ECLI:NL:RBDHA:2025:15975 - Rechtbank Den Haag - 25 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL24.14988 V
[opposant], opposant
Procesverloop
Bij uitspraak van 22 april 2024
Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.
Opposant heeft niet verzocht om op een zitting te worden gehoord. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:55, vierde lid, van de Awb.
Beoordeling door de rechtbank
-
Artikel 8:54 van de Awb biedt de mogelijkheid tot vereenvoudigde afdoening als het eindoordeel in de zaak buiten redelijke twijfel staat. In het verzet beoordeelt de rechtbank alleen of er redelijke twijfel mogelijk was over het oordeel in de aangevallen uitspraak. Aan de inhoud van de beroepsgronden komt de rechtbank pas toe als het verzet gegrond is.
-
In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat de brief van 29 januari 2024 geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb en hiertegen geen beroep ingesteld kan worden.
[4] Het standpunt van opposant dat de brief van 29 januari 2024 een bestuurlijk rechtsoordeel is dat gelijk te stellen is met een besluit volgt de rechtbank niet. De brief van 29 januari 2024 betreft enkel een mededeling dat opposant ten gevolge van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 januari 2024[5] van rechtswege nog onder de tijdelijke bescherming van de zogenoemde derdelanders Oekraïne valt tot 4 maart 2024. Daarmee heeft verweerder geen zelfstandig en definitief bedoeld rechtsoordeel gegeven. Omdat het niet een bestuurlijk rechtsoordeel betreft, is er ook geen sprake van het gelijk stellen van de mededeling met een besluit. -
Het verzet is ongegrond. Dat betekent dat de aangevallen uitspraak in stand blijft.
Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 25 augustus 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.
Met opposant wordt bedoeld de indiener van het verzetschrift.
ECLI:NL:RBDHA:2024:6301.
Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 8:1 van de Awb.
ECLI:NL:RVS:2024:32.