ECLI:NL:RBLIM:2025:9188 - Vrijspraak voor amfetaminelab in kelderbox ondanks DNA en berichtenverkeer - 24 september 2025
Uitspraak
Essentie
De Rechtbank Limburg spreekt een verdachte vrij van betrokkenheid bij een amfetaminelab in zijn kelderbox. De rechtbank oordeelt dat wetenschap en beschikkingsmacht ontbreken, omdat de verdachte een aannemelijke verklaring heeft voor het uitlenen van de sleutel, het aangetroffen DNA-spoor en belastend berichtenverkeer.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/237090-23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 september 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980, inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen: [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B. Damen, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 10 september 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig, doch niet gevoegd, behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten [naam 1] (03/236863-23), [naam 2] (03/237123-23) en [naam 3] (03/237057-23).
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op of omstreeks 16 september 2023, al dan niet met een of meer anderen, ongeveer 142,1 kilogram amfetamine en ongeveer 2,5 liter amfetamineolie heeft vervaardigd dan wel opzettelijk aanwezig heeft gehad. Subsidiair is aan de verdachte tenlastegelegd dat hij medeplichtig is geweest aan voornoemd delict.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde, zijnde het medeplegen van vervaardiging van amfetamine en amfetamineolie. De verdovende middelen zijn aangetroffen in de kelderbox behorende bij de woning van de verdachte en het is vaste jurisprudentie dat een bewoner in beginsel wordt verondersteld te weten welke goederen zich in zijn of haar woning bevinden, behoudens bijzondere omstandigheden die dit anders maken. Van deze bijzondere omstandigheden is niet gebleken. Tevens is DNA van de verdachte op handschoenen in het drugslab aangetroffen en op de schoenen van de verdachte bevond zich amfetamine. Tot slot heeft de officier van justitie aangevoerd dat de verdachte de dag voor het aantreffen van het lab contact heeft gehad met medeverdachte [naam 2] over het sluiten van ramen van de kelderbox om stankoverlast te vermijden. De officier van justitie acht, gelet op het voorgaande in onderlinge samenhang bezien, bewezen dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met de medeverdachten en dat sprake is van medeplegen aan het vervaardigen van amfetamine en amfetamineolie.
3.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Het dossier bevat onvoldoende wettig bewijs om daderschap van de verdachte vast te stellen. De verdachte had de sleutel die toegang gaf tot de kelderbox uitgeleend aan de medeverdachte [naam 2] , zodat de verdachte zelf geen toegang meer had tot de kelderbox. Dit wordt bevestigd door medeverdachte [naam 2] . De verdachte had om die reden geen beschikkingsmacht over de verdovende middelen, maar ook de vereiste wetenschap ontbreekt, omdat hij niet wist wat zich in zijn kelderbox afspeelde. Voor de aangetroffen DNA sporen heeft de verdachte een aannemelijke verklaring afgelegd en het gegeven dat er amfetamine op zijn schoenen is aangetroffen is niet vreemd, aangezien de gehele centrale hal van het appartementencomplex bevuild was met wit poeder. Ten aanzien van de berichten met medeverdachte [naam 2] over het sluiten van een raam van de kelderbox heeft de verdachte ook ter terechtzitting een aannemelijke alternatieve verklaring afgelegd. Van zowel medeplegen alsook medeplichtigheid is geen sprake, zodat de verdachte moet worden vrijgesproken.
3.3 Het oordeel van de rechtbank Vrijspraakoverweging De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat het primair en subsidiair tenlastegelegde niet bewezen kan worden verklaard.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting volgt dat de aanleiding voor het onderzoek naar de verdachte is gelegen in informatie die werd ontvangen van het Team Criminele Inlichtingen (TCI), inhoudende dat in de kelder van de woning van de verdachte een drugslab aanwezig was. Naar aanleiding van voornoemde informatie zijn verbalisanten op 16 september 2023 ter plaatse gegaan en werd de verdachte samen met medeverdachte [naam 2] en [naam 3] aangetroffen in de gemeenschappelijke kelderruimte van de flat aan de [adres 2] . In kelderbox nummer [nummer] , behorende bij het adres [adres 3] , werd door de politie een drugslab aangetroffen.
Primair is aan de verdachte tenlastegelegd dat hij de aangetroffen amfetamine en amfetamineolie op of omstreeks 16 september 2023 (al dan niet tezamen en in verenging met anderen) heeft vervaardigd.
Uit de bevindingen van het LFO leidt de rechtbank af dat in het aangetroffen drugslab amfetamine werd gewogen en dat men kennelijk doende was met het drogen van natte amfetaminepasta. Deze handelingen kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet worden vervat onder het tenlastegelegde vervaardigen van amfetamine, doch onder het (niet tenlastegelegde) bewerken en verwerken daarvan, reden waarom de rechtbank komt tot een vrijspraak van het (impliciet) primair tenlastegelegde.
De vraag die dan resteert is, of de verdachte (al dan niet samen met anderen) op 16 september 2023 de aangetroffen amfetamine en amfetamineolie opzettelijk aanwezig heeft gehad, zoals impliciet subsidiair is tenlastegelegd.
