ECLI:NL:RBGEL:2025:5901 - Rechtbank Gelderland - 22 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaaknummer: 11569792 \ CV EXPL 25-552
Vonnis van 9 juli 2025
in de zaak van
[eiser in conv], te [vestigingsplaats], eisende partij in conventie, verwerende partij in voorwaardelijke reconventie, hierna te noemen: [eiser in conv], gemachtigde: mr. S.N. Madjidi,
tegen
1 [gedaagde in conv 1],
te '[vestigingsplaats],2. [gedaagde in conv 2], te [woonplaats],3. [gedaagde in conv 3], te [woonplaats], gedaagde partij in conventie, eisende partij in voorwaardelijke reconventie, hierna samen te noemen: [gedaagden in conv], gemachtigde: mr. W. Korbecka.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
het tussenvonnis van 26 maart 2025 en de daarin genoemde processtukken,
-
de mondelinge behandeling van 26 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
2.1. [eiser in conv] exploiteert een landbouwbedrijf. Op het terrein [eiser in conv] staat een bomensingel. Naast deze bomensingel ligt een weg (hierna: de weg). In 2022 heeft [eiser in conv] de weg laten asfalteren.
2.2. [eiser in conv] heeft [gedaagden in conv] benaderd met de vraag of hij ten behoeve van de bomensingel snoei- en kapwerkzaamheden kan verrichten. Daarop heeft [gedaagden in conv] per WhatsApp aan [eiser in conv] bericht: “Goedenavond, hierbij de kosten voor het verwijderen van de 15 grote bomen uit uw singel. Zoals besproken zal het dikke hout op stam (+/- 2 a 3 meter) achter blijven. Overige takken zullen versnipperd worden tot een dikte van 20 a 25 cm. Snippers zal in overleg op het erf zolang neergekiept worden zodat ze na de tijd opgehaald kunnen worden. (…)
*Kosten alles bij elkaar machines en personeel €3200,- ex btw (…)”*
2.3. Partijen zijn vervolgens overeengekomen dat [gedaagden in conv] de snoei- en kapwerkzaamheden gaat verrichten voor een door [eiser in conv] te betalen bedrag van € 3.630,00 (inclusief btw).
2.4. Op 27 januari 2024 zijn de snoei- en kapwerkzaamheden uitgevoerd. De werkzaamheden heeft [gedaagden in conv] laten uitvoeren door [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1]).
2.5. Bij factuur van 31 januari 2024 heeft [gedaagden in conv] een bedrag van € 3.630,00 aan [eiser in conv] in rekening gebracht voor de verrichte snoei- en kapwerkzaamheden. [eiser in conv] heeft dit factuurbedrag onbetaald gelaten.
2.6. Op 5 april 2024 heeft de gemachtigde van [eiser in conv] een brief aan [gedaagden in conv] verzonden. Daarin is vermeld dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het asfalt van de weg flink is beschadigd. [gedaagden in conv] is gesommeerd om binnen een termijn van veertien dagen na dagtekening te laten weten of hij bereid is de schade te herstellen. Voort is in de brief vermeld dat [eiser in conv] al zijn betalingsverplichtingen jegens [gedaagden in conv] opschort.
3 Het geschil
in conventie
3.1. [eiser in conv] vordert – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden in conv] hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 19.021,20 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, en een bedrag van € 1.005,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en [gedaagden in conv] hoofdelijk zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
in voorwaardelijke reconventie
3.2. [gedaagden in conv] vordert – enkel indien de kantonrechter de vorderingen van [eiser in conv] afwijst – dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser in conv] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 3.630,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente.
in conventie en in voorwaardelijke reconventie
3.3. Partijen hebben over en weer verweer gevoerd en hebben geconcludeerd tot afwijzing van de onderscheiden vorderingen. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
4 De beoordeling in conventie en in voorwaardelijke reconventie
4.1. Omdat de vorderingen in conventie en in voorwaardelijke reconventie nauw met elkaar samenhangen, bespreekt de kantonrechter deze gezamenlijk.
4.2. Tussen partijen is een overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan [gedaagden in conv] de verbintenis op zich heeft genomen om ten behoeve van de bomensingel van [eiser in conv] snoei- en kapwerkzaamheden te verrichten voor een door [eiser in conv] te betalen bedrag van € 3.360,00 inclusief btw. Daarmee is sprake van een overeenkomst van aanneming van werk als bedoeld in artikel 7:750 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
4.3. [gedaagden in conv] heeft (een deel van) de werkzaamheden laten verrichten door [bedrijf 1] in onderaanneming. [gedaagden in conv] is als hoofdaannemer onverminderd aansprakelijk voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst. Dit volgt uit artikel 7:751 BW.
