ECLI:NL:RBNHO:2025:8699 - Rechtbank Noord-Holland - 29 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 11804582 \ KG EXPL 25-97 NE
Vonnis in kort geding van 29 juli 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap KBI Hoorn B.V., te Hoorn, in hoedanigheid van beschermingsbewindvoerder over de goederen die toebehoren aan [onderbewindgestelde] eisende partij, hierna te noemen: de bewindvoerder, gemachtigde: mr. S. Tromp,
tegen
de stichting STICHTING INTERMARIS, te Hoorn, gedaagde partij, hierna te noemen: Intermaris, gemachtigde: mr. I.M. Sinnige.
De zaak in het kort
De bewindvoerder is in een kort-gedingprocedure veroordeeld tot ontruiming van de woning die huurster van Intermaris huurt. De bewindvoerder gaat in hoger beroep en vordert in dit kort geding schorsing van de tenuitvoerlegging van die uitspraak totdat in hoger beroep is beslist. De kantonrechter oordeelt dat het belang van verhuurder bij de tenuitvoerlegging van het vonnis (nog steeds) zwaarder weegt dan het belang van huurster om in haar woning te blijven en wijst de vordering af.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit de dagvaarding van 23 juli 2025, de brief met nadere stukken van 24 juli 2025 van de bewindvoerder, de brieven van 24 juli 2025 met producties van Intermaris, de mondelinge behandeling van 28 juli 2025 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en de pleitnota van Intermaris.
2 De feiten
2.1. De bewindvoerder is beschermingsbewindvoerder van [onderbewindgestelde] . [onderbewindgestelde] huurt sinds 1 december 2019 de woning aan [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning) van Intermaris. Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden van toepassing.
2.2. Intermaris ontvangt vanaf 2021 aanhoudende klachten over geluidsoverlast en stuurt hierover meerdere waarschuwingsbrieven aan [onderbewindgestelde] . Op 3 oktober 2023 geeft Intermaris [onderbewindgestelde] een laatste waarschuwing met een gedragsaanwijzing.
2.3. In verband met nieuwe klachten laat Intermaris begin 2024 geluidsrapportages maken. Uit de rapportages blijkt dat de gemeten geluiden vanuit de woning van [onderbewindgestelde] het gemiddelde toegestane geluidsniveau en het piekgeluidniveau overschrijden en dat er sprake is van vermijdbaar geluid in de zin van hinder als gevolg van bewust handelen.
2.4. Intermaris vordert in kort geding ontruiming van de woning. In het vonnis van 14 mei 2024 wijst de kantonrechter de vordering van Intermaris af. De kantonrechter overweegt onder meer:
“Uit de dagvaarding en de door Intermaris overgelegde stukken is naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter voldoende komen vast te staan dat [onderbewindgestelde] de grenzen van wat buren aan geluid van elkaar moeten accepteren stelselmatig te buiten is gegaan. Gelet op de ernst van de geluidsoverlast en de plek daarvan (deels buiten de woning), kan [onderbewindgestelde] daarvan niet zeggen dat dit ligt aan de gebrekkige isolatie van de woning. Dit is een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst.”
en:
“Tijdens de zitting heeft de kantonrechter - net als misschien eerder Intermaris en de heer [naam] - aan [onderbewindgestelde] uitgelegd dat zij in een gehorige woning woont met directe buren. Dat betekent dat zij geen harde muziek kan draaien omdat die buiten de woning hoorbaar is en dat zij ook niet met de muziek mee mag zingen in haar woning. Dit zal zij ergens anders moeten doen. Verder moeten gesprekken op een normaal geluidsniveau worden gevoerd. Ook met de warmere en langere avonden op komst zal [onderbewindgestelde] zich hieraan moeten houden en zacht moeten praten in haar tuin en rond de woning. [onderbewindgestelde] lijkt hiervan (nu pas) doordrongen te zijn en zich te realiseren dat het behoud van haar woning op het spel staat”.
