Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15241 - Rechtbank Den Haag - 23 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:1524123 juli 2025

Rechtsgebieden

Civiel RechtGezondheidsrecht

Genoemde wetsartikelen

Uitspraak inhoud

Team Jeugd- en Zorgrecht

Zaak-/rekestnr.: C/09/688144 / FA RK 25-5149 Datum beschikking: 23 juli 2025

Beschikking naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

hierna te noemen: cliënt, geboren op [geboortedatum] 1940 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] , advocaat: mr. J.I. Echteld te Gouda.

Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 8 juli 2025.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

  • een indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 18 april 2023;

  • een aanvraag voor een rechterlijke machtiging aan het CIZ van 18 juni 2025;

  • een op 19 mei 2025 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige arts, [naam 1] , die cliënt met het oog op de machtiging kort tevoren heeft onderzocht, maar niet bij haar behandeling betrokken was.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 juli 2025. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:

  • cliënt, bijgestaan door haar advocaat;

  • de regisseur Prettig Wonen Thuis, [naam 2] ;

  • de casemanager, [naam 3] ;

  • de huisarts, [naam 4] ;

  • de dochter, [naam 5] ;

  • de zoon, [naam 6] .

Standpunten ter zitting

Namens cliënt is ter zitting verzocht het verzoek af te wijzen. Er is sprake van een psychogeriatrische aandoening maar de ernst van het nadeel dat hieruit voortkomt valt te betwisten. Er is volgens de advocaat geen sprake van ernstig psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Cliënt heeft last van paniekklachten, maar deze klachten kunnen ondervangen worden. Een opname op een gesloten afdeling is hiertoe niet nodig, cliënt verzet zich hiertegen. Ook de familie ondersteunt dit verzet door aan te geven dat het nog te vroeg is om cliënt tegen haar wil uit haar vertrouwde omgeving te halen. De advocaat heeft naar voren gebracht dat de rechterlijke machtiging een ultimum remedium is en dat alternatieven nog niet voldoende zijn onderzocht. De paniekklachten van cliënt kunnen medicamenteus behandeld worden en er zijn nog mogelijkheden om in een gecontroleerde setting (kortdurende opname) van medicatie te wisselen om na te gaan of dit positieve effecten heeft. Daarnaast kunnen de thuiszorg en de dagbesteding nog opgeschaald worden juist op de momenten dat er sprake is van paniek en kunnen de kinderen bijspringen in de zorg voor hun moeder, zodat cliënt nog in haar vertrouwde omgeving kan blijven wonen. Cliënt heeft aangegeven dat zij het prettig vindt naar [instelling] – de dagbesteding – te gaan en dat zij het prettiger vindt in haar eigen huis te blijven wonen. Zij gaat ook zelf naar buiten om een ommetje te maken.

De regisseur en de casemanager hebben ter zitting naar voren gebracht dat het cliënt niet lukt om in crisissituaties adequaat te handelen. Cliënt raakt in slechte periodes meerdere keren per dag of meerdere keren per week in paniek en belt dan overmatig naar zorgverleners en de huisartsenpraktijk. Deze paniek is voor cliënt erg naar en het maakt haar verdrietig. Er is sprake van toenemend verlies van grip op de werkelijkheid. Ondanks dat de zorg thuis extra opgeschaald kan worden, kan dit de problematiek niet voldoende verhelpen aangezien cliënt niet goed te bereiken is met zorginzet en vrijwillige zorg structureel afzegt. Cliënt is niet te sturen in haar gedrag en de regisseur acht een correctie in het gedrag – waarbij cliënt dagbesteding structureel afzegt en zorg afhoudt – niet meer mogelijk. De betrokken familie wil liever niet dat er een rechterlijke machtiging verleend wordt waarmee cliënt opgenomen kan worden, maar is niet in staat om cliënt de 24-uurs zorg te bieden om cliënt de noodzakelijke begeleiding en structuur te bieden. Het doel van de rechterlijke machtiging is passende zorg bieden in een zo stabiel mogelijke setting, zo dicht mogelijke bij huis. De huisarts heeft ter zitting aangegeven dat hij het beste voor cliënt wil. In de optiek van de huisarts houdt dit in dat cliënt bevestigd en gesteund wordt in panieksituaties. 24-uurszorg biedt deze mogelijkheid, aangezien binnen deze setting altijd iemand aanwezig is die cliënt kan helpen. De angst en de paniek zijn voor cliënt erg naar, en daarbij leidt het veelvuldig bellen naar de spoedlijn van de huisartsenpraktijk tot een grote belasting van de praktijk. De afgelopen tijd is er al veel geprobeerd om samen een manier te vinden om met de problematiek om te gaan; zo is er een vast belmoment ingepland waarop de huisarts cliënt belde. Dit werkte echter niet omdat cliënt niet wilde bellen als dat op het vaste moment niet nodig was, maar op de momenten dat ze paniek had wel veelvuldig bleef bellen. De dochter en de zoon hebben ter zitting aangegeven dat de procedure van de aanvraag van de rechterlijke machtiging voor hen te vroeg in gang is gezet. Het gaat nu al een tijd beter met hun moeder en het is te vroeg om cliënt nu gedwongen op te laten nemen. Het verzoek om een rechterlijke machtiging is hen rauw op het dak gevallen. De dochter en de zoon wonen in de buurt en kunnen hun betrokkenheid uitbreiden door bijvoorbeeld vaker langs te gaan. Cliënt staat op een wachtlijst voor een verzorgingstehuis. Aan haar kinderen geeft zij wel af en toe toestemming om op zoek te gaan naar een plek waar de zorg voor haar de hele dag toegankelijk is, waardoor een vrijwillige verhuizing naar een verzorgingstehuis ook een optie is.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en wat ter zitting is besproken is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie (Alzheimer); daarnaast lijdt zij aan recidiverende depressies.

Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot nadeel. Dit nadeel bestaat uit:

  • psychische schade. .

Cliënt raakt thuis in paniek en belt vanuit deze angst/paniek veelvuldig naar de zorgmedewerkers en de spoedlijn van de huisartsenpraktijk. De praktijk wordt zwaar belast door de vele telefoontjes waarin cliënt vraagt om geruststelling. De momenten waarop cliënt last heeft van angst- en paniekklachten, terwijl zorgmedewerkers niet in de buurt zijn of in de gelegenheid zijn om langs te komen, zijn erg naar voor cliënt. Naar het oordeel van de rechtbank veroorzaakt de dementie van cliënt wel nadeel, maar is de ernst daarvan te relativeren. Daargelaten de ernst van het nadeel komt de rechtbank tot de conclusie dat er alternatieven zijn om dit nadeel af te wenden, althans dat deze onvoldoende zijn onderzocht. De zorg die thuis geboden wordt kan nog opgeschaald worden en ook de dochter en de zoon zijn bereid hun betrokkenheid te vergroten en extra hulp te bieden.

Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan alle wettelijke criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een accommodatie als bedoeld in de Wzd.

Beslissing

De rechtbank:

wijst af het verzoek.