4.4. [eiser in conv] stelt dat [gedaagden in conv] is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst omdat, tijdens de uitvoering van de werkzaamheden door [bedrijf 1] krassen op de weg zijn ontstaan. De kosten om het asfalt van de weg opnieuw te laten behandelen bedragen volgens [eiser in conv] € 22.651,00 (incl. btw). Deze kosten dient [gedaagden in conv] als hoofdaannemer aan [eiser in conv] te vergoeden, aldus [eiser in conv].
4.5. [gedaagden in conv] heeft betwist dat tussen de uitvoering van de werkzaamheden en het bestaan van de krassen op de weg causaal verband bestaat. Volgens [gedaagden in conv] zijn de krassen op de weg niet door haar toedoen ontstaan. Het is aannemelijk dat [eiser in conv] al eerder, bij de uitvoering van haar activiteiten, zelf (een deel van) de krassen in het asfalt heeft veroorzaakt, aldus [gedaagden in conv].
4.6. De stelplicht en bewijslast van de stelling dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden door [bedrijf 1] de krassen op de weg zijn ontstaan, rusten op [eiser in conv] omdat zij zich op de rechtsgevolgen van die stelling beroept. [eiser in conv] zal conform het door haar gedane aanbod tot bewijslevering worden toegelaten van deze stelling. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door [eiser in conv]. Zij kan bij deze akte bewijsstukken in het geding brengen. Voorts moet [eiser in conv] bij deze akte aangeven of zij bewijs wil bijbrengen door het horen van getuigen en zo dit het geval is, haar verhinderdata en die van eventuele getuigen opgeven over de maanden augustus tot en met november 2025. Hierna zal een datum voor een eventueel getuigenverhoor worden bepaald. Ook [gedaagden in conv] wordt verzocht haar verhinderdata over te leggen over die periode.
4.7. Voor het geval na bewijslevering zou komen vast te staan dat (een deel van) de krassen veroorzaakt zijn door de werkzaamheden van [bedrijf 1] waarvoor [gedaagden in conv] aansprakelijk is, zal de omvang van de schade beoordeeld moeten worden. Partijen verschillen van mening over de omvang van een schadevergoeding. Waar [eiser in conv] uitgaat van de noodzaak voor het aanbrengen van een volledige nieuwe asfaltlaag over de gehele weg, gaat [gedaagden in conv] er van uit dat het alleen vullen van de diepere krassen voldoende is. In dit verband is het volgende van belang.Volgens vaste rechtspraak dient de schadevergoeding in beginsel de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand te brengen waarin hij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven, hetgeen meebrengt dat de omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid is met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest indien het schadeveroorzakende feit niet zou hebben plaatsgevonden. Daarbij speelt ook een rol dat de benadeelde partij een rechtens te respecteren belang moet hebben bij het herstel in de oude toestand. Dus als die vergelijking er op uit komt dat de nieuwe toestand voor de benadeelde partij geen achteruitgang (waaronder mede te verstaan: waardevermindering en vermindering van exploitatiemogelijkheden van de beschadigde zaak) inhoudt ten opzichte van de oude toestand, kan de conclusie zijn dat er geen vermogensschade is geleden. Dan kan een vordering tot vergoeding van de kosten van herstel in de oude toestand worden afgewezen. (Hoge Raad 11 januari 2013, ECLI:NL:HR: 2013:BX9830). [eiser in conv] zal dus tevens bij akte verder mogen onderbouwen dat de aanwezigheid van krassen voor haar een benadeling betreft.
4.8. De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.
5 De beslissing
De kantonrechter
in conventie
5.1. draagt [eiser in conv] op te bewijzen dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden door [bedrijf 1] krassen op de weg zijn ontstaan,
5.2. stelt [eiser in conv] in de gelegenheid om in te gaan op hetgeen onder r.o. 4.7 is overwogen,
5.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van woensdag 6 augustus 2025 voor:
5.4. bepaalt dat, als [eiser in conv] geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
5.5. bepaalt dat, als [eiser in conv] getuigen wil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden augustus tot en met november 2025 dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.6. bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van mr. M. Engelbert-Clarenbeek, in het gerechtsgebouw te Apeldoorn, Stationsstraat 104,
5.7. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen,
5.8. houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
5.9. houdt iedere verdere beslissing aan.