ECLI:NL:RBMNE:2025:4007 - Rechtbank Midden-Nederland - 25 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Almere
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/1930
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder
(gemachtigden: C. Steunenberg en J. Treur).
Inleiding
1. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor individuele begeleiding.
2. Verweerder heeft met het besluit van 11 april 2024 (het primaire besluit) individuele begeleiding in de vorm van een pgb afgewezen. Wel heeft verweerder individuele begeleiding toegekend in de vorm van zorg in natura. Dit betekent dat eiseres wel voor de toegekende uren
3. Met het besluit van 24 februari 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard. Voor een pgb is het een vereiste dat iemand voldoende vaardigheden heeft. Het gaat er dan bijvoorbeeld om dat hij of zij de aanvraag kan toelichten, op de hoogte is van de regels voor een pgb, een administratie kan bijhouden en zelf voor een aanbieder kan kiezen.
4. Eiseres heeft beroep ingesteld. Eiseres benadrukt dat zij door omstandigheden niet alle stukken heeft gegeven en niet op gesprekken is gekomen. Zo is eiseres ziek geweest en heeft zij problemen gehad met één van haar zoons.
5. De rechtbank heeft het beroep op 25 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft eiseres deelgenomen en een vriendin van haar dochter (mevrouw [naam] ), die namens haar het woord heeft gedaan. Ook waren de gemachtigden van verweerder aanwezig.
6. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
Beoordeling door de rechtbank
7. De rechtbank overweegt dat eiseres een pgb heeft gevraagd, zij moet daarom aannemelijk maken dat zij aan de voorwaarden hiervoor voldoet. Daarna beoordeelt verweerder de gegevens op volledigheid en juistheid. Het staat vast dat eiseres niet alle gevraagde documenten heeft gegeven en dat zij op meerdere gesprekken niet aanwezig is geweest. Het gaat om gesprekken op 5 januari 2024, 4 april 2024 en 10 september 2024. Ook is eiseres niet naar de hoorzitting gekomen op 25 november 2024. Het is begrijpelijk dat eiseres door moeilijke privéomstandigheden niet naar de gesprekken kon komen, maar dit maakt niet dat zij voor de periode waar het nu overgaat alsnog een pgb kan krijgen. Zij heeft deze omstandigheden namelijk niet uit zichzelf meegedeeld aan verweerder en was ook niet of nauwelijks te bereiken voor verweerder. Verweerder heeft hierdoor niet kunnen beoordelen of eiseres voldoet aan de voorwaarden en voldoende vaardigheden heeft voor een pgb. Om deze reden is het beroep ongegrond en krijgt eiseres geen gelijk. Zij krijgt daarom het griffierecht niet terug.
8. De rechtbank wijst er op dat eiseres voor de toekomst (dus niet voor de periode waar het in deze procedure om gaat) een nieuwe aanvraag voor een pgb kan indienen. Ook in het geval van een nieuwe aanvraag zal eiseres aan de voorwaarden moeten voldoen.
Beslissing
De rechtbank verklaart beroep ongegrond.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2025 door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. S. van den Broek, griffier.
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo).
Er is 120 minuten per week aan individuele begeleiding voor de periode van één jaar toegekend.
Artikel 2.3.6, tweede lid, van de Wmo j.o. artikel 5.1.2, derde lid, onder e, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Almere 2022 (de Verordening).