ECLI:NL:RBDHA:2024:16686 - Rechtbank Den Haag - 9 oktober 2024
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 24/9227
V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. H. Tadema),
en
**de minister van Asiel en Migratie,**voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. K. Kanters).
Procesverloop
Bij besluit van 30 mei 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser buiten behandeling gesteld.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 26 september 2024 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als telefonische tolk is verschenen [naam] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1. Eiser heeft de Russische nationaliteit en is geboren op [datum] 1982. Op 22 mei 2024 heeft hij een opvolgende asielaanvraag ingediend.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag buiten behandeling gesteld, omdat het formulier M35-O niet volledig is ingevuld. Eiser heeft aangegeven een herhaalde asielaanvraag in te dienen wegens nieuwe gebeurtenissen of informatie, maar hij heeft nagelaten hier meer informatie over te verschaffen en originele stukken te overleggen. Eiser heeft, na daartoe in het voornemen in de gelegenheid te zijn gesteld, de ontbrekende informatie niet aangevuld. De ontbrekende (originele) documenten, inclusief vertaling, worden van wezenlijk belang geacht voor de beoordeling van de aanvraag van eiser. Daarom wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.
3. Eiser voert hiertegen het volgende aan. Het is onjuist dat eiser zelf het moment van de start van de procedure kan kiezen. Hij werd op straat gezet door het COA
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Artikel 28, eerste lid, onder a, van de Procedurerichtlijn
5. Uit de uitspraak van de Afdeling van 21 februari 2019
6. De rechtbank stelt vast dat eiser op het formulier M35-O heeft aangegeven dat er sprake is van nieuwe informatie. Daarbij heeft hij aangegeven dat de kopieën van de documenten zijn vrees voor vervolging ondersteunen als hij naar Rusland zou moeten terugkeren. Hij vreest gedwongen te worden om naar het front in Oekraïne te gaan. Indien hij de militaire dienst weigert, zal hij gestraft kunnen worden. Bovendien is eiser drugsverslaafd waardoor hij vreest voor extra bestraffing. Verder heeft eiser op het formulier M35-O kenbaar gemaakt dat hij originele documenten wil indienen, maar dat deze documenten nog onderweg zijn en vertaald moeten worden.
7. Verweerder heeft middels het voornemen aangegeven dat het formulier M35-O niet volledig is ingevuld. Eiser heeft immers geen originele documenten ingediend en de door eiser overgelegde kopieën zijn niet voorzien van een vertaling. Eiser is in de gelegenheid gesteld om binnen één week het formulier M35-O alsnog volledig in te vullen en daarbij duidelijk aan te geven wat de reden is van de herhaalde asielaanvraag met onderbouwing van zo veel mogelijk originele documenten. Eiser heeft bij de zienswijze toegelicht wat de reden van zijn asielaanvraag is, maar nagelaten de originele documenten met vertaling mee te zenden en de vragen op het formulier M35-O te beantwoorden die bij deze documenten horen.
8. Eiser heeft niet weersproken dat de documenten van wezenlijk belang zijn voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. Zonder de originele documenten kan niet worden onderzocht wat de betekenis daarvan is in het kader van nieuwe elementen, bevindingen of documenten en kan dan ook niet worden beoordeeld hoe inhoudelijk op de aanvraag moet worden beslist. Eiser heeft de originele documenten met vertaling pas in beroep overgelegd. De pas in beroep overgelegde documenten kunnen, gelet op wat in rechtsoverweging 5 is opgenomen over de beperkte toets van de rechtbank, niet worden betrokken bij het beroep. Eiser is hierdoor niet in zijn belangen geschaad nu hij een nieuwe asielaanvraag kan indienen als hij meent dat hij nu wel in staat is om een complete asielaanvraag in te dienen. Ten aanzien van hetgeen is gesteld over de medische zorg heeft verweerder terecht gewezen op artikel 10 van de Vw waaruit volgt dat eiser aanspraak maken op de verlening van medische zorg indien dat nodig is.
9. Tot slot is de rechtbank van oordeel dat het beroep op de uitspraak van de Afdeling van 26 januari 2022 geen doel treft nu die uitspraak gaat over de betekenis van het arrest LH
10. De aanvraag is terecht buiten behandeling gesteld. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 10 oktober 2024 door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen één week na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Centraal orgaan opvang asielzoekers.
Vreemdelingenwet 2000.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
ABRvS 26 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:208.
Richtlijn 2013/32/EU.
ABRvS 21 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:574.
ABRvS 26 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:919.
HvJEU 10 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:478.