 19 juni 2023 74,50% arbeidsongeschikt is en daarom aan haar een WIA-uitkering toegekend.
2.1. Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Met het besluit van 29 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar gegrond verklaard en de mate van arbeidsongeschiktheid gewijzigd naar 74,09%.
2.2. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
2.3. Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.4. Eiseres heeft nadere stukken ingediend.
2.5. De rechtbank heeft het beroep op 21 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV.
2.6. Omdat eiseres geen toestemming heeft gegeven om haar medische gegevens aan de werkgever te verstrekken, heeft de rechtbank onder toepassing van artikel 8:32, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald dat kennisneming van medische stukken is voorbehouden aan een daartoe bevoegde gemachtigde van werkgever.
De feiten
- Eiseres werkte als generalist GGP bij werkgever voor gemiddeld 32 uur per week. Op 16 juni 2021 meldde zij zich ziek voor dit werk. Na het doorlopen van de wachttijd van 104 weken heeft eiseres op 23 maart 2023 een WIA-uitkering aangevraagd. Dat heeft geleid tot de besluitvorming die onder het kopje ‘Procesverloop’ is weergegeven.
Beoordeling door de rechtbank
Standpunten van partijen
-
Het UWV stelt zich in het bestreden besluit op het standpunt dat eiseres per 19 juni 2023 74,09% arbeidsongeschikt is. Daarbij verwijst het UWV naar de beoordelingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (B&B) en de arbeidsdeskundige B&B.
-
Eiseres is het daar niet mee eens. Eiseres stelt dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is in de zin van artikel 4 Wet WIA en dat daarom aan haar een IVA-uitkering moet worden toegekend. Er is ten onrechte geen verdergaande urenbeperking opgenomen. Verder vindt eiseres dat de verzekeringsartsen van het UWV haar beperkingen hebben onderschat. Eiseres stelt tot slot dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn.
De redenen voor de beslissing van de rechtbank
De zorgvuldigheid van het onderzoek
- De rechtbank ziet geen aanleiding voor het oordeel dat het onderzoek van het UWV onvoldoende zorgvuldig is geweest. De rapportages van de verzekeringsartsen bevatten geen tegenstrijdigheden en de conclusies vloeien logisch voort uit hun bevindingen.
De medisch inhoudelijke beoordeling
-
De rechtbank beoordeelt of eiseres met wat zij heeft aangevoerd twijfel heeft doen ontstaan aan de juistheid van de besluitvorming door het UWV. De rechtbank oordeelt hierover als volgt.
-
Het UWV is bekend dat eiseres psychische en lichamelijke klachten heeft. De primaire arts heeft op 17 september 2023 een functionele mogelijkhedenlijst (hierna: FML) opgesteld waarin diverse beperkingen zijn opgenomen in de rubrieken 1 (persoonlijk functioneren), 2 (sociaal functioneren), 4 (dynamische handelingen), 5 (statische houdingen). Vanwege de spanningen die gepaard gaan met de vermoeidheidsklachten en vanwege verminderde beschikbaarheid door behandeling is eiseres aangewezen op een urenbeperking van 4 uur per dag en 20 uur per week, is ze aangewezen op regelmatige werktijden en kan ze niet ’s nachts werken. De verzekeringsarts B&B heeft in haar rapport uitgelegd waarom zij geen aanleiding ziet voor meer of forsere beperkingen en dat zij gelet op de richtlijnen die zijn opgenomen in de Standaard ‘Duurbelastbaarheid in arbeid’ (hierna: Standaard) geen aanleiding ziet voor een verdere urenbeperking.
-
Eiseres heeft op de zitting de beroepsgrond dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is in de zin van artikel 4 wet WIA en daarom aan haar een IVA-uitkering moet worden toegekend, ingetrokken. Deze beroepsgrond hoeft daarom niet nader te worden besproken.
-
Eiseres stelt dat haar beperkingen zijn onderschat. Ze kan gelet op haar PTSS haar aandacht niet meer vasthouden en verdelen. Daarnaast heeft ze ook concentratieproblemen. Eiseres heeft onder verwijzing naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 juli 2025 aangevoerd dat haar aandoeningen en beperkingen voldoende medisch zijn onderbouwd.
[2] Volgens eiseres is ze aangewezen op een beperking op items 1.1. (vasthouden van de aandacht in het dagelijks functioneren), 1.2. (verdelen van de aandacht in het dagelijks functioneren) en 1.3. (herinneren in het dagelijks functioneren). Bij het vasthouden van de aandacht is het van belang dat eiseres meer dan een half uur de aandacht kan vasthouden. Ze is daartoe niet in staat, omdat ze niet langer dan 25 minuten auto kan rijden. Daarnaast vraagt de basisinformatie CBBS bij het verdelen van de aandacht dat ze soepel kan omschakelen naar een voorwerp van aandacht met behoud van overzicht op het geheel. Hoewel eiseres korte stukjes in haar auto rijdt, is het niet zo dat ze soepel kan omschakelen van een voorwerp van aandacht met behoud van het overzicht. Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst eiseres naar het rapportage van het psychotraumacentrum Zuid-Nederland van 22 juni 2022 en naar twee brieven van haar psychotherapeut.
10.1. De verzekeringsarts B&B ziet geen aanleiding een beperking aan te nemen op deze items. Zij heeft in haar rapport van 11 oktober 2024 toegelicht dat hiervoor geen aanleiding bestaat, gelet op de gestelde diagnoses en de aangeleverde medische informatie.
10.2. De rechtbank ziet geen aanleiding om te oordelen dat een beperking op item 1.1. had moeten worden aangenomen. De rechtbank betrekt daarbij dat een stoornis als bedoeld in item 1.1. volgens de basisinformatie CBBS (Claim Beoordelings- en Borgingssysteem) in het algemeen alleen zal voorkomen bij een ernstige stoornis. Vuistregel is dat als iemand tijdens het gesprek – bij de (verzekerings)arts – adequaat begrijpt en reageert, het niet aannemelijk is dat de betrokkene een stoornis heeft in het vasthouden van de aandacht als bedoeld bij dit item. In het rapport van de primaire arts van 17 september 2023 staat beschreven dat eiseres haar aandacht tijdens het gesprek goed kon vasthouden en dat er verder geen afwijkingen zijn geconstateerd.
10.2.1. Tevens ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat een beperking op item 1.2. noodzakelijk is. Zoals het UWV ook op de zitting heeft toegelicht en zoals opgenomen in de basisinformatie CBBS, is er per definitie geen sprake van een beperking op dit item wanneer een betrokkene met een vervoermiddel deel kan nemen aan het verkeer. Vaststaat dat eiseres auto kan rijden. Dat eiseres hier – naar eigen zeggen – niet langer dan 25 minuten toe in staat is, is niet van belang. De duur doet gelet op de basisinformatie CBBS namelijk niet ter zake bij dit item.
10.2.2. Met betrekking tot item 1.3. overweegt de rechtbank het volgende. Gelet op de uitleg die aan dit item wordt gegeven in de basisinformatie CBBS bestaat er pas aanleiding om een beperking op dit item aan te nemen als er sprake is van ernstige stoornissen zoals neurocognitieve stoornissen en ernstige schade in de hersenen. Van deze stoornissen is bij eiseres geen sprake. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om te oordelen dat een beperking op item 1.3. had moeten worden aangenomen.
- Eiseres stelt zich op het standpunt dat een verdergaande urenbeperking op basis van preventieve gronden op zijn plaats is. Eiseres heeft op de zitting toegelicht dat er sprake is van een patroon van overschrijding van de eigen grenzen, zelfoverschatting en een beperkt ziektebesef gelet op de PTSS als gevolg van de incidenten die eiseres heeft meegemaakt. Daarnaast is sprake van een stoornis in de energiehuishouding door haar verminderde mogelijkheden tot herstel, aldus eiseres. Ter onderbouwing verwijst eiseres naar een medische verklaring van haar psychotherapeut.
11.1. De verzekeringsarts B&B ziet, zoals toegelicht in haar rapport van 11 oktober 2024, geen aanleiding voor een verdere urenbeperking gelet op de Standaard. Er zijn geen aanwijzingen dat dat de werkzaamheden op deze tijden tot een verslechtering van de gezondheidstoestand zou leidden en hiermee een beperking op preventieve gronden zou rechtvaardigen. Het UWV heeft op de zitting toegelicht dat eiseres haar leven moet inrichten op haar beperkingen en dat ze moet leren om haar grenzen te bewaken. Er is echter geen sprake van zelfoverschatting als gevolg van een ziektebeeld. Verder zijn er geen energetische tekorten welke herleidbaar zijn tot een medisch objectiveerbare oorzaak.
11.2. De rechtbank kan de toelichting van de verzekeringsarts B&B volgen. Volgens eiseres zijn haar klachten dermate ernstig dat ze niet in staat is om 4 uur per dag en 20 uur per week te werken, maar een medische onderbouwing daarvan ontbreekt. Niet is gebleken dat de zelfoverschatting van eiseres voortkomt uit een medische oorzaak. Met wat eiseres heeft aangevoerd en het ontbreken van een medische oorzaak ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat een verdergaande urenbeperking noodzakelijk is.
De arbeidskundige kant van de zaak
- Volgens eiseres kan ze de functies die de arbeidsdeskundigen voor haar hebben geselecteerd niet uitvoeren. Zij voert daartoe het volgende aan.
