Terug naar bibliotheek
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:6027 - Rechtbank Limburg - 11 juni 2024

Uitspraak

ECLI:NL:RBLIM:2024:602711 juni 2024

Uitspraak inhoud

vonnis

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: C/03/329928 / HA ZA 24-196

Vonnis van 12 juni 2024

in de zaak van

[eiser], wonend te [woonplaats] , eiser, advocaat mr. L.H.G. Pelzer te Echt,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde], gevestigd te [vestigingsplaats] , gedaagde, advocaat mr. I. Paul-van Velzen te ’s-Hertogenbosch.

Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De beoordeling

2.1. Bij rolbeslissing van 15 mei 2024 heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of de kamer voor andere zaken dan kantonzaken bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.

2.2. Beide partijen stemmen in met verwijzing naar de kamer voor kantonzaken.

2.3. Nu tussen partijen niet in geschil is dat de vordering haar grondslag vindt in artikel 7:658 BW en artikel 7:611 BW, blijft de rechtbank bij haar oordeel dat de zaak moet worden verwezen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank.

2.4. De zaak zal derhalve worden verwezen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank. 3. De beslissing De rechtbank

3.1. verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank, locatie Maastricht, op woensdag 10 juli 2024 om 10.00 uurvoor conclusie van antwoord,

3.2. wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,

3.3. wijst partijen erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge art. 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.[1]

type: AH

coll:


Voetnoten

type: AHcoll: