ECLI:NL:RBNHO:2025:9907 - Rechtbank Noord-Holland - 3 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 11667157 \ CV EXPL 25-1541
Vonnis van 3 september 2025
in de zaak van
BASIC-FIT NEDERLAND B.V., H.O.D.N. BASIC-FIT ALKMAAR OOSTERWEEZENSTRAAT, te Hoofddorp, eisende partij, hierna te noemen: Basic-Fit, gemachtigde: Bosveld Beverwijk B.V.,
tegen
[gedaagde], te [woonplaats] , gedaagde partij, hierna te noemen: [gedaagde] , procederend in persoon.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
de dagvaarding
-
het proces-verbaal van de mondelinge conclusie van antwoord
-
de conclusie van repliek
-
het proces-verbaal van de mondelinge conclusie van dupliek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2 Het geschil
2.1. Basic-Fit vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 234,34, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 179,94 vanaf 11 maart 2025. Daarnaast vordert zij veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2. Basic-Fit legt – kort gezegd – het volgende aan de vordering ten grondslag. Partijen hebben een overeenkomst gesloten met betrekking tot een sportschoollidmaatschap voor een periode van 12 maanden. Vanwege wanbetaling door [gedaagde] heeft Basic-Fit zelf de overeenkomst na afloop van de contractduur beëindigd per 24 december 2024. [gedaagde] is de openstaande lidmaatschapsgelden tot einde van het contract verschuldigd (€ 179,94), primair op grond van nakoming, subsidiair als schadevergoeding op basis van ontbinding van de overeenkomst, volgens Basic-Fit. [gedaagde] moet ook de wettelijke rente (€ 14,40 tot heden) en buitengerechtelijke kosten (€ 40,00) aan Basic-Fit betalen.
2.3. [gedaagde] erkent de gevorderde hoofdsom, maar voert verweer tegen de gevorderde rente, de buitengerechtelijk incassokosten en de proceskosten. [gedaagde] zegt dat hij, tot hij de dagvaarding kreeg, niet wist dat er een vordering openstond en stelt dat hij ook de 14-dagenbrief niet heeft ontvangen.
3 De beoordeling
3.1. De kantonrechter stelt vast dat de vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Op zo’n overeenkomst zijn consumentenbeschermende bepalingen van toepassing. De kantonrechter moet uit zichzelf (ambtshalve) beoordelen of die zijn nageleefd. Zo niet, dan moet de kantonrechter daar ambtshalve gevolgen aan verbinden. Dit geldt dus ook als er geen verweer is gevoerd.
3.2. De kantonrechter moet onder andere ambtshalve beoordelen of de wettelijke informatieplichten
Ambtshalve toetsing van de Algemene Voorwaarden Basic-Fit versie 3 mei 2023
3.3. In deze zaak zijn de Algemene Voorwaarden Basic-Fit versie 3 mei 2023 van toepassing. De kantonrechter heeft in een eerdere vergelijkbare zaak van Basic-Fit tegen een andere consument getoetst of deze algemene voorwaarden bedingen bevatten die oneerlijk zijn.
3.4. De kantonrechter ziet, gelet op het gestelde in de dagvaarding en uitgaande van de huidige stand van de jurisprudentie, in deze zaak geen aanleiding om hier anders over te denken. Ook in deze zaak worden de artikelen 5f en 5g van de algemene voorwaarden daarom vernietigd.
3.5. Dit heeft tot gevolg dat Basic-Fit niet bevoegd was haar verplichtingen uit de overeenkomst op te schorten, dat wil zeggen: de consument de toegang tot de sportschool te weigeren. [gedaagde] is daarom alleen de abonnementstermijnen verschuldigd over de periode waarin Basic-Fit haar diensten daadwerkelijk heeft geleverd.
3.6. Basic-Fit heeft in de dagvaarding gesteld dat zij de toegang nooit weigert, maar die stelling niet onderbouwd. Zij heeft wel een uitdraai van de toegangscontrole en van financiële transacties verstrekt
Geen schadevergoeding
3.7. Basic Fit heeft subsidiair betaling van schadevergoeding ter hoogte van het bedrag van de abonnementsgelden gevorderd op basis van ontbinding van de overeenkomst.
De conclusie
3.8. De conclusie is dat de vorderingen worden afgewezen. Het verweer van [gedaagde] tegen de rente en kosten hoeft daarom niet besproken te worden.
3.9. Basic-Fit is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op € 50,00 aan verletkosten.
4 De beslissing
De kantonrechter
4.1. wijst de vorderingen van Basic-Fit af,
4.2. veroordeelt Basic-Fit in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Basic-Fit niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3. verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2025.
CK
afdeling 2B van titel 5 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
zoals bedoeld in artikel 6:233 onder a BW
zie ECLI:NL:RBNHO:2025:5124 (tussenvonnis) en ECLI:NL:RBNHO:2025:7887 (eindvonnis), te vinden op www.rechtspraak.nl
productie 6 en 7 bij dagvaarding
artikel 6:277 BW
zie het arrest van het Hof van Justitie van de EU van 27 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:68)