12.1. Eiseres voert aan dat zij de functies productiemedewerker confectie (SBC-code 272042) en medewerker binderij (SBC-code 268030) niet kan uitvoeren vanwege haar gehoorklachten en haar overprikkeld zenuwstelsel. In deze functies is er continu sprake van omgevingsgeluiden en visuele prikkels. Er wordt in de functie van productiemedewerker confectie tevens gewerkt met gehoorbescherming, maar doordat er wordt samengewerkt met collega’s kan de gehoorbescherming niet continu worden gedragen. Op de zitting heeft eiseres verder toegelicht dat in bezwaar één van de functies niet passend werd bevonden, vanwege de gehoorbescherming die maar aan één oor gedragen kan worden en door de aanwezigheid van omgevingsgeluiden. Om deze reden zijn de bovengenoemde functies ook niet geschikt te achtten.
12.1.2. De rechtbank volgt het standpunt van eiseres niet. De verzekeringsarts B&B heeft in haar rapport van 11 oktober 2024 toegelicht dat eiseres is aangewezen op een rustige omgeving. Indien nodig kan eiseres wel gehoorbescherming dragen. De arbeidsdeskundige B&B heeft in zijn rapport van 23 oktober 2024 toegelicht dat er in de functie medewerker binderij geen sprake van een kenmerkende belasting op auditieve prikkels. Daarom overschrijdt deze functie de belastbaarheid van eiseres niet. Ook de functie productiemedewerker confectie overschrijdt de belastbaarheid niet, omdat er in deze functie gehoorbescherming gedragen kan worden. De rechtbank kan deze toelichting volgen. Het betoog van eiseres dat er in de bezwaarfase één functie niet geschikt werd geacht omdat er maar aan één oor gehoorbescherming gedragen kan worden en dat deze functies daardoor ook niet geschikt zijn, slaagt niet. In deze functie kon er namelijk maar aan één oor gehoorbescherming gedragen worden en dat is hier niet aan de orde. De beroepsgrond slaagt niet.
12.2. Tevens stelt eiseres dat de functie van huishoudelijk medewerker gebouwen (SBC-code 111334) niet geschikt is, omdat de functie plaatsvindt in het ziekenhuis. Dit brengt met zich mee dat sirenes van ambulances hoorbaar zijn, en dat is door onder andere haar gevoeligheid, prikkelbaarheid en schrikreacties geen optie. Daarnaast wordt in de resultaat functiebelasting beschreven dat de functie een starttijd van 07:00 uur heeft. Gelet op haar slaapproblemen en vervoersproblemen is dit niet haalbaar voor eiseres.
12.2.1. Het UWV stelt dat de functie geschikt is en verwijst naar het oordeel van de arbeidsdeskundige B&B. Verder heeft het UWV ter zitting toegelicht dat als het in deze functie zou voorkomen dat er continu sirenes te horen zijn, de arbeidsdeskundig analist dit had moeten constateren en moeten opnemen in de resultaat functiebelasting. Nu er in de resultaat functiebelasting niets staat opgenomen over het geluid van sirenes, kan er vanuit worden gegaan dat de functie geen geluidsbelasting heeft.
12.2.2. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling. Zoals ook overwogen onder 12.1.2. heeft de verzekeringsarts B&B overwogen dat eiseres is aangewezen op een rustige omgeving. In de resultaat functiebelasting heeft de arbeidsdeskundig analist opgemerkt dat sprake is van visuele en auditieve belasting door lopende en pratende mensen in de werkomgeving. Het geluid van sirenes wordt dan ook niet opgemerkt in de resultaat functiebelasting waardoor de rechtbank het standpunt van het UWV kan volgen. Eiseres heeft verder onvoldoende toegelicht op welke item(s) de functie haar belastbaarheid overschrijdt. Met betrekking tot de starttijd van de functie overweegt de rechtbank het volgende. De verzekeringsarts B&B heeft een beperking aangenomen op het gebied van werktijden, namelijk dat eiseres ’s nachts (00:00 uur tot 06:00 uur) niet kan werken. Nu de functie een starttijd heeft vanaf 07:00 uur, is geen sprake van een overschrijding van haar belastbaarheid. Deze beroepsgrond slaagt niet.
12.3. Tot slot stelt eiseres dat er weliswaar een beperking is aangenomen voor werk zonder verhoogd persoonlijk risico (item 1.8.6.), maar dat er in de functies wel met een soldeerbout, knipmachine, kniptang en striptang wordt gewerkt. De verzekeringsarts B&B heeft bij deze beperking toegelicht dat eiseres niet in omstandigheden kan werken met verwondings- of ongevalsrisico, zoals werken op hoogtes, open water, verkeer, enzovoorts. Nu er geen beperking is aangenomen voor het werken met (gevaarlijke) machines en gereedschappen, wordt de belastbaarheid van eiseres niet overschreden door het werken met de benoemde machines en gereedschappen. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
- Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.C. Veelenturf, rechter, in aanwezigheid van mr. M.P. Kool, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 23 september 2025.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, Wet WIA.
Centrale Raad van Beroep, 17 juli 2025, ECLI:NL:CRVB:2025:990.