ECLI:NL:RBDHA:2025:15438 - Rechtbank Den Haag - 18 augustus 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL25.36482 en NL25.36494
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer 2], verzoekster mede namens hun minderjarige kind [minderjarige], V-nummer: [V-nummer 3] hierna gezamenlijk: verzoekers (gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en
Procesverloop
Bij afzonderlijke besluiten van 5 augustus 2025 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen, omdat Duitsland daarvoor verantwoordelijk is.
Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen de bestreden besluiten. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.
Overwegingen
1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL25.36481 en NL25.36493, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Verzoekers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 18 augustus 2025 door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.