Artikel 658 (Zorgplicht en aansprakelijkheid werkgever)
1. De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.
2. De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
3. Van de leden 1 en 2 en van hetgeen titel 3 van Boek 6, bepaalt over de aansprakelijkheid van de werkgever kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
4. Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De kantonrechter is bevoegd kennis te nemen van vorderingen op grond van de eerste zin van dit lid.
Uitleg in duidelijke taal
1. De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.
Dit lid stelt dat de werkgever de plicht heeft om de ruimtes (lokalen), machines (werktuigen) en het gereedschap waarin of waarmee hij de werknemer arbeid laat verrichten, zo in te richten en te onderhouden dat de veiligheid gewaarborgd is. Tevens moet de werkgever voor de uitvoering van de arbeid die maatregelen nemen en die aanwijzingen geven die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om te verhinderen dat de werknemer tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden schade oploopt.
2. De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
Dit lid bepaalt dat de werkgever aansprakelijk is ten opzichte van de werknemer voor de schade die de werknemer oploopt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden. De werkgever is echter niet aansprakelijk indien hij kan bewijzen (aantoont) dat hij de verplichtingen genoemd in lid 1 is nagekomen, of indien hij kan bewijzen dat de schade voor een belangrijk deel veroorzaakt is door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer zelf.
3. Van de leden 1 en 2 en van hetgeen titel 3 van Boek 6, bepaalt over de aansprakelijkheid van de werkgever kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
Dit lid stelt dat van de bepalingen in lid 1 en 2 van dit artikel, en van de regels in titel 3 van Boek 6 die de aansprakelijkheid van de werkgever betreffen, niet mag worden afgeweken op een manier die nadelig is voor de werknemer. Dit betekent dat deze regels dwingend recht zijn ten gunste van de werknemer.
4. Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De kantonrechter is bevoegd kennis te nemen van vorderingen op grond van de eerste zin van dit lid.
Dit lid breidt de aansprakelijkheid van de werkgever uit. Het stelt dat een persoon of onderneming (hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf) die werkzaamheden laat uitvoeren door een persoon zonder dat er een formele arbeidsovereenkomst is (bijvoorbeeld een zzp'er of ingeleende kracht), op dezelfde wijze aansprakelijk is voor schade die deze persoon tijdens die werkzaamheden lijdt, conform de regels van lid 1 tot en met 3. De kantonrechter heeft de bevoegdheid om te oordelen over juridische claims (vorderingen) die op basis van de eerste zin van dit vierde lid worden ingediend.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2023:443 - Hoge Raad bevestigt: Deliveroo-bezorgers werkten op basis van een arbeidsovereenkomst - 23 maart 2023
De Hoge Raad oordeelt dat de relatie tussen Deliveroo en haar bezorgers een arbeidsovereenkomst is. De vrijheid om werk te weigeren of zich te laten vervangen sluit een arbeidsovereenkomst niet uit, als bij de weging van alle omstandigheden de elementen van een dienstverband overheersen.
ECLI:NL:HR:2012:BV0616 - Allspan-arrest: Ruime uitleg zorgplicht voor zelfstandigen onder 7:658 lid 4 BW - 22 maart 2012
De zorgplicht van een opdrachtgever (art. 7:658 lid 4 BW) kan ook gelden voor een zelfstandig ondernemer. Of werkzaamheden 'in de uitoefening van het bedrijf' van de opdrachtgever vallen, hangt af van hoe de opdrachtgever feitelijk aan zijn bedrijf invulling geeft, niet slechts van de statutaire bedrijfsomschrijving.
ECLI:NL:HR:2008:BD3129 - Hoge Raad - 11 december 2008
ECLI:NL:HR:2011:BR5223 - De Rooyse Wissel: Zware stelplicht werkgever bij inherent gevaarlijk werk - 10 november 2011
Een werkgever in een TBS-kliniek, waar geweldpleging een inherent beroepsrisico is, moet zeer concreet stellen welke algemene en specifieke veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om aan de zorgplicht van art. 7:658 BW te voldoen. De stelplicht rust primair op de werkgever, niet op de werknemer.
ECLI:NL:HR:2011:BR5215 - Geen verzekeringsplicht werkgever voor eenzijdig voetgangersongeval (TNT Post) - 10 november 2011
Een werkgever is op grond van goed werkgeverschap (art. 7:611 BW) niet verplicht een verzekering af te sluiten voor schade van een werknemer door een eenzijdig voetgangersongeval, zoals uitglijden. Deze verzekeringsplicht geldt uitsluitend voor de specifieke, in de rechtspraak afgebakende categorie van verkeersongevallen.
ECLI:NL:PHR:2024:861 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2024
ECLI:NL:HR:2013:BZ1721 - Werkgeversaansprakelijkheid en bewijsvermoeden: ondergrens voor causaal verband bij beroepsziekten - 6 juni 2013
Voor het bewijsvermoeden van causaal verband bij een beroepsziekte (art. 7:658 BW) geldt een ondergrens. Het vermoeden dat de ziekte door de arbeidsomstandigheden is veroorzaakt, is niet van toepassing als het verband tussen de gezondheidsschade en die omstandigheden te onzeker of te onbepaald is.
ECLI:NL:HR:2001:AB2432 - Hoge Raad - 28 juni 2001
ECLI:NL:HR:2001:AB1430 - Hoge Raad - 3 mei 2001
ECLI:NL:HR:2014:3519 - Werkgeversaansprakelijkheid: Instructies volstaan niet, zorgplicht reikt verder dan niet-lossen - 4 december 2014
De zorgplicht van de werkgever (art. 7:658 BW) is niet vervuld door enkel de instructie te geven om niet te helpen bij het lossen. Deze plicht omvat ook het verstrekken van noodzakelijke veiligheidsmiddelen, zoals veiligheidsschoenen, ook als de werknemer de instructie negeert.