Terug naar bibliotheek
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:7839 - Rechtbank Noord-Holland - 22 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2025:783922 juli 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

beschikking

Handel, Kanton en Insolventie Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rekestnummer: C/15/364428 / HA RK 25-60

Beschikking van 22 juli 2025

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DAMONI B.V., gevestigd te Amsterdam, verzoekster, hierna te noemen Damoni, advocaat mr. J.M.C. Billet te Amsterdam,

tegen

[verweerder], wonende te [plaats], verweerder, hierna te noemen [verweerder], in persoon verschenen.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

1.2. Na uitroeping van de zaak zijn verschenen:

1.3. Tenslotte is de uitspraak bepaald op heden.

2 De feiten

2.1. [verweerder] is enig aandeelhouder en bestuurder van Lion Legacy B.V. (hierna: Lion Legacy).

2.2. In een verstekvonnis van 19 februari 2025 is [verweerder] hoofdelijk, naast Davy Jones Fish Shack B.V, veroordeeld om aan Damoni te betalen een bedrag van € 65.089,- te vermeerderen met rente en kosten.

2.3. Damoni had ter zekerheid van verhaal van haar vordering op [verweerder] op 29 november 2024 conservatoir beslag doen leggen op alle aandelen die [verweerder] houdt in Lion Legacy.

2.4. Het vonnis is op 20 maart 2025 aan [verweerder] betekend en op 17 april 2025 aan Lion Legacy.

2.5. De deurwaarder heeft ten tijde van de beslaglegging niet de beschikking gekregen over het aandeelhoudersregister van Lion Legacy zodat hij dit register niet kon tekenen zoals bedoeld in art. 474 c lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Ook op een later moment is het aandeelhoudersregister niet afgegeven aan de deurwaarder.

2.6. De vennootschap heeft geen mededeling in de zin van artikel 474f Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gedaan. Er bestaan geen rechten van derden op de beslagen aandelen.

2.7. In artikel 10 van de statuten van de vennootschap staat een blokkeringsregeling in de vorm van een aanbiedingsplicht aan de medeaandeelhouders opgenomen. Artikel 10 lid 1 van de statuten luidt: Een Aandeelhouder die één of meer Aandelen wenst over te dragen, is verplicht van zijn voornemen daartoe bij aangetekende brief kennis te geven aan het Bestuur onder opgave van de naam van de voorgestelde verkrijger(s) en van het aantal over te dragen Aandelen; deze kennisgeving geldt als aanbieding van het Aandeel of de Aandelen aan de overige Aandeelhouders op de wijze als hierna is omschreven.

3 Het verzoek en het verweer

3.1. Om haar vordering op [verweerder] betaald te krijgen, wenst Damoni over te gaan tot verkoop en overdracht van de beslagen aandelen in Lion Legacy.

3.2. Damoni verzoekt de rechtbank, zoals gewijzigd, bij beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te bepalen dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen zal worden overgegaan en op welke wijze en onder welke voorwaarden deze verkoop zal dienen plaats te vinden, een en ander met inachtneming van het in het verzoekschrift gestelde, kosten rechtens. Ter zitting heeft zij haar verzoek toegelicht in die zin dat zij verzoekt dat gerechtsdeurwaarder [betrokkene 1] de [betrokkene 2] met de executieverkoop van de aandelen wordt belast en dat voor de executieverkoop een termijn zal worden bepaald van twaalf maanden: zes maanden voor onderhandse verkoop en aansluitend zes maanden voor openbare verkoop van dan nog niet verkochte aandelen, met dien verstande dat de termijn op een gemotiveerd verzoek kan worden verlengd. Ook verzoekt zij om [verweerder] te veroordelen om op verzoek van de deurwaarder in het kader van de executieverkoop benodigde bescheiden af te geven.

3.3. Damoni legt aan haar verzoek ten grondslag dat uit hoofde van het vonnis van de rechtbank van 19 februari 2025 een onherroepelijke betalingsverplichting bestaat voor [verweerder], welk bedrag nog geheel openstaat. Damoni verklaart dat haar vordering voortkomt uit een geldlening van € 100.000,- die zij indertijd aan [verweerder] heeft verstrekt en die nog niet volledig is terugbetaald. Zij voert aan dat zij al langere tijd probeert om deze vordering op [verweerder] betaald te krijgen, maar dat zij vanaf september 2024 geen contact meer kon krijgen met [verweerder] en dat het niet gelukt is om de vordering op een andere wijze betaald te krijgen.

