ECLI:NL:RBDHA:2025:15931 - Rechtbank Den Haag - 12 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
RECHTBANK DEN HAAG
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats 's-Gravenhage
NvE/b Zaaknummer: 11213975 \ RL EXPL 24-13293
Vonnis van 12 augustus 2025
in de zaak van
1 [passagier 1] ,
beiden wonende te [woonplaats 1] ,3. [passagier 3], wonende te [woonplaats 2] ,
wonende te [woonplaats 3] ,
wonende te [woonplaats 4] , eisende partijen, hierna samen te noemen: de passagiers, gemachtigde: Yours B.V.,
tegen
de besloten vennootschap TUI AIRLINES NEDERLAND B.V., statutair gevestigd te Rijswijk, gedaagde partij, hierna te noemen: TUI, gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer.
1 De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
de dagvaarding van 20 juni 2024 met producties,- de conclusie van antwoord met producties,
-
de conclusie van repliek,
-
de conclusie van dupliek.
1.2. Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.
2 De feiten
2.1. De passagiers hadden voor 26 juli 2023 een boeking voor vlucht [vluchtnummer 1] van TUI van Amsterdam naar Kos (Griekenland).
2.2. De vlucht [vluchtnummer 1] zou worden uitgevoerd met het vliegtuig met registratienummer [nummer] .
2.3. De passagiers zijn op 26 juli 2023 vanuit Amsterdam vertrokken naar Kos met vlucht [vluchtnummer 2] .
3 Het geschil
3.1. De passagiers vorderen - samengevat - veroordeling van TUI tot betaling van € 2.000,00, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. Aan hun vorderingen leggen de passagiers ten grondslag dat Europese regelgeving en jurisprudentie, meer in het bijzonder de EU-verordening 261/2004 (hierna; de Verordening) en de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie
3.3. TUI voert verweer. TUI concludeert tot niet-ontvankelijkheid van de passagiers, dan wel tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van hen in de kosten van deze procedure. Kort gezegd betwist TUI dat vlucht [vluchtnummer 1] is geannuleerd waardoor pas recht op vergoeding ontstaat na drie uur vertraging.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
4 De beoordeling
Geen annulering van vlucht [vluchtnummer 1]
4.1. Omdat de vordering van de passagiers is gebaseerd op de stelling dat hun vlucht is geannuleerd en TUI dat heeft betwist zal dat eerst beoordeeld worden. De kantonrechter is van oordeel dat vlucht [vluchtnummer 1] niet is geannuleerd en overweegt daartoe als volgt.
4.2. De belangrijkste achtergrond van de bepaling in de Verordening dat passagiers recht hebben op een bepaalde vergoeding bij annulering van de vlucht, is de passagiers te beschermen tegen beslissingen van luchtvaartmaatschappijen van veelal economische aard om vluchten te laten vervallen, indien de kosten van het uitvoeren van de vlucht niet opwegen tegen de baten. Het idee achter de Verordening is dat passagiers bij boeking van een vlucht ervan mogen uitgaan dat de vlucht, behoudens onvoorziene, bijzondere omstandigheden, ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd en dat de vlucht niet om de luchtvaartmaatschappij moverende redenen wordt geannuleerd. Met betrekking tot vertragingen stelt de Verordening zekere vertragingen met annulering gelijk, maar daarbij wordt altijd mede beoordeeld of de luchtvaartmaatschappij er alles aan gedaan heeft om de vertraging te beperken. In zijn algemeenheid verschaft de Verordening passagiers dus een zekere mate van zekerheid dat de betreffende vlucht wordt uitgevoerd en dat zij niet met aanzienlijke vertraging op hun eindbestemming arriveren.
4.3. TUI heeft verklaard dat de oorspronkelijke vlucht [vluchtnummer 1] op 26 juli 2023 zou worden uitgevoerd met het vliegtuig met registratienummer [nummer] . Dit vliegtuig was echter door omstandigheden bij een eerdere vlucht vertraagd waardoor de bemanning op een buitenstation eerst de verplichte rust in acht moest nemen voordat zij met het toestel kon terugkeren naar Amsterdam. Hierdoor zou de vlucht [vluchtnummer 1] een langdurige vertraging oplopen. Om de vertraging zo beperkt mogelijk te houden heeft TUI de vlucht in tweeën opgesplitst en twee kleinere vliegtuigen vrijgemaakt om alle passagiers van Amsterdam naar Kos te vervoeren.
4.4. De passagiers stellen dat zij zijn omgeboekt naar een andere vlucht namelijk [vluchtnummer 2] . Wijziging van het vluchtnummer is een annulering, aldus de passagiers.
4.5. De kantonrechter stelt vast dat de passagiers zelf stellen dat zij met een vertraging van twee uur en 23 minuten ten opzichte van de oorspronkelijke aankomsttijd in Kos zijn gearriveerd, zij het met een ander vliegtuig dan oorspronkelijk gepland onder een ander vluchtnummer. In het Sturgeon-arrest is geoordeeld dat er sprake is van annulering van een vlucht als i.) de planning van de oorspronkelijke vlucht wordt opgegeven en ii.) de passagiers van die vlucht zich aansluiten bij de passagiers van een vlucht die eveneens is gepland, los van de vlucht die de aldus overgeboekte passagiers hebben geboekt. Die situatie doet zich hier niet voor, althans gesteld noch gebleken is dat vlucht [vluchtnummer 2] al eerder was gepland.
4.6. Verder staat het een luchtvaartmaatschappij vrij een ander vliegtuig of andere vliegtuigen in te zetten, indien door omstandigheden het oorspronkelijke toestel niet (tijdig) beschikbaar is. Daarnaast is ook het vluchtnummer niet zonder meer bepalend voor de annulering van een vlucht. In het voorliggende geval heeft TUI als gevolg van een vertraging van het oorspronkelijke vliegtuig twee kleinere vliegtuigen ingezet en de vlucht opgesplitst, waardoor de passagiers uiteindelijk met een geringe(re) vertraging op hun eindbestemming zijn gearriveerd. Daarmee heeft TUI juist dat gedaan wat de Verordening van haar verlangt, namelijk dat zij redelijke maatregelen treft om de vlucht tijdig uit te voeren. Onder deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat veranderen van het vluchtnummer en de opsplitsing van de vlucht die de passagiers naar Kos heeft gebracht geen indicatie oplevert dat hun oorspronkelijke vlucht is geannuleerd. Er is slechts sprake van dat hun oorspronkelijke vlucht onder een ander vluchtnummer is uitgevoerd, maar uiteindelijk heeft TUI de vervoersovereenkomst met de passagiers uitgevoerd binnen de toegelaten marges wat betreft de opgelopen vertraging.
4.7. Uit het voorgaande vloeit voort dat in het onderhavige geval geen sprake was van annulering van een vlucht en de vertraging niet boven de drie uur uitkwam, zodat de passagiers geen recht hebben op enige vergoeding en hun vorderingen (inclusief de nevenvorderingen) daarom zullen worden afgewezen.
4.8. De passagiers zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van TUI worden begroot op:
5 De beslissing
De kantonrechter
5.1. wijst de vorderingen van de passagiers af,
5.2. veroordeelt de passagiers in de proceskosten van € 510,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de passagiers niet tijdig aan de veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3. verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.F.H. van Eijk en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2025.
Het Wallentin-Hermann arrest (HvJ EU 22 december 2008, C-549/07), het Sturgeon-arrest (HvJ EU 19 november 2009, C-402/07) en het Folkerts-arrest (HvJ EU 26 februari 2013, C-11/11).