Terug naar bibliotheek
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:5031 - Rechtbank Midden-Nederland - 16 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBMNE:2025:503116 september 2025

Uitspraak inhoud

Civiel recht

Zittingsplaats Utrecht

Zaaknummer: C/16/597177 / KG ZA 25-378

Vonnis in kort geding van 16 september 2025

in de zaak van

de vennootschap onder firma [eiseres], gevestigd te [plaats] , eisende partij, hierna te noemen: [eiseres] , advocaat: mr. A.J. de Hamer,

tegen

de vennootschap onder firma

  1. [gedaagde sub 1], gevestigd te [plaats] ,2. [gedaagde sub 2], wonend te [plaats] ,3. [gedaagde sub 3], wonend te [plaats] , gedaagde partijen, hierna samen te noemen: [achternaam gedaagde sub 2 en 3] , advocaat: mr. C.E.M.C. Bakermans.

1 De procedure

1.1. De voorzieningenrechter beschikt over de volgende stukken:

  • de dagvaarding en 22 producties,

  • de 10 producties van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] ,- de pleitnota van [eiseres]- de pleitnota van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] .

1.2. De mondelinge behandeling heeft op 28 augustus 2025 plaatsgevonden. Partijen hebben hun pleitnota voorgedragen en op vragen van de voorzieningenrechter en op elkaar gereageerd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt.

1.3. De voorzieningenrechter heeft meegedeeld dat uiterlijk op 18 september 2025 uitspraak zal worden gedaan.

2 De kern van de zaak

[eiseres] exploiteert twee horeca-ondernemingen in [plaats] , één onder de naam Charlies Burger in de binnenstad van [plaats] en één onder de naam Charlies Take Out in [plaats] Noord. [achternaam gedaagde sub 2 en 3] heeft onlangs een horecagelegenheid geopend in [plaats] Noord onder de naam Charleys. [eiseres] stelt dat [achternaam gedaagde sub 2 en 3] met deze naam inbreuk maakt op haar handelsnamen en vordert dat [achternaam gedaagde sub 2 en 3] stopt met het gebruik van de naam Charleys. Die vordering wordt afgewezen. [achternaam gedaagde sub 2 en 3] hoeft de naam van haar restaurant niet aan te passen.

3 De beoordeling

Spoedeisend belang

3.1. In een kortgedingprocedure is het nodig dat sprake is van een spoedeisend belang. Dat betekent dat de eisende partij op korte termijn een beslissing nodig heeft van de voorzieningenrechter en de beslissing in een bodemprocedure niet kan afwachten. De voorzieningenrechter vindt dat het spoedeisende belang van [eiseres] voldoende aannemelijk is gemaakt. Als er inderdaad sprake is van een voortdurende onrechtmatig situatie dan heeft [eiseres] er belang bij dat die zo spoedig mogelijk eindigt.

Handelsnaam

Het juridisch kader

3.2. Op grond van artikel 5 Handelsnaamwet (Hnw) is het verboden een handelsnaam te voeren die, voordat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig werd gevoerd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, indien dientengevolge, gelet op de aard en plaats van beide ondernemingen, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Volgens deze bepaling is noodzakelijk en voldoende voor een verbod op het voeren van een handelsnaam, dat het gebruik daarvan bij het publiek kan leiden tot verwarring tussen de onderneming die deze handelsnaam wil gaan voeren en een onderneming die al eerder onder dezelfde naam, of een daarvan slechts in geringe mate afwijkende naam werd gedreven. Daarbij kan het gaan om directe verwarring (het publiek houdt de ene onderneming voor de andere), of indirecte verwarring (het publiek neemt aan dat de beide ondernemingen economisch met elkaar zijn verbonden). Of verwarring te duchten valt, moet worden beoordeeld met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. Bij een en ander komt het aan op een globale beoordeling van de volledige handelsnamen wat betreft hun visuele, auditieve en begripsmatige kenmerken, in relatie tot de aard van de ondernemingen en alle overige omstandigheden van het geval. Tot de visuele kenmerken behoren ook gebruikte logo’s en eventuele andere visuele vormgeving. Voorts dient de vraag of verwarring te duchten valt, te worden beoordeeld vanuit het perspectief van het normaal oplettende publiek en zijn eventuele (specialistische) kennis van het desbetreffende marktsegment.