3.4. [verweerder] verweert zich tegen het verzoek. Hij betwist dat Damoni een vordering op hem heeft. De vordering is al (ruimschoots) voldaan met de door Damoni meegenomen inventaris van IJzerbar v.o.f., de voorganger van Davy Jones Fish Shack B.V. [verweerder] geeft aan dat hij bij de scheiding van zijn voormalige compagnon een waardebepaling heeft laten maken van die inventaris en dat de inventaris volgens die waardebepaling € 70.000,- waard was. Damoni heeft deze waarde volgens [verweerder] ten onrechte niet verrekend met de vordering. Volgens hem heeft Damoni ook geen belang bij de executoriale verkoop van de aandelen omdat deze geen waarde vertegenwoordigen. Hij verklaart dat Lion Legacy zijn holdingmaatschappij is en er geen activiteiten in plaatsvinden en dat in het verleden op naam van Lion Legacy een financiering is afgesloten. Er zitten volgens [verweerder] alleen maar schulden in de BV, zodat verkoop van de aandelen enkel zal leiden tot extra schulden. Hij benadrukt dat de activiteiten alleen plaatsvinden in een aantal werkmaatschappijen die hij heeft samen met verschillende compagnons, maar dat hij in die werkmaatschappijen geen stemrecht heeft in verband met zijn schuldenlast. Desgevraagd verklaart hij dat Davy Jones Fish Shack B.V. ook een van zijn werkmaatschappijen is. Verder verklaart [verweerder] hij dat hij zich heeft aangemeld bij Menzing via de gemeente voor een schuldhulptraject en dat in dat kader alle schuldeisers, waaronder Damoni, zijn aangeschreven om even geduld te hebben en dat hij al zo’n anderhalf jaar bezig is om zijn schulden op te lossen in het kader van een BBZ traject, Bijzondere Bijstand Zelfstandigen. Daarbij voert hij ook aan dat hij door de verkoop van de aandelen niet langer als zelfstandige zal kunnen worden aangemerkt. Hij geeft aan dat hij via de werkmaatschappijen inkomsten probeert te genereren om ook de schulden af te kunnen betalen, maar dat er nu eerst nog geld bij moet en dat hij niet kan aanbieden om op korte termijn af te lossen op zijn schuld aan Damoni.

3.5. In reactie op het betoog van [verweerder] betwist Damoni dat zij de inventaris heeft waarover [verweerder] het heeft.

3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1. De rechtbank stelt vast dat Damoni beschikt over een vordering op [verweerder] uit hoofde van het verstekvonnis van 19 februari 2025 en dat [verweerder] die vordering tot op heden niet heeft betaald.

4.2. Op grond van artikel 474g lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet een verzoek om bij beschikking te bepalen, dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan, op straffe van verval van het gelegde beslag, binnen één maand na het exploot van beslag worden gedaan. Het exploot waarbij het op 29 november 2024 gelegde conservatoir beslag op de aandelen executoriaal is geworden dateert van 20 maart 2025 en het onderhavige verzoek is op 18 april 2025 (en dus op tijd) ter griffie van deze rechtbank ontvangen. De rechtbank constateert aan de hand van de overgelegde beslagexploten verder dat het beslag op rechtsgeldige wijze is gelegd.

Belang

4.3. Hoewel Damoni dus een executoriale titel heeft, kan een gevraagde toestemming om aandelen te verkopen worden geweigerd, als de executant onvoldoende belang heeft bij de executie. Damoni heeft voldoende onderbouwd dat zij belang heeft bij de verkoop van de aandelen. [verweerder] – en ook zijn werkmaatschappij Davy Jones Fish Shack B.V. - heeft de vordering niet voldaan. Ook is voldoende aannemelijk geworden dat het sinds september 2024 niet mogelijk was contact te krijgen met [verweerder]. [verweerder] heeft dit namelijk niet voldoende weersproken. Ook heeft [verweerder] geen aanbod kunnen doen om de vordering op korte termijn op andere wijze terug te betalen. Dat Damoni geen vordering op [verweerder] heeft, omdat die ruimschoots voor het verstekvonnis van de rechtbank voldaan is met het meenemen van de inventaris van de IJzerbar v.o.f., kan de rechtbank niet volgen. De rechtbank moet uitgaan van het verstekvonnis, waartegen [verweerder] geen rechtsmiddel heeft ingesteld. De rechtbank volgt ook niet het betoog van [verweerder] dat de aandelen geen waarde vertegenwoordigen. [verweerder] heeft verklaard dat de werkmaatschappijen goed lopen. Daarom al vertegenwoordigen de aandelen een waarde. Tenslotte heeft [verweerder] niet nader onderbouwd dat hij na verkoop van de aandelen in het kader van het BBZ-traject niet langer als zelfstandige kan worden aangemerkt, zodat niet is komen vast te staan dat hij door die verkoop onredelijk zwaar wordt benadeeld.

Misbruik van recht

4.4. Ook misbruik van bevoegdheid door Damoni kan in de weg staan aan toewijzing van een verzoek om toestemming voor de verkoop van de inbeslaggenomen aandelen. Misbruik van bevoegdheid wordt echter niet snel aangenomen. Van misbruik als hier bedoeld kan bijvoorbeeld sprake zijn als tenuitvoerlegging van een uitspraak op grond van na het verkrijgen van de titel aan het licht gekomen feiten of omstandigheden aan de kant van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan. Er is niet gebleken dat die situatie zich hier voordoet. Dat [verweerder] bezig is met een schuldhulptraject en dat schuldeisers zijn aangeschreven, is daarvoor onvoldoende. Het betoog van [verweerder] over de meegenomen inventaris kan ook niet tot de conclusie leiden dat sprake is van misbruik van recht. Als gezegd, moet de rechtbank uitgaan van de veroordeling in het verstekvonnis van 19 februari 2025.