2.5. In juli 2024 ontvangt Intermaris opnieuw klachten over geluidsoverlast door [onderbewindgestelde] . Naar aanleiding daarvan vindt op initiatief van Vangnet en Advies op 21 augustus 2024 een bewustwordingsgesprek plaats tussen de heer [medewerker] van Intermaris, de gemachtigde mr. Sinnige, de heer [naam] van Vangnet en Advies en [onderbewindgestelde] .
2.6. Vanaf januari 2025 ontvangt Intermaris opnieuw klachten over geluidsoverlast vanuit de woning van [onderbewindgestelde] . Intermaris start een kort-gedingprocedure en vordert ontruiming van de woning. Intermaris brengt diverse video/geluidsopnames afkomstig van de directe buurvrouw van [onderbewindgestelde] in het geding. De video/geluidsopnames zijn van 7 en 15 februari 2025 en 2, 8 en 26 april 2025 en daarop is muziek te horen.
2.7. De kantonrechter wijst in zijn vonnis van 16 juli 2025 de vordering van Intermaris toe. Hij overweegt dat uit de geluidsopnames blijkt dat [onderbewindgestelde] naar harde muziek heeft geluisterd, aangezien de muziek met de deur dicht buiten bij de buurvrouw hoorbaar is, dat dit is gebeurd ná het bewustwordingsgesprek met [onderbewindgestelde] en dat dit een tekortkoming is in de nakoming van de huurovereenkomst. Verder overweegt de kantonrechter onder meer: “De kantonrechter is van oordeel dat het voeren van een bemiddelingsgesprek en/of het nogmaals waarschuwen een gepasseerd station is. [onderbewindgestelde] heeft namelijk al een laatste waarschuwing gehad, in de vorm van een vonnis. Bij [onderbewindgestelde] lijkt het besef te ontbreken dat zij nog steeds onvoldoende rekening houdt met haar buren en dat zij - in haar ogen en zoals zij zelf zegt - inderdaad als een muis moet leven. Los van de geluidsoverlast heeft het weekend voorafgaand aan de zitting bovendien nog een incident plaatsgevonden waarbij de buurvrouw van [onderbewindgestelde] door een bezoeker van [onderbewindgestelde] is geïntimideerd. [onderbewindgestelde] heeft hierover gezegd dat zij het vervelend vindt dat dit is gebeurd, dat dit iemand is die zij langere tijd geweerd heeft en dat zij niet van deze gedragingen op de hoogte was. Op grond van de algemene voorwaarden moet [onderbewindgestelde] echter ook overlast voorkomen die wordt veroorzaakt door derden die zich vanwege haar in de woning bevinden. Tegenover het belang van [onderbewindgestelde] (en haar meerderjarige zoon) bij behoud van de woonruimte staat het belang van Intermaris om de omwonenden ongestoord huurgenot te kunnen verschaffen, waarbij zij gevrijwaard blijven van door [onderbewindgestelde] en/of derden vanuit haar woning veroorzaakte overlast. Gelet op de structurele (geluids)overlast die [onderbewindgestelde] veroorzaakt, ondanks herhaalde waarschuwingen dat zij dit achterwege moet laten om ontruiming te voorkomen, weegt het belang van Intermaris nu zwaarder dan het belang van [onderbewindgestelde] .”
2.8. Intermaris laat het vonnis van 16 juli 2025 op 23 juli 2025 aan de bewindvoerder betekenen en zegt de ontruiming van de woning aan tegen 31 juli 2025.
2.9. De bewindvoerder is voornemens hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van 16 juli 2025.
3 Het geschil
3.1. De bewindvoerder vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening de tenuitvoerlegging van het vonnis van 16 juli 2025 (zaak- en rolnummer: 11717136 KG EXPL 25-77) schorst. De bewindvoerder legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat het belang van de bewindvoerder en [onderbewindgestelde] bij schorsing zwaarder weegt dan het belang van Intermaris bij onverkorte tenuitvoerlegging van het vonnis.
3.2. Intermaris voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van de bewindvoerder.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4 De beoordeling
4.1. Het gaat in deze zaak om een executiegeschil.
4.2. Als uitgangspunt geldt dat een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis direct ten uitvoer kan worden gelegd, nog voordat op een ingesteld rechtsmiddel is beslist. Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard zonder motivering van die beslissing, kan van dit uitgangspunt worden afgeweken als het belang van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling heeft verkregen bij de tenuitvoerlegging daarvan. Bij de beoordeling moet worden uitgegaan van de beslissingen in de ten uitvoer te leggen uitspraak en van de daaraan ten grondslag liggende vaststellingen en oordelen. De kans van slagen van het tegen die beslissing aangewende rechtsmiddel moet daarbij buiten beschouwing blijven, met dien verstande dat de rechter in zijn oordeelsvorming kan betrekken of de ten uitvoer te leggen beslissing berust op een kennelijke misslag.
4.3. Omdat de kantonrechter in het vonnis de beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad niet heeft gemotiveerd, zal de afweging van de belangen van partijen in dit kort geding alsnog moeten worden gemaakt. Onderzocht moet worden of sprake is van omstandigheden die meebrengen dat het belang van [onderbewindgestelde] bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door haar ingestelde hoger beroep is beslist, zwaarder weegt dan het belang van Intermaris om het vonnis ten uitvoer te kunnen leggen. Omdat de bewindvoerder niet heeft gesteld dat sprake is van een kennelijke misslag, moet de kantonrechter zich, gelet op het hiervoor geschetste toetsingskader, beperken tot deze belangenafweging.
4.4. Het belang van [onderbewindgestelde] is dat zij in de woning kan blijven wonen totdat in hoger beroep een beslissing is genomen. [onderbewindgestelde] vreest dat zij en haar (meerderjarige) zoon bij ontruiming op straat komen te staan en dat [onderbewindgestelde] daardoor haar baan verliest. Daartegenover staat het belang van Intermaris om omwonenden ongestoord huurgenot te kunnen verschaffen en dus te vrijwaren van overlast door [onderbewindgestelde] vanuit haar woning.
4.5. De kantonrechter vindt het belang van Intermaris bij tenuitvoerlegging van het vonnis zwaarder wegen dan het belang van [onderbewindgestelde] bij behoud van haar woning. In het ten uitvoer te leggen vonnis heeft de kantonrechter aan de hand van video-/geluidsopnames vastgesteld dat [onderbewindgestelde] vanuit haar woning overlast veroorzaakt. Dit nadat [onderbewindgestelde] al eerder ernstig was gewaarschuwd haar gedrag aan te passen. In deze procedure heeft Intermaris nieuwe video/geluidsopnames overgelegd. Daaruit blijkt dat ook na het vonnis van 16 juli 2025, namelijk op 21 juli 2025, (harde) muziek uit de woning van [onderbewindgestelde] komt. Dit terwijl de deur en een raam van haar woning openstaan en [onderbewindgestelde] weet dat zij geluidsoverlast zo veel mogelijk moet beperken. Op een video-opname van 24 juli 2025 is verder te zien dat de buurvrouw in haar tuin is en dat [onderbewindgestelde] vanuit haar raam op de eerste verdieping nadrukkelijk naar de buurvrouw kijkt en haar lange tijd in de gaten houdt. Zodra de buurvrouw haar woning ingaat, gaat [onderbewindgestelde] ook weer weg. Dat is intimiderend voor de buurvrouw. Zoals de kantonrechter in zijn vonnis van 16 juli 2025 al overwoog, lijkt bij [onderbewindgestelde] het besef te ontbreken dat zij nog steeds onvoldoende rekening houdt met haar buren. Dat dit beter gaat worden, is na alle waarschuwingen uit het verleden niet te verwachten. Het belang van Intermaris dat het overlastgevende gedrag van [onderbewindgestelde] op korte termijn stopt weegt daarom zwaarder dan het belang van [onderbewindgestelde] bij behoud van de woning.
4.6. De bewindvoerder is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Intermaris worden begroot op:
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. wijst de vordering van de bewindvoerder af,
5.2. veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten van € 610,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de bewindvoerder niet tijdig aan de veroordeling tot betaling van de proceskosten voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2025.
Artikel 438 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Zie het arrest van de Hoge Raad van 20 december 2019 (ECLI:NL:HR:2019:2026).