De handelsnamen wijken in geringe mate af

3.3. [eiseres] gebruikt de handelsnamen ‘ [eiseres] ’, ‘Charlies Take Out’, ‘Charlie’s Take Out’, ‘Charlies INC’ en ‘Charlies Burger’. [achternaam gedaagde sub 2 en 3] gebruikt de handelsnaam ‘Charleys’. Vrijwel alle handelsnamen van [eiseres] beginnen met Charlies of Charlie’s. Dat is in ieder geval auditief identiek aan de naam Charleys die [achternaam gedaagde sub 2 en 3] gebruikt. Visueel zijn er wel wat verschillen. Zo schrijven partijen de naam ieder op een andere manier en bestaan de handelsnamen van [eiseres] uit meer woorden. Met name de toevoegingen ‘Burger’ en ‘Take Out’ worden door haar gebruikt. Die toevoegingen moeten duidelijk maken dat het gaat om het restaurant (in het centrum van [plaats] ) of de afhaal- en bezorglocatie (in [plaats] -Noord). Volgens [eiseres] worden die toevoegingen nauwelijks gebruikt en is de onderneming in de volksmond bekend als Charlies. Op haar bedrijfskleding staat inderdaad alleen het woord Charlie’s en ook op haar social media, de websites en de facturen is dat het meest in het oog springende woord. Dat komt doordat daar ook het opvallende logo Charlie’s wordt gebruikt. Dat logo bestaat uit dikgedrukte zwarte letters met twee grote krullen die de naam omlijsten. Soms staat er nog een tekst onder de onderste krul ‘tickle your tastebuds’ en soms ook niet.

Kennelijk gebruikt of gebruikte [eiseres] ook logo’s met de toevoegingen ‘Burger’ en ‘Take Out’. Voorbeelden van die logo’s heeft [achternaam gedaagde sub 2 en 3] opgenomen in haar brief van 6 juni 2025 aan [eiseres] (productie 6 dagvaarding). Welke van deze logo’s [eiseres] ook gebruikt, duidelijk is dat er visueel een groot verschil is tussen de logo’s van [eiseres] enerzijds en anderzijds het logo van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] , dat bestaat uit groene slanke letters tegen een crème (of een kleur die daarop lijkt) achtergrond.

De logo’s hebben niet alleen een andere look maar er gaat ook een andere feel van uit. De logo’s hebben dan ook wel onderscheidend vermogen, ook ten opzichte van elkaar

De plaats van de ondernemingen, de aard van de werkzaamheden en het relevante publiek

3.4. Zowel [eiseres] als [achternaam gedaagde sub 2 en 3] verrichten hun werkzaamheden in [plaats] . [eiseres] met Charlies Burgers in de binnenstad van [plaats] en met Charlies Take Out in [plaats] Noord en [achternaam gedaagde sub 2 en 3] met Charleys in [plaats] Noord. De plaats van waaruit de beide ondernemingen hun activiteiten verrichten vormt daarom, wat betreft de stad waarin zij dat doen geen doorslaggevend onderscheidend kenmerk. Wel is hier, in het voordeel van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] , van belang dat de vestiging van [eiseres] in het centrum van [plaats] een gelegenheid betreft waarin haar publiek de gekochte etenswaren ter plekke (op een zitplaats) kan consumeren, terwijl haar vestiging in [plaats] Noord uitsluitend een afhaal- bezorglocatie betreft. Daarentegen is de vestiging van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] in [plaats] Noord uitsluitend een gelegenheid waar haar publiek de gekochte etenswaren ter plekke (op een zitplaats) kan consumeren of meenemen en van waaruit [achternaam gedaagde sub 2 en 3] niet bezorgdiensten aanbiedt. Ook telt hier dat de vestiging van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] centraal in winkelcentrum [winkelcentrum] is gelegen en zich aldus richt op het winkelende publiek, terwijl de (afhaal- en bezorg)vestiging van [eiseres] in [plaats] Noord is gelegen op een industrieterrein (dat geen deel uitmaakt van of is gelegen naast het bedoelde winkelcentrum).

3.5. Voor de aard van de werkzaamheden geldt het volgende. Beide partijen hebben weliswaar een restaurant, maar de producten en de service die ze bieden verschillen. Zo is de onderneming van [eiseres] gespecialiseerd in hamburgers en andere ‘american diner style’ gerechten. Dat zegt zij zelf ook expliciet op haar meest recente menukaart (productie 15 dagvaarding), waarop staat ‘american inspired cuisine’. En dat blijkt ook uit de website. Zie hieronder de categorieën gerechten die [eiseres] daar aanbiedt.

[achternaam gedaagde sub 2 en 3] daarentegen exploiteert een koffie- en lunchroom waar ook broodjes to go gehaald kunnen worden. Op haar website, die nog in bewerking is, presenteert zij zich zo:

3.6. Verder richten partijen zich aldus op verschillende doelgroepen. [achternaam gedaagde sub 2 en 3] richt zich met name op het winkelende publiek in winkelcentrum [winkelcentrum] dat even pauzeert voor een kop koffie met wat lekkers of een lunch. Dat winkelcentrum is alleen overdag geopend en de openingstijden van 8.30 tot 17.00 uur van de lunchroom van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] sluiten daarbij aan. Charlies Burger van [eiseres] gaat pas halverwege de dag of eind van de middag open en zal daarom meer avondpubliek trekken. De doelgroep zal ook niet beperkt zijn tot het winkelende publiek in de oude binnenstad, maar gelet op die locatie en openingstijden ook uitgaanspubliek trekken. Evenals bij Charlies Take Out worden vanuit de locatie in de binnenstad maaltijden bezorgd tijdens de (vroege) avonduren. Ook dat is dus een ander publiek dan het publiek van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] .

3.7. Kortom de producten en de service die beide partijen bieden en daarmee ook de doelgroep, naast de geografische aspecten van hun vestigingen, verschillen dusdanig van elkaar dat er geen doorslaggevend gevaar voor verwarring tussen de wederzijdse ondernemingen bestaat, niet direct en ook niet indirect. Dat partijen in het handelsregister van de Kamer van Koophandel met dezelfde SBI-code vermeld staan, maakt dat niet anders. Die code omvat immers een grote categorie van eetgelegenheden waar fast food gegeten of afgehaald kan worden. Zo vallen in die categorie ook ijssalons en eetkramen. Dat zijn ook duidelijk eetgelegenheden met een andere service en een andere doelgroep dan de onderneming van [eiseres] . Die code zegt dus niets over het onderscheidend vermogen en het verwarringsgevaar. Overigens staat bij [achternaam gedaagde sub 2 en 3] , anders dan bij [eiseres] , in het handelsregister ook nog expliciet vermeld ‘lunchroom’.

De conclusie

3.8. De handelsnamen lijken op elkaar, zeker als [eiseres] gevolgd wordt in haar stelling dat intern en extern met name de naam Charlies zonder toevoeging wordt gebruikt. De logo’s verschillen echter van elkaar. Belangrijker is echter dat [achternaam gedaagde sub 2 en 3] met haar lunchroom Charleys een andere service biedt en zich op een ander publiek richt dan [eiseres] met haar diner Charlies Burger en afhaal- en bezorglocatie Charlies Take Out. Daarom is de voorzieningenrechter, dit alles afwegend, van oordeel dat onvoldoende gebleken is van verwarringsgevaar. De vraag of [eiseres] de handelsnaam ‘Charlie’s’ al voerde vóórdat [achternaam gedaagde sub 2 en 3] haar onderneming onder de naam Charleys ging drijven, hoeft daarom verder niet te worden besproken. De vordering tot het staken van het gebruik van de handelsnaam Charleys wordt afgewezen.

Domeinnaam

3.9. Ook de vordering tot het staken van de domeinnaam charleys.nl wordt afgewezen. Er is geen strijd met de handelsnaam Charleys dus ook niet met de domeinnaam die hetzelfde is als die handelsnaam.

Dwangsom

3.10. Omdat de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen is er geen reden om een dwangsom op te leggen.

Termijn van artikel 1019i

3.11. Nu geen voorzieningen zijn getroffen als bedoeld in artikel 1019i Rv, wordt ook niet een termijn bepaald voor het instellen van de eis in de hoofdzaak.

De proceskosten

3.12. [eiseres] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten van [achternaam gedaagde sub 2 en 3] betalen. [achternaam gedaagde sub 2 en 3] vordert proceskosten op grond van artikel 1019h BW en die worden toegewezen tot een bedrag van € 6.000,- omdat het hier een eenvoudig kort geding betreft.

  • griffierecht € 714,00

  • salaris advocaat € 6.000,00 (tarief gemiddelde zaak)

  • nakosten € 178,00 (plus eventueel de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal € 6.892,00

4 De beslissing

De voorzieningenrechter

4.1. wijst de vorderingen van [eiseres] af,

4.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 6.892,00, te betalen binnen veertien dagen na betekening. Als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet zij € 92,- extra betalen, plus de kosten van betekening,

4.3. verklaart dit vonnis wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad,

Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Steenbergen als voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G . Delissen als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2025 door mr. C.A.J. van Yperen.