Wijze van verkoop

4.5. Op grond van artikel 474g lid 3 Rv moet de rechtbank in de beschikking bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht moeten geschieden. Volgens artikel 474g lid 4 Rv moeten zoveel mogelijk de wettelijke en statutaire bepalingen over vervreemding en overdracht in acht genomen worden. Ook de beschikking van de rechtbank mag ten aanzien van deze wettelijke en statutaire bepalingen geen afwijkingen inhouden, behalve voor zover inachtneming van deze bepalingen de executoriale verkoop onmogelijk zou maken.

4.6. In artikel 10 van de statuten van Lion Legacy B.V. is een blokkeringsregeling (aanbiedingsregeling) opgenomen. Deze blokkeringsregeling brengt mee dat de aandelen eerst te koop moeten worden aangeboden aan de medeaandeelhouders, vóórdat kan worden overgegaan tot de door Damoni gewenste verkoop. [verweerder] is de enige aandeelhouder van de vennootschap en omdat er geen medeaandeelhouders zijn, kunnen de aandelen ook zonder een van artikel 10 van de statuten afwijkende regeling vrijelijk worden overgedragen aan een derde. De beschikking houdt met toewijzing van het verzoek daarom geen afwijking in van de statutaire bepalingen.

4.7. De rechtbank zal de termijn waarbinnen tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan bepalen op twaalf maanden na de datum van deze beschikking, met dien verstande dat deze termijn, indien nodig, op een gemotiveerd verzoek van (één van) de partijen door de rechtbank kan worden verlengd. Een verlengingsverzoek moet de rechtbank uiterlijk binnen twaalf maanden na de datum van deze beschikking, te weten op 21 juli 2026, bereiken.

4.8. De wijze waarop en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht moeten plaatsvinden zal de rechtbank als volgt bepalen. Damoni mag de verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen gedurende de periode van zes maanden na de datum van deze beschikking via onderhandse verkoop proberen te bewerkstelligen. De deurwaarder is in het executierecht gewoonlijk degene die met de executieverkoop is belast. Om deze reden zal de rechtbank de heer [betrokkene 1] de [betrokkene 2] (gerechtsdeurwaarder, hierna: de deurwaarder) met de uitvoering van de verkoop belasten, dan wel bij zijn ontstentenis een door hem aan te wijzen vervangende gerechtsdeurwaarder. De deurwaarder zal de leiding dienen te nemen bij de verkoop. Hij moet daarbij de verdere voorwaarden voor de verkoop vaststellen, om een zo hoog mogelijke opbrengst voor de aandelen te realiseren. Als de aandelen niet binnen de hiervoor genoemde termijn van zes maanden onderhands zijn verkocht, zullen gedurende de resterende zes maanden de niet verkochte aandelen door middel van openbare verkoop bij inschrijving kunnen worden verkocht.

Conclusie

4.9. Op grond van het vorenstaande zal het verzoek worden toegewezen. De rechtbank zal bepalen dat de aandelen verkocht moeten worden op de wijze en onder de voorwaarden zoals hierna bepaald.

Proceskosten

4.10. [verweerder] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van Damoni begroot op:

griffierecht € 688,00 salaris advocaat € 1.228,00 (2 punten à € 614,00) nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld) Totaal € 2.094,00

5 De beslissing

De rechtbank

5.1. bepaalt dat de ten laste van [verweerder] in executoriaal beslag genomen aandelen in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lion Legacy B.V. kunnen worden verkocht, met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald,

5.2. wijst gerechtsdeurwaarder [betrokkene 1] de [betrokkene 2], dan wel een door hem aan te wijzen vervangende deurwaarder, aan als deurwaarder met de executie belast en belast hem voorts met de in de wet aan hem opgedragen taken,

5.3. bepaalt dat de aandelen binnen twaalf maanden na de datum van deze beschikking, althans op een zo kort mogelijke termijn, mogen worden verkocht,

5.4. bepaalt dat de hiervoor in 5.3 genoemde termijn van twaalf maanden, indien nodig, op verzoek door de rechtbank kan worden verlengd en dat een verzoek hiertoe de rechtbank uiterlijk 21 juli 2026 moet bereiken,

5.5. bepaalt dat de aandelen eerst gedurende zes maanden onderhands mogen worden verkocht,

5.6. bepaalt dat, indien en voor zover het na zes maanden niet gelukt is om de aandelen op deze wijze te verkopen, de niet verkochte aandelen gedurende de resterende termijn van zes maanden door middel van openbare verkoop bij inschrijving kunnen worden verkocht,

5.7. bepaalt dat de deurwaarder nadere regels kan stellen om een zo hoog mogelijke opbrengst te verkrijgen.

5.8. bepaalt dat [verweerder] alle medewerking moet verlenen aan de verkoop en levering van de aandelen, door op eerste verzoek van de deurwaarder binnen 14 dagen door de deurwaarder opgevraagde gegevens aan hem ter beschikking te stellen,

5.9. verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.10. wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. E.B. van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2025.[1]

type: 1155

coll:


Voetnoten

type: 1155coll: