Terug naar bibliotheek
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14101 - Rechtbank Den Haag - 17 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2025:1410117 juli 2025

Rechtsgebieden

Bestuursrecht
Civiel RechtGezondheidsrecht

Uitspraak inhoud

Team Jeugd- en Zorgrecht

Zaak-/rekestnr.: C/09/688399 / FA RK 25-5291 Datum beschikking: 17 juli 2025

Beschikking naar aanleiding van het op 14 juli 2025 door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

hierna te noemen: cliënt, geboren op [geboortedatum] 1940 te [geboorteplaats] , Marokko, wonende te [woonplaats] , thans verblijvende in [accomodatie] te [plaats] , advocaat: mr. E.G. Al te Nieuw-Vennep.

Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 14 juli 2025.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

  • de beschikking tot inbewaringstelling van de burgemeester van de gemeente Heemstede van 11 juli 2025;

  • de op 11 juli 2025 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige arts, [naam 1] , die cliënt met het oog op de machtiging kort tevoren heeft onderzocht, maar niet bij zijn behandeling betrokken was;

  • een indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 12 juni 2025.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 juli 2025. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:

  • cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;

  • de specialist ouderengeneeskunde, [naam 2] .

Standpunten ter zitting

Door en namens cliënt is ter zitting naar voren gebracht dat hij in de vorige accommodatie een nare ervaring heeft gehad, waarbij hij het gevoel had dat er misbruik van hem werd gemaakt. In de huidige setting is cliënt blij met de geboden hulp en zorg. Zolang terugkeer naar de vorige accommodatie niet aan de orde is, is hij tevreden. Omdat cliënt bereid is in een vrijwillig kader zorg te accepteren, verzoekt de advocaat namens cliënt om het verzoek af te wijzen.

De specialist ouderengeneeskunde heeft ter zitting naar voren gebracht dat cliënt is opgenomen na een vervelende interactie met het personeel van de vorige accommodatie. Vanuit de huidige afdeling wordt gezocht naar een passende vervolgplek die aansluit bij de zorgbehoeften van cliënt. De arts schat in dat de behandeling in een vrijwillig kader kan worden voortgezet.

Beoordeling

Uit het behandelde ter zitting is gebleken dat er mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat er geen sprake (meer) is van verzet. Cliënt wordt naar eigen zeggen goed verzorgd in de accommodatie en het verblijf kan in een vrijwillig kader worden voortgezet. Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de criteria voor een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:

wijst het verzoek af.