Feit is, dat het drugslab en de zich daarin bevindende harddrugs op 16 september 2023 zijn aangetroffen in de kelderbox behorende bij de woning van de verdachte en dat een bewoner in beginsel wordt verondersteld te weten welke goederen zich in zijn of haar woning bevinden. Hierover heeft de verdachte echter verklaard dat hij de enige sleutel van de kelderbox enkele dagen daarvoor op diens verzoek had gegeven aan medeverdachte [naam 2] waardoor verdachte zelf vanaf dat moment geen toegang meer had tot de kelderbox. Die verklaring wordt ondersteund door de verklaring van medeverdachte [naam 1] , die heeft verklaard in zijn verhoor van 19 maart 2024 dat hij de sleutel van de kelderbox heeft ontvangen van medeverdachte [naam 2] , waarna hij, [naam 1] , de aangetroffen druggerelateerde goederen in de kelderbox heeft neergezet op 16 september 2025. Medeverdachte [naam 1] heeft ook verklaard dat de verdachte pas zeer kort voor de politie-inval op de hoogte raakte van de zich in zijn kelderbox bevindende goederen, te weten op het moment dat hij meeliep naar de kelderruimte toen [naam 1] om hulp vroeg aan medeverdachte [naam 2] bij het sjouwen van een zich in de kelderruimte bevindende pers. Medeverdachte [naam 1] verklaarde dat de verdachte daar boos over was en toen aangaf dat hij daarmee niets te maken wilde hebben. Het feit dat de verdachte ten tijde van de politie-inval is aangetroffen op enkele meters afstand van de kelderbox in de gemeenschappelijke kelderruimte en dat zich – naar later bij onderzoek bleek – op dat moment amfetamine bevond op de rechter slipper van de verdachte, vormt naar het oordeel van de rechtbank geen bewijs voor betrokkenheid van de verdachte bij het drugslab, aangezien verbalisanten hebben gerelateerd dat de gehele gemeenschappelijke kelderruimte tot aan de eerste verdieping vervuild was met wit poeder. Iedereen die kort voor of kort na de aanhouding heeft rondgelopen in de gemeenschappelijke kelderruimte of op de trap naar de eerste verdieping kan wit poeder (later getest als amfetamine) onder zijn of haar schoenen hebben gehad. Ook zijn er handschoenen aangetroffen in de kelderbox waarop DNA van de verdachte is aangetroffen, maar ook hier ziet de rechtbank geen bewijs van betrokkenheid in, aangezien de kelderbox toebehoort aan de verdachte en om die reden op meerdere spullen DNA van hem kan worden aangetroffen.
De officier van justitie heeft als voornaamste bewijsmiddel de berichten genoemd die de verdachte naar medeverdachte [naam 2] heeft verzonden in de dagen voorafgaand aan de politie-inval. Meest specifiek riep met name het op 15 september 2023 om 13:47:14 uur aan medeverdachte [naam 2] verzonden bericht inhoudende: “Doe he e3ne kleine raampje dicht en die de andere open. Anders komt het bij de buur. Het raam naar binnen” in de context van het aangetroffen drugslab de nodige vragen op. De verdachte heeft hierover ter terechtzitting een alternatieve verklaring gegeven die niet weerlegd wordt door de overige bewijsmiddelen in het dossier en de rechtbank niet onaannemelijk voorkomt. De verklaring van de verdachte dat hij de buurvrouw niet tot last wilde zijn met de stank uit de kelder naar aanleiding van een eerdere brand in het appartementencomplex, is niet onlogisch. Tevens is dit bericht op 15 september 2023 verzonden en het dossier bevat geen bewijs dat op die dag de druggerelateerde goederen al in de kelderbox aanwezig waren.
Alles overwegende komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de bewijsmiddelen die zich in het dossier bevinden noch afzonderlijk, noch in onderlinge samenhang beschouwd voldoende wettig en overtuigend bewijs opleveren dat de verdachte wetenschap had van het aanwezige drugslab (anders dan kort voor de inval van de politie, zoals hij zelf heeft verklaard) en dat de zich in de kelderbox bevindende harddrugs zich in zijn machtssfeer bevonden. De rechtbank spreekt de verdachte dan ook integraal vrij.
Aangezien de rechtbank niet komt tot vaststelling van daderschap, komt zij niet toe aan de verdere bespreking van medeplegen dan wel medeplichtigheid.
4 De beslissing
De rechtbank: Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het primair en subsidiair tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.M. Brands, voorzitter, mr. C.G.A. Wouters en mr. drs. M.A.M. Pijnenburg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.P. Huntjens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 24 september 2025.
Buiten staat Mr. drs. Pijnenburg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen. BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1 primair: hij, op of omstreeks 16 september 2023 te Kerkade, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
-
ongeveer 142,1 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfe-tamine en/of
-
ongeveer 2,5 liter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(-olie),
zijnde amfetamine en/of amfetamine(-olie), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
T.a.v. feit 1 subsidiair: [naam 2] en/of [naam 1] en/of [naam 3] op of omstreeks 16 september 2023 te Kerkrade, althans in Nederland, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft ver-vaardigd in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- ongeveer 142,1 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfe-tamine
en/of
- ongeveer 2,5 liter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(-olie),
zijnde amfetamine en/of amfetamine(-olie), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks 1 septem-ber 2023 tot en met 16 september 2023 te Kerkrade, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichten heeft/hebben verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan [verdachte] en/of [naam 1] en/of [naam 3] de sleutel van de kelderbox en/of de kelderbox (aan [adres 3] ) voor het vervaardigen en/of het drogen en/of bewaren van de amfetamine en/of amfetamine(-olie) ter beschikking te stellen.