ECLI:NL:RBDHA:2025:12798 - Rechtbank Den Haag - 10 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-2151 (bodemprocedure) en FA RK 25-2154 (223 Rv)
Zaaknummer: C/09/682290 (bodemprocedure) en C/09/682293 (223 Rv)
Datum beschikking: 10 juli 2025
Zorgregeling en voorlopige voorzieningen ex artikel 223 Rv
Beschikking op het op 24 maart 2025 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
de vader, wonende op een bij de rechtbank adres, advocaat: mr. H. Devkinandan in Zoetermeer.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de moeder] ,
de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres, advocaat: mr. G.W. van der Bom in ’s-Gravenhage.
Procedure
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken, waaronder:
De minderjarigen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] hebben zich in raadkamer uitgelaten over het verzoek.
Op 30 mei 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
Feiten
Verzoek en verweer
Het verzoek van de vader en de moeder luidt thans nog opname van de ter zitting overeengekomen zorgregeling tussen de vader en de kinderen.
Beoordeling
Voorlopige voorzieningen ex artikel 223 Rv Gelet op het verzoek als hiervoor weergegeven, beschouwt de rechtbank het verzoek van de vader om voorlopige voorzieningen te treffen, als ingetrokken.
Zorgregeling De ouders hebben op de zitting overeenstemming bereikt over een zorgregeling tussen de vader en de kinderen. Nu [minderjarige 1] ondertussen al achttien jaar is, geldt deze procedure voor hem niet meer. Op de zitting is afgesproken dat [minderjarige 3] en [minderjarige 2] op de zaterdag in de even weken, van 12.00 uur tot 18.00 uur, bij de vader zullen zijn, waarbij het doel is dat de vader en de kinderen iets leuks met elkaar doen en hij ze niet meeneemt naar zijn huidige partner in [plaats 2] . De vader haalt de kinderen op bij de moeder en brengt ze weer terug bij de moeder. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen, nu zij deze regeling in het belang van de kinderen acht.
Beslissing
De rechtbank:
bepaalt, met wijziging in zoverre van de beschikking van het gerechtshof Den Haag van 21 december 2022, dat de minderjarigen:
bij de vader zullen zijn:
- op de zaterdag in de even weken van 12.00 uur tot 18.00 uur, waarbij de vader de kinderen ophaalt en weer terugbrengt bij de moeder;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.